direct naar inhoud van Artikel 6: Bedrijf - Nutsbedrijf, nutsvoorziening
Plan: Aldtsjerk, Wyns en Bartlehiem 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0737.10BPI-vi01

Artikel 6: Bedrijf - Nutsbedrijf, nutsvoorziening

6.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Nutsbedrijf, nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen voor het openbaar nut, zoals transformatorgebouwen, gebouwen voor de gasvoorziening, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen;
  • b. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het vliegtuiglawaai van het luchtvaartterrein Leeuwarden op geluidsgevoelige gebouwen, ter plaatse van de aanduiding “geluidzone - luchtvaart”;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. groenvoorzieningen;
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. wegen, straten en paden;
  • f. water;

met de daarbijbehorende:

  • g. erven en terreinen;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
6.2. Bouwregels
6.2.1. Gebouwen

Voor het bouwen van de in lid 6.1 onder a. genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 5 m bedragen.
6.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van de in lid 6.1 onder h. genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5 m bedragen.
6.3. Wijzigingsbevoegdheid
6.3.1. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

  • a. de bestemming wordt gewijzigd in de aangrenzende bestemming(en) 'Groen - Groenvoorzieningen', 'Tuin', 'Verkeer - 1' of 'Verkeer - Verblijf';
  • b. de aanduiding “karakteristiek” wordt aangebracht, indien door verbeterwerkzaamheden dan wel door veranderde inzichten een niet als karakteristiek aangeduid gebouw (weer) karakteristiek wordt.
6.3.2. Voorwaarden

Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven aan de in lid 6.3.1bedoelde wijzigingsbevoegdheden indien hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.