direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
Plan: Buitengebied 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0733.BpBuitengebied-VA01

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in de categorie 1 en 2 van Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten, met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afwijkende milieucategorie' uitsluitend de volgende bedrijfsactiviteiten toegestaan:
    Adres   Bedrijfsactiviteit  
    Kerkweg 3   Landbouwmechanisatiebedrijf  
    Kerkweg 5   Landbouwmechanisatiebedrijf  
    Waaldijk 89   Bedrijfsactiviteiten tot en met categorie 3.2  
    Heukelumseweg 10   Garagebedrijf  
    Achterweg 26   Gemeentewerf  
    Achterweg 56   Grondverzet- en aannemingsbedrijf voor de agrarische, bouw en infrastructuursector  
    Spijksekweldijk 35   Hondenkennel  
    Parallelweg 52   Landbouwmechanisatiebedrijf en metaalconstructiebedrijf  
    Kerkweg 1   Landbouwmechanisatiebedrijf  
    Dwarsweg 70   Loonwerkbedrijf  
    Raayweg 10   Loonwerkbedrijf  
    Spijksekweldijk 68   Metaalhandel  
    Spijksekweldijk 52   Opslag  
    Haarweg 4   Opslag  
    Landscheiding 10   Stalling en onderhoud van tenten  
    Landscheiding 5s   Transportbedrijf en schapenhandel  
    Zandsteeg 14   Transportbedrijf  
    Haarweg 2a/b/c   Tuincentrum en verkoop/opslag van vuurwerk  
    Bloklandweg 1   Het uitzenden van personeel voor de agrarische markt en opslag  
    Waaldijk 64   Installatiebedrijf, verhuur, lease en plaatsing van verplaatsbare gebouwen  
    Waaldijk 189/191   Aannemersbedrijf  
    Achterweg 57   Agrarisch hulp- en nevenbedrijf, groente- en fruittransport en bloemenwinkel.  
    Achterweg 65   Metaalbewerking  
    Leuvense kweldijk 9   Hoveniersbedrijf  
    Spijkse kweldijk 21   Aannemers- en verhuurbedrijf  
    Spijksesteeg 2a   Groothandel  
    Nieuwe Zuiderlingedijk 2   Opslag  
    Spijksesteeg 8   Hondenkennel  
  • c. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • d. nutsvoorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening';
  • e. verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg, ter plaatse van aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
  • f. productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen;
  • g. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • h. mantelzorg in de bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • i. bed & breakfast in de bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat:
    • 1. bed & breakfast niet is toegestaan in vrijstaande bijbehorende bouwwerken;
    • 2. de omvang van de bed & breakfast niet meer mag bedragen dan 2 kamers en 6 slaapplaatsen;
    • 3. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning mag worden gebruikt ten behoeve van bed & breakfast, tot een maximum van 50 m2;
    • 4. een zelfstandige wooneenheid niet is toegestaan;
    • 5. een verblijfsregister aanwezig dient te zijn.
  • j. afsluiterschema en afblaaslocatie, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afsluiterlocatie';

met de daarbijbehorende:

  • k. tuinen, erven en terreinen;
  • l. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • m. parkeervoorzieningen;
  • n. groenvoorzieningen.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd, behoudens het bepaalde in sub e;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd, met dien verstande dat indien de gronden zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' het bouwvlak maximaal tot het aangegegeven bebouwingspercentage mag worden bebebouwd;
  • c. de goothoogte van gebouwen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan is aangegeven;
  • e. gebouwen zijn buiten het bouwvlak toegestaan onder de volgende voorwaarden:
    • 1. de maximale oppervlakte van gebouwen buiten het bouwvlak bedraagt 20% van de oppervlakte van het bestaande bebouwde oppervlak per bouwvlak, tot een maximum van 375 m2;
    • 2. de minimale afstand tot de erfgrens bedraagt 3 meter;
  • f. indien de gronden zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume' mag de inhoud van de bedrijfswoning niet meer bedragen dan is aangegeven.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel maximaal 1 meter mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen ter plaatse van aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afsluiterlocatie' mag maximaal 3 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 meter bedragen.

