5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. wonen;
-
b. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
-
c. met de daarbij behorende voorzieningen.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 13.2.
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Afwijking voor het overschrijden van de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken voor het realiseren van een groter dan het toegelaten oppervlak aan bijgebouwen, onder de voorwaarden dat:
-
a. de oppervlakte aan bijgebouwen met niet meer dan 20% wordt overschreden;
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mag het bij de woning behorende vlak voor niet meer dan 50% worden bebouwd;
-
c. sprake is van een CIZ-indicatie of daarmee vergelijkbare indicatie;
-
d. de noodzaak vanuit een goede of doelmatige functionele, stedenbouwkundige, bouwkundige of architectonische inpassing wordt aangetoond;
-
e. geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan;
-
f. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
5.4.2 Afwijking voor het overschrijden van de maximale hoogte van erfafscheidingen
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken voor het realiseren van erfafscheidingen met een hoogte van maximaal 2,00 meter bij hoekpercelen tot minimaal 1,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan, onder de voorwaarden dat:
-
a. gelet op de situering en/of wijze van uitvoering van de erfafscheiding, geen nadelige gevolgen voor de verkeersveiligheid ontstaan;
-
b. geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan;
-
c. het stedenbouwkundig beeld niet onevenredig worden geschaad;
-
d. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
5.4.3 Afwijking voor het realiseren van een voorgevelbreedte smaller dan 5,40 meter
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 5.2.2onder f voor het realiseren van een woning met een smallere voorgevelbreedte dan 5,40 meter, onder de voorwaarden dat:
-
a. de noodzaak vanuit een goede of doelmatige functionele, stedenbouwkundige, bouwkundige of architectonische inpassing dan wel economische haalbaarheid wordt aangetoond;
-
b. geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan;
-
c. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
5.4.4 Afwijking voor het toestaan van een carport op minder dan 2 meter uit de bestemming Verkeer
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken voor het realiseren van een carport bij hoekpercelen op minder dan 2,00 meter uit de bestemming Verkeer onder de voorwaarden dat:
-
a. gelet op de situering en/of wijze van uitvoering van de carport, geen nadelige gevolgen voor de verkeersveiligheid ontstaan;
-
b. geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan;
-
c. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
5.4.5 Afwijking voor het realiseren van een woning op minder dan 3,00 m uit de zijdelingse perceelsgrens
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 5.2.2onder g voor het realiseren van het hoofdgebouw van een vrijstaande woning op een afstand aan één zijde van minder dan 3,00 m uit de zijdelingse perceelsgrens van het bouwperceel, onder de voorwaarden dat:
-
a. de noodzaak vanuit een goede of doelmatige functionele, stedenbouwkundige, bouwkundige of architectonische inpassing wordt aangetoond;
-
b. geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan;
-
c. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad;
-
d. de desbetreffende afstand tot de zijdelingse perceelsgrens van het bouwperceel ten minste 1,50 m bedraagt;
-
e. het hoofdgebouw van de vrijstaande woning is gelegen binnen een bouwvlak waarbinnen behalve vrijstaande woningen ook twee-aaneen en geschakelde woningen mogen worden gebouwd.
5.6 Afwijken van de gebruiksregels
5.6.1 Afwijking voor een aan huis gebonden beroep, aan huis gebonden bedrijf of ambachtelijk bedrijf
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken voor het uitoefenen van een aan huis gebonden beroep, bedrijf of ambachtelijk bedrijf, mits voldaan wordt aan de voorwaarden dat:
-
a. de bedrijfsactiviteiten zich beperken tot een oppervlakte van maximaal 50 m² onder de voorwaarde dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
-
b. de activiteiten uitsluitend door de bewoner uitgevoerd worden;
-
c. de activiteiten qua aard en omvang passen in een woonomgeving waarbij de activiteiten geen ernstige of onevenredige hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de omgeving;
-
d. de activiteiten niet vergunningsplichtig zijn ingevolge de Wet milieubeheer;
-
e. het aan huis gebonden bedrijven betreft zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze regels of het bedrijfsactiviteiten betreffen van categorie 1-bedrijven volgens de toegesneden Staat van bedrijfsactiviteiten, die als bijlage 1 is opgenomen bij deze regels, dan wel naar oordeel van burgemeester en wethouders daarmee vergelijkbare activiteiten;
-
f. er geen detailhandel ter plaatse plaatsvindt, anders dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane gebruik;
-
g. het gebruik niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse;
-
h. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
5.6.2 Afwijking voor het realiseren van een mantelzorgvoorziening in een vrijstaand bijgebouw
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken voor realisering van een mantelzorgvoorziening in een vrijstaand bijgebouw, onder de voorwaarden dat:
-
a. de mantelzorgvoorziening bedoeld is voor de huisvesting van één huishouden;
-
b. de behoefte aan mantelzorg aangetoond is;
-
c. het oppervlak van de mantelzorgvoorziening maximaal 80 m² bedraagt;
-
d. de mantelzorgvoorziening qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning;
-
e. de mantelzorgvoorziening niet leidt tot een onevenredige aantasting van de omgeving;
-
f. zodra de noodzaak van de mantelzorgvoorziening is komen te vervallen, het gebruik als woonruimte wordt beëindigd.
5.6.3 Afwijking voor kamerverhuur
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken voor kamerverhuur in een woning en/of aangebouwde bijgebouwen, onder de voorwaarden dat:
-
a. aangetoond wordt dat kamerverhuur noodzakelijk is vanuit een behoefte van bedrijven uit de directe omgeving aan (tijdelijke) werknemers of voor de huisvesting van jongeren;
-
b. deze huisvesting plaatsvindt binnen de bestaande bebouwing;
-
c. er minimaal 12 m² verblijfsgebied per persoon aanwezig is;
-
d. het aantal personen dat een kamer huurt per woning inclusief aangebouwde bijgebouwen niet meer bedraagt dan 6;
-
e. binnen een straal van 150 meter maximaal één locatie voor kamerverhuur is toegestaan;
-
f. geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan;
-
g. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
5.6.4 Afwijking voor het toestaan van een bed & breakfast
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken om als nevenactiviteit een bed & breakfast voorziening en dergelijke toe te staan, onder de voorwaarden dat:
-
a. bed & breakfast vindt plaats in de woning en de daarbij behorende bijgebouwen;
-
b. de gebruiksruimte voor bed & breakfast bedraagt niet meer dan 50 m², met een maximum van 6 (éénpersoons)bedden;
-
c. binnen een straal van 150 meter maximaal één locatie voor bed & breakfast is toegestaan;
-
d. geen onevenredige nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan;
-
e. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.