direct naar inhoud van Artikel 44 Algemene wijzigingsregels
Plan: Buitengebied 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0733.BpBuitengebied-VA01

Artikel 44 Algemene wijzigingsregels

44.1 Algemene afwegingscriteria

Voor elke wijziging welke is opgenomen in artikel 44, met uitzondering van lid 44.4, geldt in zijn algemeenheid dat in de afweging de agrarische, landschappelijke, verkeerstechnische en milieuhygiënische belangen worden betrokken. Met het oog daarop worden in elk geval de volgende criteria in acht genomen:

  • a. er mogen geen nadelige gevolgen zijn voor de in de omgeving aanwezige waarden (ecologie, Natura2000-gebied, landschap, cultuurhistorie, archeologie en hydrologie) en functies (agrarische bedrijven, woningen en andere functies);
  • b. de bestaande infrastructuur moet voldoen en de verkeersaantrekkende werking mag niet onevenredig zijn;
  • c. parkeren dient op eigen erf plaats te vinden;
  • d. buitenopslag is niet toegestaan;
  • e. de bedrijfswoning dient te worden gehandhaafd. Er is geen mogelijkheid de bestaande woning los te koppelen van de voormalige agrarische bedrijfsgebouwen bij functieverandering. De eenheid van het erf dient te worden behouden.
  • f. aangetoond is dat de inpassing in het landschap op zorgvuldige wijze plaatsvindt;
  • g. bij een functiewijziging dienen de wettelijke bepalingen inzake externe veiligheid met betrekking tot vervoer gevaarlijke stoffen over wegen en over het spoor en met betrekking tot gasleidingen in acht te worden genomen;
  • h. bij de toepassing van de wijzigingsbevoegdheden worden de bij of krachtens,
    • 1. de Wet geluidhinder gestelde bepalingen in acht genomen;
    • 2. de Wet milieubeheer gestelde bepalingen in acht genomen;
  • i. door middel van een onderzoek is aangetoond dat er geen negatieve gevolgen ontstaan dan wel dat de wezenlijke waarden en kenmerken van de EHS niet significant worden aangetast;
  • j. de wijziging niet mag leiden tot een beperking van de ontwikkelingsmogelijkheden voor omliggende agrarische bedrijven.

44.2 Wijziging naar de bestemming 'Natuur'

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen naar de bestemming 'Natuur' ten behoeve van bos- en natuurontwikkeling of het verplaatsen van houtopstanden, met dien verstande dat:

  • a. wijziging plaats vindt met inachtneming van het provinciaal beleid inzake bos- en natuurcompensatie en de Boswet;
  • b. bij de wijziging wordt voorzien in de bescherming van de Ecologische Hoofdstructuur en de bijbehorende beschermingszones.

44.3 Wijziging (niet) agrarisch bedrijf in een andere functie

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen, voorzover het betreft agrarische of niet-agrarische bedrijfsgebouwen alsmede vrijgekomen agrarische bedrijfsbebouwing, met bijbehorende erven, wijzigen ten behoeve van:

  • a. wonen;
  • b. agrarisch verwante bedrijven;
  • c. aan het buitengebied gebonden bedrijven;
  • d. ambachtelijke bedrijvigheid en kunstnijverheid;
  • e. extensieve verblijfsrecreatie;
  • f. kleinschalige horeca die gerelateerd is aan de recreatieve functie van het buitengebied;
  • g. extensieve dagrecreatie;
  • h. zorg;
  • i. opslagbedrijven;
  • j. kleinschalige bedrijvigheid genoemd in de categorieën 1 en 2 van Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten.

Bij de wijziging gelden de volgende bepalingen:

  • het bestaande bedrijf dient geheel te worden beëindigd;
  • alle vrijgekomen bebouwing zonder karakteristieke of monumentale waarde, voor zover het betreft boventallige bebouwing, welke buiten het bereik van de na wijziging toegestane bebouwing valt, wordt afgebroken;
  • bij de maatvoering wordt zo goed mogelijk aangesloten bij de bestaande hoofdvorm;
  • de afstand tot boomgaarden dient ten minste 50 m te bedragen.
  • voor de activiteit genoemd onder a;
    • 1. mag, naast de voormalige bedrijfswoning, na sloop vervangende nieuwbouw ten behoeve van een woongebouw plaatsvinden overeenkomstig de volgende tabellen:
gesloopte oppervlakte bedrijfsgebouwen   nieuwbouw woongebouw  
0 – 500 m²   geen mogelijkheden  
500 -1.000 m²   maximaal 750 m³  
1.000 – 2.500 m²   maximaal 1.200 m³  
> 2.500   maximaal 1.600 m³  

