direct naar inhoud van Artikel 23 Algemene aanduidingsregels
Plan: Vlissingen bestemmingsplan Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0718.bpbuitengebied-vg99

Artikel 23 Algemene aanduidingsregels

23.1 Geluidzones

Binnen de op de verbeelding voor zone industrielawaai aangeduide gronden is het bouwen van nieuwe gebouwen met een geluidsgevoelige bestemming, in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk 2 in dit plan, uitsluitend toegestaan, indien is gebleken dat de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van de gebouwen met deze geluidsgevoelige bestemmingen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.

23.2 Veiligheidszone munitiedepot
23.2.1 Beperkingen

In aanvulling op het bepaalde in dit plan gelden de volgende beperkingen:

  • a. binnen de op de verbeelding aangegeven veiligheidszone van 400 meter (zone A) zijn geen bebouwing, geen openbare wegen, personenspoorwegen en druk bevaren waterwegen, geen parkeerterreinen en geen recreatie toegestaan;
  • b. binnen de op de verbeelding aangegeven veiligheidszone van 600 meter (zone B) zijn geen hoofdverkeerswegen, geen gebouwen, waarin zich regelmatig personen bevinden (woningen, winkels, kantoren, werkplaatsen, cafĂ© e.d.) en geen grote aantallen recreanten, sportvelden, jachthavens, zwembaden, kampeerterreinen e.d. toegestaan;
  • c. binnen de op de verbeelding aangegeven veiligheidszone van 1200 meter (zone C) zijn geen gebouwen met een vlies- of gordijngevelconstructie en geen gebouwen met zeer grote glasoppervlakten, waarin zich als regel een groot aantal personen bevindt, toegestaan;
  • d. de beperkingen, genoemd onder b, gelden eveneens voor de veiligheidszone, genoemd onder a;
  • e. de beperkingen, genoemd onder c, gelden eveneens voor de veiligheidszones, genoemd onder a en b;
  • f. binnen de op de verbeelding aangegeven veiligheidszones A, B en C geldt ten aanzien van aard en gebruik van objecten, dat bedrijven of activiteiten, die niet verenigbaar zijn met munitieopslag, zoals de opslag van brandgevaarlijke vluchtige stoffen in bovengrondse reservoirs, niet zijn toegestaan.