7.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. wonen;
-
b. dienstverlening;
-
c. atelier, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'atelier';
-
d. opslag, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'opslag';
-
e. een handelsbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - handelsbedrijf';
-
f. een houtbewerkings- en houtopslagbedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - houtbewerking en -opslag';
-
g. een opslag van een archief en verzameling van cultureel erfgoed, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - opslag archief en verzameling';
-
h. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
-
i. en de daarbij behorende voorzieningen.
met dien verstande dat:
-
1. indien de toegestane functies, behoudens de dienstverlenings- en de woonfunctie, gedurende een aaneengesloten periode van drie jaar niet meer ter plaatse is uitgeoefend, uitoefening van deze functies niet meer is toegestaan;
-
2. wonen overal binnen de bestemming is toegestaan;
-
3. de overige functies uitsluitend zijn toegestaan op de begane grondlaag.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 20.2.
7.4 Afwijken van de bouwregels
7.4.1 Afwijking voor het overschrijden van de maximale hoogte van erfafscheidingen
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken voor het realiseren van erfafscheidingen met een hoogte van maximaal 2,00 meter op een afstand van minder dan 1,00 meter uit de bestemming Verkeer of Groen onder de voorwaarden dat:
-
a. de erfafscheiding minimaal 1,00 meter achter de lijn in het verlengde van de feitelijke voorgevel van de woning (gelet op de oriëntatie van de woning en situering van de woning op het bouwperceel) ligt;
-
b. gelet op de situering en/of wijze van uitvoering van de erfafscheiding, geen nadelige gevolgen voor de verkeersveiligheid ontstaan;
-
c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan;
-
d. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
7.4.2 Afwijking voor een grotere hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, uitgezonderd erfafscheidingen, tot een grotere hoogte dan is toegestaan onder de voorwaarden dat:
-
a. de hoogte niet meer bedraagt dan de hoogte van het aangrenzende bestaande hoofdgebouw;
-
b. het geen erfafscheidingen betreft;
-
c. deze bouwwerken, geen gebouw zijnde, vanuit het oogpunt van bedrijfsvoering noodzakelijk zijn;
-
d. het stedenbouwkundige beeld ter plaatse niet wordt verstoord;
-
e. deze bouwwerken, geen gebouw zijnde, zich niet verzetten tegen de omgevingscriteria van de Welstandsnota;
-
f. geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan of kunnen ontstaan;
-
g. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
7.5 Specifieke gebruiksregels
7.5.1 Specifieke gebruiksregels van de gronden
Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 Wro, wordt verstaan het gebruik van de gronden anders dan voor:
-
a. parkeren ter plaatse van een oprit;
-
b. groen en/of tuin;
-
c. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
-
d. oppervlakteverhardingen;
-
e. opslag, overeenkomstig het normale toegelaten gebruik.
7.5.2 Specifieke gebruiksregels van de opstallen
Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 Wro, wordt verstaan het gebruik van de opstallen:
-
a. voor bewoning, indien het een vrijstaand bijgebouw betreft, behoudens wanneer middels een ontheffing toestemming is verleend voor mantelzorg;
-
b. voor atelier- en dienstverlenende functies op verdiepingen;
-
c. als verkooppunt voor motorbrandstoffen of andere explosiegevaarlijke stoffen;
-
d. voor opslag, anders dan in verband met het toegestane gebruik, die valt onder de Wet milieubeheer.
7.6 Afwijken van de gebruiksregels
7.6.1 Afwijking voor een aan huis gebonden beroep, aan huis gebonden bedrijf of ambachtelijk bedrijf
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken voor het uitoefenen van een aan huis gebonden beroep, een aan huis gebonden bedrijf of ambachtelijk bedrijf, mits voldaan wordt aan de voorwaarden dat:
-
a. de bedrijfsactiviteiten zich beperken tot een oppervlakte van maximaal 50 m² onder de voorwaarde dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
-
b. de activiteiten uitsluitend door de bewoner uitgevoerd worden;
-
c. de activiteiten qua aard en omvang passen in een woonomgeving waarbij de activiteiten geen ernstige of onevenredige hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de omgeving;
-
d. de activiteiten niet vergunningsplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer;
-
e. het aan huis gebonden bedrijven betreft zoals opgenomen in bijlage 3 bij deze regels of het bedrijfsactiviteiten betreffen van categorie 1-bedrijven volgens de Toegesneden lijst van bedrijfstypen, die als bijlage 1 is opgenomen bij deze regels, dan wel naar oordeel van burgemeester en wethouders daarmee vergelijkbare activiteiten;
-
f. er geen detailhandel ter plaatse plaatsvindt, anders dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane gebruik;
-
g. het gebruik niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse;
-
h. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
7.6.2 Afwijking voor het realiseren van een mantelzorgvoorziening in een vrijstaand bijgebouw
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken voor realisering van een mantelzorgvoorziening in een vrijstaand bijgebouw, onder de voorwaarden dat:
-
a. de mantelzorgvoorziening bedoeld is voor de huisvesting van één huishouden;
-
b. de behoefte aan mantelzorg aangetoond is;
-
c. de woonruimte geen eigen huisnummer heeft;
-
d. het oppervlak van de mantelzorgvoorziening maximaal 80 m² bedraagt;
-
e. de mantelzorgvoorziening qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning;
-
f. de mantelzorgvoorziening niet leidt tot een onevenredige aantasting van de omgeving;
-
g. zodra de noodzaak van de mantelzorgvoorziening is komen te vervallen, het gebruik als woonruimte wordt beëindigd.
7.6.3 Afwijking voor kamerverhuur
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken voor de huisvesting voor kamerverhuur in een woning en/of aangebouwde bijgebouwen, onder de voorwaarden dat:
-
a. aangetoond wordt dat kamerverhuur noodzakelijk is vanuit een behoefte van bedrijven uit de directe omgeving aan (tijdelijke) werknemers of voor de huisvesting van jongeren;
-
b. deze huisvesting plaatsvindt binnen de bestaande bebouwing;
-
c. er minimaal 12 m² verblijfsgebied per persoon aanwezig is;
-
d. het aantal personen dat een kamer huurt per woning inclusief aangebouwde bijgebouwen niet meer bedraagt dan 6;
-
e. binnen een straal van 150 meter maximaal één locatie voor kamerverhuur is toegestaan;
-
f. op eigen terrein in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien, conform de parkeernormen uit de Nota parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag (omgevingsvergunning);
-
g. geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan;
-
h. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
7.6.4 Afwijking voor het toestaan van een bed & breakfast
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken om als nevenactiviteit een bed & breakfast voorziening en dergelijke toe te staan, onder de voorwaarden dat:
-
a. bed & breakfast vindt plaats in de woning en de daarbij behorende bijgebouwen;
-
b. de gebruiksruimte voor bed & breakfast bedraagt niet meer dan 50 m2, met een maximum van 6 (éénpersoons)bedden;
-
c. binnen een straal van 150 meter maximaal één locatie voor bed & breakfast is toegestaan;
-
d. geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan;
-
e. in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien, conform de parkeernormen uit de Nota parkeernormen zoals die geldt ten tijde van de ontvangst van de aanvraag (omgevingsvergunning);
-
f. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.