Type plan: | bestemmingsplan |
---|---|
Naam van het plan: | Asten Veegplan 2016-2 |
Status: | vastgesteld |
Plan identificatie: | NL.IMRO.0743.BP02016003-VS01 |
criteria voor vergunningverlening | |
het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen | 1. het aanbrengen van de leidingen mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de agrarische belangen; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; 3. er mag geen blijvende schade plaatsvinden aan aardkundige waarden in de gebied ter plaatse van de aanduiding 'overig - aardkundig waardevol gebied'; 4. er mag geen blijvende schade plaatsvinden aan ecologische waarden in de gebieden ter plaatse van de aanduiding 'overig - kwetsbare soorten' dan wel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - attentiegebied ecologische hoofdstructuur ; 5. er mag geen blijvende schade plaatsvinden aan ecologische waarden in de gebieden ter plaatse van de aanduiding 'overig - leefgebied struweelvogels' |
het aanleggen van waterbassins / waterbergingen | 1. de aanleg van het waterbassin / waterberging is noodzakelijk in het kader van agrarische bedrijfsvoering; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden. Aantasting kan worden voorkomen door zorgvuldige inplanting; 3. er mag geen aantasting plaatsvinden van de verkeersveiligheid ter plaatse |
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m2 | 1. het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden; 3. er mag geen blijvende schade plaatsvinden aan aardkundige waarden in de gebieden ter plaatse van de aanduiding 'overig - aardkundig waardevol gebied'; 4. er mag geen blijvende schade plaatsvinden aan ecologische waarden in de gebieden ter plaatse van de aanduiding 'overig - kwetsbare soorten' dan wel ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - attentiegebied ecologische hoofdstructuur; 5. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de ecologische waarden in de gebieden ter plaatse van de aanduiding 'overig - leefgebied struweelvogels' |
het vellen of rooien van houtgewas | er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de landschappelijke waarden |
uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'overig - cultuurhistorisch waardevolle akkers en kampontginningen': - het beplanten van gronden met houtgewas in het kader van de agrarische wisselteelt (teelt van maximaal 5 jaar); - het diepploegen en diepwoelen van de bodem; het afgraven, ophogen en egaliseren van de bodem | 1. er mag geen aantasting plaatsvinden van het reliëfrijke karakter van de bolle akkers; 2. de openheid van de open akkers mag niet onevenredig worden aangetast |
het aanbrengen van lage en hoge (voor zover het geen bouwwerken betreft) tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen uitsluitend zolang de teelt het vereist met een maximum van 6 maanden. | 1. de activiteiten zijn noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en/of de ontwikkeling van het agrarisch bedrijf; 2. er mag geen blijvende schade worden aangericht aan het foerageergebied van de struweelvogels ter plaatse van de aanduiding 'overig - leefgebied struweelvogels'; 3. rekening moet worden gehouden met de landschappelijke waarden als omschreven in 4.1; 4. het plaatsen van de voorzieningen mag geen afbreuk doen aan het functioneren van de (mogelijke) ecologische verbindingszone |
bouwwerken | Minimaal | Maximaal |
Afstand tot de as van de weg | 15 m | N.v.t. |
bedrijfsgebouwen | Minimaal | Maximaal |
Goothoogte | n.v.t. | 5,5 m |
Nokhoogte | N.v.t. | 10 m |
Afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
Afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van de bedrijfswoning | 5 m | n.v.t. |
Oppervlakte | n.v.t. | 400 m² |
bedrijfswoning | Minimaal | Maximaal |
Goothoogte | n.v.t. | 5,5 m |
Nokhoogte | N.v.t. | 10 m |
Inhoud | n.v.t. | 750 m³ |
Afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
Vrijstaande bijgebouwen bij woningen | Minimaal | Maximaal |
Gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | 80 m² |
Goothoogte | n.v.t. | 3 m |
Nokhoogte | n.v.t. | 5,5 m |
Afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van de woning | 0 m | n.v.t. |
Afstand tot woning | 1,5 m | 25 m |
Overige bouwwerken | Maximaal |
Hoogte erfafscheidingen | Voor de voorgevelrooilijn: 1 m Overige: 2 m |
Hoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m |
Oppervlakte van carports c.q. overkappingen | 20 m² |
Hoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 6 m |
bouwwerken | Minimaal | Maximaal |
Afstand tot de as van de weg | 15 m | N.v.t. |
woningen | Minimaal | Maximaal |
Goothoogte | n.v.t. | 3,5 m |
Nokhoogte | N.v.t. | 9 m |
Inhoud | n.v.t. | 1000 m³ |
Afstand tot de perceelsgrens | 3 m | n.v.t. |
Vrijstaande bijgebouwen bij woningen | Minimaal | Maximaal |
Gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | 80 m² |
Goothoogte | n.v.t. | 3 m |
Nokhoogte | n.v.t. | 5,5 m |
Afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van de woning | 5 m | n.v.t. |
Afstand tot woning | 1,5 m | 25 m |
Overige bouwwerken | Maximaal |
Hoogte erfafscheidingen | Voor de voorgevelrooilijn: 1 m Overige: 2 m |
Hoogte van carports c.q. overkappingen | 3 m |
Oppervlakte van carports c.q. overkappingen | 20 m² |
Hoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 6 m |
criteria voor vergunningverlening | |
- het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; - het uitvoeren van graafwerkzaamheden; - het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indringen van voorwerpen; - het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen; - het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging; - het vellen of rooien van houtgewas. | door de genoemde werken en werkzaamheden mogen geen veiligheidsrisico's ontstaan en de betreffende leiding niet worden aangetast. Dienaangaande vraagt bevoegd gezag advies van de leidingbeheerder. |