direct naar inhoud van Artikel 15 Water - Woonschepenligplaats
Plan: Kom Mijdrecht
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0736.BP005kommijdrecht-oh01

Artikel 15 Water - Woonschepenligplaats

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water - Woonschepenligplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ligplaatsen van woonschepen;
  • b. woonschepen inclusief bijgebouwen;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met daarbij behorende:

  • d. erven en tuinen;
  • e. toegangswegen en -paden;
  • f. parkeerplaatsen;
  • g. groenvoorzieningen.
15.2 Bouwregels

Op of in de in lid 15.1 bedoelde gronden mogen slechts in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

15.2.1 Bijgebouwenregeling
  • a. bij ieder woonschip mogen bijgebouwen worden gebouwd, waarvan de totale oppervlakte maximaal 33 m² mag bedragen;
  • b. de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van bijgebouwen mag niet meer dan 4 meter bedragen.
15.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. bij ieder woonschip mogen uitsluitend niet-overdekte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan:
    • 1. 7 meter voor palen en masten;
    • 2. 1 meter voor erf- en terreinafscheidingen;
    • 3. 3 meter voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
  • b. in aanvulling op het bepaalde in lid 15.2 sub f mag per woonschip één steiger worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de steiger dient evenwijdig aan de oeverlijn te worden gebouwd;
    • 2. de lengte en de breedte van de steiger mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 6 meter en 1,20 meter;
    • 3. de maximale bouwhoogte mag niet meer bedragen dan het peil (aansluitende maaiveld);
    • 4. de steiger mag de oeverlijn met niet meer dan 0,50 meter overschrijden;
    • 5. een vrije doorvaart dient mogelijk te blijven.
15.3 Nadere eisen
15.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd na afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder begrepen planologisch-stedenbouwkundige belangen en verkeersbelangen, nadere eisen te stellen, met betrekking tot:

  • a. situering van en het aantal parkeervoorzieningen;
  • b. de doorvaart en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen.
15.3.2 Voorwaarden

Alvorens nadere eisen worden gesteld, dient er vooraf advies ingewonnen te worden bij de waterbeheerder.

15.4 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van woonschepen gelden de volgende regels:

  • a. het aantal ligplaatsen voor woonschepen mag niet meer bedragen dan is aangeduid;
  • b. de lengte van een woonschip mag niet meer bedragen dan 20 meter;
  • c. de hoogte van een woonschip mag niet meer bedragen dan 4 meter, gemeten vanaf het waterpeil;
  • d. de breedte van een woonschip mag niet meer bedragen dan 6 meter;
  • e. de afstand tussen twee woonschepen dient ten minste 5 meter te bedragen;
  • f. de afstand tot de perceelsgrens van het perceel waaraan het woonschip is gelegen, dient ten minste 2,50 meter te bedragen.
15.5 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het in lid 15.4 sub d bepaalde voor een kleinere afstand tussen twee woonschepen, mits:

  • a. de afstand tussen twee woonschepen niet kleiner wordt dan 3 meter;
  • b. er vooraf advies over de brandveiligheid wordt ingewonnen bij de brandweer.