direct naar inhoud van Artikel 7 Bedrijf – Verkooppunt Motorbrandstoffen met lpg
Plan: BP Woongebieden Asten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0743.BP02009001-VS01

Artikel 7 Bedrijf – Verkooppunt Motorbrandstoffen met lpg

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf – Verkooppunt Motorbrandstoffen met lpg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de brandstofvoorziening van motorvoertuigen;
  • b. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • c. wonen in een bedrijfswoning;
  • d. en de daarbij behorende voorzieningen.

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 29.2.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Op de voor 'Bedrijf – Verkooppunt Motorbrandstoffen met lpg' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen ten behoeve van de in artikel 7.1. genoemde doeleinden, waaronder begrepen een kantoor, een winkel, een wasstraat en één bedrijfswoning;
  • b. uitsluitend ondergrondse opslagtanks en bijbehorende vulpunten;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.2.2 Regels ter plaatse van het bouwvlak
  • a. Gebouwen dienen in het bouwvlak te worden gebouwd.
  • b. Het bouwvlak mag geheel worden bebouwd, onder de voorwaarde dat in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien op eigen terrein, overeenkomstig de normering in het GVVP.
  • c. De goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 4,0 meter.
  • d. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6,0 meter.
  • e. Voor het uitoefenen van de functie mag de oppervlakte van gebouwen ten behoeve van die functie met maximaal 20% worden vergroot.
  • f. Voor van het uitoefenen van de functie mag de inhoud van gebouwen ten behoeve van die functie met maximaal 25% worden vergroot.
7.2.3 Overige regels met betrekking tot bebouwing
  • a. Het bouwvlak c.q. de voorgevelrooilijn mag niet door bebouwing worden overschreden, met uitzondering van overschrijding ten behoeve van de bouw van een luifels of vergelijkbare voorzieningen, mits de hoogte niet meer dan 6,00 meter bedraagt.
  • b. Binnen het bestemmingsvlak mag de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 3,25 meter bedragen, met uitzondering van erfafscheidingen waarvan de hoogte niet meer dan 1,00 meter mag bedragen of niet meer dan 2,00 meter indien:
    • 1. gelegen minimaal 1,00 meter achter de voorgevel uitgezonderd bij de hoek van hoekpercelen, waarvoor geldt minimaal 3,00 meter achter de voorgevel en 45 graden uit de hoek van de achterliggende woning; en
    • 2. gelegen minimaal 1,00 meter uit de bestemming Verkeer of Groen.
7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen, nadere eisen stellen conform het bepaalde in artikel 23.4.

7.4 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen voor vergroting van de maximale hoogte van 1,00 meter van erfafscheidingen bij percelen grenzend aan de bestemming Verkeer, conform het bepaalde in 25.5.

7.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 Wro, wordt verstaan het gebruik van de gronden anders dan voor:

  • a. open bedrijfsterrein;
  • b. parkeren;
  • c. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • d. groen en/of tuin;
  • e. oppervlakteverhardingen;
  • f. opslag en de uitstalling van goederen, achter de naar de weg gekeerde bouwgrens en/of bijgebouwgrens tot een hoogte van niet meer dan 2,00 meter.
7.6 Specifieke gebruiksregels van de opstallen

Onder strijdig gebruik, als bedoeld in artikel 7.10 Wro, wordt verstaan het gebruik van de opstallen:

  • a. voor bewoning;
  • b. voor detailhandel, met uitzondering van de verkoop van nevenproducten, dan wel producten waarvan de verkoop voortvloeit uit, en ondergeschikt is aan het bedrijf – verkooppunt motorbrandstoffen, mits de verkoopruimte één geheel vormt met het brandstofverkooppunt en de bedrijfsvloeroppervlakte van de detailhandelsactiviteiten niet meer bedraagt dan 75 m²;
  • c. groothandel;
  • d. voor dienstverlening;
  • e. voor horeca, anders dan voor het nuttigen van ter plaatse verkrijgbare spijzen en dranken en voorts ondergeschikt aan het toegelaten gebruik;
  • f. voor kantoren, anders dan als onderdeel van de bedrijfsactiviteiten;
  • g. voor recreatie;
  • h. als verkooppunt van explosiegevaarlijke stoffen;
  • i. voor industriële doeleinden;
  • j. als seksinrichting of escortbedrijf;
  • k. voor opslag, anders dan in verband met het toegestane gebruik, die valt onder de Wet milieubeheer.