5.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. sublid 5.2.1 sub a ten behoeve van het veranderen van de vorm van het bouwvlak, met dien verstande dat:
    • 1. het noodzakelijk is om de vorm van het bouwvlak te wijzigingen in verband met de bedrijfsvoering. Deze noodzaak blijkt uit een daartoe opgesteld bedrijfsplan;
    • 2. het bouwvlak niet mag worden vergroot;
    • 3. er sprake dient te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing door middel van een erfinrichtingsplan;
    • 4. er geen sprake is van een onevenredige aantasting van:
      • de milieusituatie;
      • de verkeersveiligheid;
      • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
      • het landschaps- en bebouwingsbeeld;
      • de ecologische waarden en kenmerken van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'ehs - natuur' en 'weidevogelgebied';
  • b. sublid 5.2.1 sub c ten behoeve van het verhogen van de goothoogte, met dien verstande dat:
    • 1. de goothoogte niet meer bedraagt dan 6 m;
    • 2. aangetoond is dat de verhoging van de goothoogte noodzakelijk is in het kader van een doelmatige bedrijfsvoering;
    • 3. omliggende waarden door de verhoging van de goothoogte niet onevenredig worden aangetast, waartoe in ieder geval onderzoek dient plaats te vinden naar stedenbouwkundige en landschappelijke waarden;
  • c. sublid 5.2.1 sub d ten behoeve van het verhogen van de bouwhoogte, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 10 m;
    • 2. aangetoond is dat de verhoging van de bouwhoogte noodzakelijk is in het kader van een doelmatige bedrijfsvoering;
    • 3. omliggende waarden door de verhoging van de bouwhoogte niet onevenredig worden aangetast, waartoe in ieder geval onderzoek dient plaats te vinden naar stedenbouwkundige en landschappelijke waarden;
  • d. sublid 5.2.1 sub e ten behoeve van het uitbreiden het bebouwde oppervlak van bedrijven, welke niet grenzen aan de bestemmingen 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' en 'Natuur', met dien verstande dat:
    • 1. de uitbreiding niet meer mag bedragen dan 40% van de bestaande bebouwde oppervlakte tot een maximum van 500 m2;
    • 2. indien de bestaande bebouwde oppervlakte meer bedraagt dan 500 m2, dan mag de uitbreiding van de bebouwde oppervlakte niet meer bedragen dan:
      • 30% van de eerste 500 m2;
      • 10% van het resterende bebouwde oppervlak;
  • e. sublid 5.2.1 sub e.2 ten behoeve van het verminderen van de afstand tot de erfgrens, mits de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden niet onevenredig worden geschaad en er geen sprake is van een onevenredige aantasting van het landschap- en bebouwingsbeeld;
  • f. sublid 5.2.1 sub e ten behoeve van het tijdelijk vergroten van het bouwvlak ten behoeve van het uitoefenen van mantelzorg in bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning, met dien verstande dat:
    • 1. er aantoonbaar behoefte bestaat aan mantelzorg in verband met medische, psychische en/of sociale omstandigheden, in welk kader een indicatie voor mantelzorg aanwezig is;
    • 2. de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van mantelzorg niet meer dan 80 m2 mag bedragen;
    • 3. de inhoud van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van mantelzorg niet meer dan 200 m3 mag bedragen;
    • 4. de vrijstaande of aangebouwde bijbehorende bouwwerken constructief en functioneel ondergeschikt zijn aan de bedrijfswoning;
    • 5. het vrijstaande bijbehorende bouwwerk achter de achtergevel en het verlengde daarvan van de bedrijfswoning moet worden gesitueerd;
    • 6. de afstand van de achtergevel van de bedrijfswoning tot de voorgevel van het vrijstaande bijbehorende bouwwerk niet meer dan 15 m mag bedragen, tenzij de inrichting van het perceel het niet mogelijk maakt om het vrijstaande bijbehorende bouwwerk binnen deze afstand te plaatsen;
    • 7. parkeren op eigen terrein plaatsvindt en er geen tweede inrit aangelegd wordt;
    • 8. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    • 9. indien er sprake is van een tijdelijke woonunit dient deze te worden verwijderd indien de noodzaak voor mantelzorg is vervallen.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. geluidszoneringsplichtige inrichtingen;
  • b. wonen;
  • c. detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel als bedoeld in lid 5.1 sub f en ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • d. seksinrichtingen;
  • e. buitenopslag.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Bedrijfsactiviteiten

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.1 sub a ten behoeve van de uitoefening van bedrijfsactiviteiten die, hoewel gelet op de milieubelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de bedrijfsactiviteiten als bedoeld in 5.1 sub a, niet in Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten worden genoemd, met dien verstande dat:

  • a. de functies detailhandel en horeca niet zijn toegestaan;
  • b. bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling dienen te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.

5.5.2 Afwijkende milieucategorie

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.1 sub b ten behoeve van het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten die staan vermeld in categorie 1 en 2 van Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten, met dien verstande dat:

  • a. de functie detailhandel niet is toegestaan;
  • b. het gebruik geen nadelige invloed mag hebben op de verkeersafwikkeling, casu quo niet onevenredig veel extra verkeer wordt aangetrokken.

5.5.3 Uitbreiding bed & breakfast

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 5.1 sub i ten behoeve van het uitbreiden van de omvang van bed & breakfast, met dien verstande dat:

  • a. de omvang niet meer mag bedragen dan 4 slaapkamers met 10 slaapplaatsen;
  • b. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning mag worden gebruikt ten behoeve van bed & breakfast;
  • c. er sprake is van voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein.

5.6 Wijzigingsbevoegdheid
5.6.1 Verplaatsen en/of concentreren van bouwvlakken

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het verplaatsen en/of concenteren van bouwvlakken binnen het bestemmingsvlak, met dien verstande dat:

  • a. de bouwvlakken zijn gelegen binnen hetzelfde bestemmingsvlak;
  • b. het bouwvlak niet mag worden vergroot;
  • c. er sprake is van een verbetering van de stedenbouwkundige kwaliteit;
  • d. er geen sprake is van een onevenredige aantasting van:
    • 1. de milieusituatie;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    • 4. het landschaps- en bebouwingsbeeld.