direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Het Hoge Land III, Heukelum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0733.BpHKLHogeLand3-VA01

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in:
    1. vrijstaande woningen ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand';
    2. twee-aaneengebouwde ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen';
    3. geschakelde en/of aaneengebouwde woningen ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd';
    4. gestapelde woningen ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd';
    al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep aan huis of bedrijf aan huis zoals opgenomen in milieucategorie 1 van de Lijst van bedrijven, met dien verstande dat maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de begane grond van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag worden gebruikt ten behoeve van het beroep aan huis en/of bedrijf aan huis, met een maximum van 50 m2;
  • b. tuinen en erven;
  • c. parkeervoorzieningen, waarbij de parkeernormen van toepassing zijn zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlage Parkeernormen;
  • d. waterhuishoudkundige voorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, behoudens het bepaalde in artikel 6.2.3, met dien verstande, dat per bouwperceel maximaal 1 woning is toegestaan, met uitzondering van gestapelde woningen;
  • b. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  • c. het aantal aaneen te bouwen woningen mag niet meer dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal aaneen te bouwen wooneenheden';
  • d. de voorgevel van een hoofdgebouw dient te worden gebouwd in dan wel maximaal 3 meter uit de voorgevelbouwgrens;
  • e. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt minimaal 3 meter aan beide zijden bij vrijstaande woningen en aan één zijde bij twee-aaneengebouwde en geschakelde woningen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mag de bouwhoogte van gebouwen binnen het bouwvlak niet meer bedragen dan is aangegeven op de verbeelding;
  • g. de dakhelling bedraagt minimaal 30° en maximaal 60°.
6.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. bijbehorende bouwwerken worden gebouwd op een minimale afstand van 3 meter achter de voorgevellijn;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij een hoofdgebouw bedraagt maximaal 50 m2 op de gronden buiten het bouwvlak, met dien verstande dat bij bouwpercelen met een oppervlakte van meer dan 500 m2 de maximum gezamenlijke oppervlakte van 50 m2 mag worden vermeerderd met 10% van het oppervlakte van het bouwperceel boven de 500 m2 tot een maximum van 100 m2, met inachtneming van de volgende bepaling:
    • 1. minimaal 50% van de gronden buiten het bouwvlak dient onbebouwd en onoverdekt te blijven;
  • c. de goothoogte bedraagt maximaal 3 meter;
  • d. de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 meter.
6.2.3 Bijbehorende bouwwerken tot voor de voorgevellijn

In afwijking van het bepaalde in artikel 6.2.1 onder a gelden voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken tot voor de voorgevellijn de volgende regels:

  • a. op deze gronden zijn uitsluitend erkers toegestaan;
  • b. erkers mogen niet worden gebouwd bij gestapelde woningen;
  • c. de breedte van een erker bedraagt aan de voorzijde maximaal 60% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw en aan de zijgevel maximaal 40% van de breedte van de zijgevel van het hoofdgebouw;
  • d. de maximale hoogte van een erker bedraagt het vloerpeil van de eerste verdieping van het hoofdgebouw;
  • e. de maximale diepte van de erker bedraagt 1,5 meter;
  • f. op een erker is een transparante afscheiding toegestaan, dat wil zeggen dat de afscheiding voor minimaal 80% open dient te zijn, met een hoogte van 1 meter gemeten vanaf bovenkant erker.
6.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen voor zover gelegen voor de voorgevellijn maximaal 1 meter mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 meter bedragen.
6.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het wonen in vrijstaande bijbehorende bouwwerken;
  • b. bewoning als afhankelijke woonruimte;
  • c. kamerbewoning;
  • d. seksinrichtingen.