direct naar inhoud van Artikel 4: Agrarisch - Cultuurgrond
Plan: Aldtsjerk, Wyns en Bartlehiem 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0737.10BPI-vi01

Artikel 4: Agrarisch - Cultuurgrond

4.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch - Cultuurgrond' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. cultuurgrond;
  • b. sloten, bermen en beplanting;
  • c. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het vliegtuiglawaai van het luchtvaartterrein Leeuwarden op geluidsgevoelige gebouwen, ter plaatse van de aanduiding “geluidzone - luchtvaart”;
  • d. het tegengaan van een te hoog veiligheidsrisico van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten vanwege een risicovolle functie, ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszone - externe veiligheid";

met daaraan ondergeschikt:

  • e. paden en kavelontsluitingswegen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. water;
  • i. het recreatief medegebruik;
  • j. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. openbare nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstwerken.
4.2. Bouwregels
4.2.1. Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

4.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van de in lid 4.1 onder l. genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5 m bedragen.
4.3. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van de gronden en bouwwerken voor het opslaan van mest.
4.4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.4.1. Vergunningplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoeren:

  • a. het aanplanten van bomen en/of houtgewas, al dan niet ten behoeve van houtteelt over een oppervlakte van meer dan 100 m²;
  • b. het verharden van perceel- en/of kavelontsluitingswegen met een grotere breedte dan 4 m;
  • c. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen, niet zijnde perceel- en/of kavelontsluitingswegen, met een oppervlakte van meer dan 100 m²;
  • d. het aanleggen van verharde en halfverharde paden;
  • e. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden over een oppervlakte groter dan 1 hectare, zodanig dat er een verschil in hoogte c.q. diepte ten opzichte van het bestaande maaiveld ontstaat van meer dan 0,3 m;
  • f. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik;
  • g. het graven of dempen van watergangen, uitsluitend indien dit een wijziging van het kavelpatroon tot gevolg heeft;
  • h. het geheel of gedeeltelijk verwijderen van dykswâlen.
4.4.2. Uitzondering

Het bepaalde in lid 4.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. noodzakelijk zijn voor het aansluiten van bouwwerken op het net van openbare nutsvoorzieningen.
4.4.3. Voorwaarden

De in lid 4.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en/of natuurwaarden van de gronden.

4.5. Wijzigingsbevoegdheid
4.5.1. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van een functieverandering het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

  • a. de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming(en) 'Natuur - 1' of 'Natuur - 2', mits:
    • 1. de wijziging passend is binnen het rijks- en provinciale beleid aangaande de Ecologische Hoofdstructuur;
    • 2. de wijziging betrekking heeft op gronden die:
      • met betrekking tot de externe productieomstandigheden reeds beperkingen ondervinden en/of die landbouwkundig beperkte gebruiksmogelijkheden hebben dan wel;
      • nodig zijn voor de afronding van natuurgebieden dan wel;
      • liggen in het traject van een ecologische verbindingszone;
    • 3. rekening wordt gehouden met voorzienbare nieuwe infrastructuur, dorpsuitbreidingen en (uitbreiding van) bedrijventerrein, zoals onder meer opgenomen in de structuurvisie “Finster op romte”;
  • b. de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming 'Bos', mits:
    • 1. een afstand van ten minste 15 m ten opzichte van naastgelegen agrarische productiegronden in acht wordt genomen, indien langs de betreffende rand geen houtsingels aanwezig zijn;
    • 2. indien het een wijziging in het open landschap betreft, bosbouw tot een oppervlakte van ten hoogste 1 hectare wordt gerealiseerd.
4.5.2. Wijzigen ten behoeve van functieverbreding

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van een functieverbreding het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

  • a. de aanduiding “kampeerterrein” wordt aangebracht, mits:
    • 1. er sprake is van een bestaand kampeerterrein bij een agrarisch bedrijf, waarop wordt aangesloten;
    • 2. ten hoogste 25 kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans, per perceel worden geplaatst;
    • 3. het kamperen niet binnen de periode van 1 november tot 15 maart zal plaatsvinden;
    • 4. het kamperen direct aansluitend op de erven van de agrarische percelen zal plaatsvinden;
    • 5. sanitaire voorzieningen zoveel mogelijk zullen worden ondergebracht in de bestaande (agrarische) bebouwing;
    • 6. het perceel waarop gekampeerd zal worden op een afstand van ten minste 50 meter van geluidsgevoelige objecten is gelegen;
    • 7. het kamperen inpasbaar zal zijn in het landschap door eventueel (afhankelijk van het landschapstype, open dan wel besloten) gebruik te maken van afschermende erfbeplanting, waarbij de breedte van de erfbeplanting ten minste 5 m zal bedragen;
    • 8. de situering, de omvang en het gebruik de kleinschaligheid van het kamperen beogen;
  • b. de aanduiding “ijsbaan” wordt aangebracht;
  • c. de aanduiding “volkstuin” wordt aangebracht.
4.5.3. Wijziging ten behoeve van verruiming bestaande functie

Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van een verruiming van de bestaande functie het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

  • een aangegeven bouwvlak wordt verwijderd.
4.5.4. Voorwaarden

Burgemeester en wethouders kunnen toepassing geven aan de in de leden 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3 bedoelde wijzigingsbevoegdheden, mits:

  • a. er sprake is van een goede landschappelijke inpassing van de bebouwing en de gronden als één aaneengesloten geheel worden ingericht;
  • b. de bestaande verkeersafwikkeling niet onevenredig zal worden belast en het parkeren op het eigen terrein plaatsvindt;
  • c. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de geldende voorkeursgrenswaarde of een onherroepelijke hogere grenswaarde;
  • d. hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.