Plan: | Kom Koudekerke |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0717.0029BPKdKAp-VG01 |
Beleid en normstelling
Op 1 september 2007 is een wijziging van de Monumentenwet 1988 in werking getreden, de Wet op de archeologische monumentenzorg (WAMZ). Een belangrijk uitgangspunt, is dat het behoud in situ (op de oorspronkelijke plaats) voorgaat op het behoud ex situ (opgraven en bewaren in depot). Van belang is dat door middel van vooronderzoek tijdig inzicht wordt verkregen in de archeologische waarden van een gebied, zodat deze bij beoogde planontwikkelingen kunnen worden betrokken. Voor de ruimtelijke ordening is een belangrijke bepaling dat de wet niet van toepassing is op projecten met oppervlakte kleiner dan 100 m²; de gemeenteraad kan een hiervan afwijkende andere oppervlakte vaststellen.
Op 23 april 2009 heeft de gemeenteraad de 'Nota Archeologische Monumentenzorg Walcheren, evaluatie 2008' (NAMW 2008) vastgesteld. Het beleid dat daarin is geformuleerd heeft tot doel de regeling in het bestemmingsplan eenvoudiger te maken en vooral meer op de praktijk toe te snijden. In het archeologiebeleid wordt onderscheid gemaakt tussen AMK-gebieden (beschermde monumenten, historische plaatsen, vindplaatsen met vastgestelde begrenzingen op basis van onderzoek, vindplaatsen als puntlocaties op basis van (voornamelijk) vondstmeldingen) en de verwachtingsgebieden. Op basis hiervan zijn vier verschillende archeologische verwachtingszones onderscheiden.
Figuur 3.1. Fragment Archeologische beleidsadvieskaart gemeente Veere
Het archeologiebeleid met de nieuwe van archeologisch onderzoek vrij te stellen maten bij bodemverstoringen is weergegeven in tabel 3.1.
Tabel 3.1. Archeologiebeleid gemeente Veere
Toetsing en beoordeling
Het voorliggend bestemmingsplan is een beheersplan en leidt derhalve niet direct tot bouwactiviteiten. Het plangebied is grotendeels aangewezen zone met een hoge en middelhoge archeologische verwachting. De dorpskern heeft een hogere archeologisch waardering. Dit deel van het plangebied is aanwezen als een AMK-terrein. Verspreid over het plangebied liggen archeologische vindplaatsen.
Bij ruimtelijke plannen dient rekening te worden gehouden met het in tabel 3.1. vermelde archeologiebeleid en de daarin aangegeven drempelwaarden waaronder geen onderzoek is vereist in geval van nieuwe bouwplannen en ontwikkelingen.
Conclusie
De dorpskern heeft een archeologische verwachtingszone en is aangeduid als een AMK-terrein. Bij bodemingrepen in dit gebied die dieper gaan dan 0,4 meter en een oppervlakte beslaan van 60 m2 of meer is archeologisch onderzoek nodig. Dit is in voorliggend bestemmingsplan vastgelegd door middel van de dubbelbestemming Waarde-Archeologie.
Voor de wijze waarop met de ontwikkeling aan de Biggekerksestraat wordt omgegaan met het aspect archeologie wordt verwezen naar bijlage 3.