met dien verstande, dat de oppervlakte van een nieuw woongebouw maximaal 50% mag bedragen van de oppervlakte van de gesloopte bedrijfsgebouwen;

gesloopte oppervlakte glasopstallen   nieuwbouw woongebouw  
0 - 3.500 m2   geen mogelijkheden  
3.500 - 20.000 m2   maximaal 1.200 m3  
> 20.000 m2   maximaal 1.600 m3  

    • 1. dient, indien het woongebouw een inhoud heeft van 750 m3 of meer, het aantal wooneenheden ten minste 2 te bedragen;
    • 2. dient, indien het woongebouw een inhoud heeft van 900 m³ of meer, het aantal wooneenheden ten minste 3 te bedragen;
    • 3. dient, indien het woongebouw een inhoud heeft van 1.600 m³ of meer, het aantal wooneenheden ten minste 4 te bedragen;
    • 4. mogen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd overeenkomstig de volgende tabel:

woongebouw   bijbehorende bouwwerken  
woongebouw met 2 wooneenheden   80 m² (in maximaal 1 bijbehorend bouwwerk)  
woongebouw met 3 wooneenheden   120 m² (in 1 bijbehorend bouwwerk) of 110 m² (verdeeld over 2 bijbehorende bouwwerken)  
woongebouw met 4 of meer wooneenheden   150 m² (in 1 bijbehorend bouwwerk) of 140 m² (verdeeld over 2 bijbehorende bouwwerken)  

    • 1. mag de inhoud van een in het woongebouw opgenomen wooneenheid niet minder bedragen dan 300 m³;
    • 2. mogen om landschappelijke, stedenbouwkundige dan wel economische redenen, in plaats van een woongebouw, vrijstaande woningen worden gebouwd, overeenkomstig de volgende tabel:

gesloopte oppervlakte   aantal woningen  
1.000 m² gesloopte bedrijfsgebouwen   maximaal 1  
2.500 m² gesloopte bedrijfsgebouwen   maximaal 2  

    • 1. zijn na wijziging overigens de regels voor het doel wonen van toepassing;

  • de maximale omvang van de activiteiten genoemd onder b, c, d, e, f, g, h, i en j mag niet meer bedragen dan per bedrijf en per bestemming is aangegeven in de onderstaande tabel:

type bedrijf   Omvang hergebruik binnen het plangebied, niet zijnde de bestemmingen Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden en Natuur   Omvang hergebruik binnen de bestemmingen Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden en Natuur  
agrarische verwante bedrijven   100%   100%  
aan het buitengebied gebonden bedrijven   100%   100%  
opslagbedrijven   500 m2 + 75% van de overtollige opstallen   geen mogelijkheden  
ambachtelijke bedrijven en kunstnijverheid   500 m2   500 m2  
extensieve verblijfsrecreatie   500 m2   500 m2  
kleinschalige horeca die gerelateerd is aan de recreatieve functie van het buitengebied   250 m2   250 m2  
extensieve dagrecreatie   500 m2   500 m2  
overige bedrijven   500 m2   geen mogelijkheden  
  • de genoemde maximale bedrijfsoppervlakte per hergebruikfunctie mag niet leiden tot een toename van de bebouwing. Het dient in alle gevallen te gaan om hergebruik van bestaande gebouwen. Nieuwbouw van de bedrijfsgebouwen is niet toegestaan tenzij de bestaande bebouwing ongeschikt is voor hergebruik en met een erfinrichtingsplan de nieuwe bebouwing op een verantwoorde wijze wordt ingepast. Tevens mag door nieuwbouw het bouwvolume (inhoud van de gebouwen) ten opzichte van de bestaande situatie niet toenemen;
  • detailhandel is slechts toegestaan voor kleinschalige verkoop van ter plaatse geproduceerde of streekeigen producten waarbij de detailhandelsfuncties ondergeschikt is;
  • buitenopslag is niet toegestaan.

44.4 Algemene wijziging

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:

  • a. overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein;
  • b. overschrijding van bestemmingsgrenzen en toestaan dat het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft.

De overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3 meter bedragen en het bestemmingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.