direct naar inhoud van Artikel 12 Leiding - Riool
Plan: Ommel komgebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0743.BP02010003-VS01

Artikel 12 Leiding - Riool

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, het onderhoud en instandhouding van ondergrondse leidingen voor transport van rioolwater. De hartlijn van de rioolwaterpersleiding is gelegen ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding – riool'.

12.2 Bouwregels

Op de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, uitsluitend bouwwerken worden gebouwd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse rioolwaterpersleidingen, mits de hoogte niet meer dan 3,0 m. bedraagt.

12.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, gehoord de leidingbeheerder, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12.2 voor het bouwen ten behoeve van de overige aan deze gronden gegeven bestemmingen, met dien verstande dat:

  • a. geen onevenredige aantasten van de belangen van de openbare drinkwatervoorziening ontstaat of kan ontstaan.
12.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
12.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden op of in de voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden, de volgende werkzaamheden of werken, niet zijnde bouwwerken uit te voeren:

  • a. het aanleggen van wegen of paden en/of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het uitvoeren van graafwerkzaamheden;
  • c. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het anderszins verdrijven van voorwerpen in de grond;
  • d. het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen;
  • e. het ophogen en egaliseren, bodemverlaging of afgraven, of anderszins wijzigen in maaiveld- of weghoogte.
12.4.2 Uitzonderingen

Het verbod als bedoeld in artikel 12.4.1 is niet van toepassing, indien de werkzaamheden of werken bestaan uit:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden;
  • b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
  • c. werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale bodemgebruik;
  • d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende vergunning of anderszins mogen worden uitgevoerd.
12.4.3 Toepassingscriteria

De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 12.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien:

  • a. door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen het doelmatig functioneren van de in artikel 12.1 bedoelde leiding(en) niet wordt aangetast;
  • b. daarover vooraf advies wordt ingewonnen bij de betreffende leidingbeheerder.