Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kom Serooskerke
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0717.0024BPSrkAp-VG01

3.4 Water

Deze waterparagraaf is overeenkomstig het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) opgesteld. Deze vormt de schriftelijke weerslag van de vereiste watertoets en geeft inzicht in de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van waterschapScheldestromen, verantwoordelijk voor het waterkwaliteits- en waterkwantiteitsbeheer. De waterparagraaf is voorgelegd aan de waterbeheerder. Het wateradvies is opgenomen in bijlage 6. Dit bestemmingsplan heeft in hoofdzaak een consoliderend karakter. In het plangebied zijn geen grote en ingrijpende wijzigingen in de bebouwing en infrastructuur voorzien. Voor zover er wel wijzigingen plaats vinden in het plangebied in de bebouwing en infrastructuur geeft de watertoets de randvoorwaarden waaraan voldaan moet worden.
 
Bestaande situatie waterhuishouding Serooskerke
Algemeen
Het plangebied wordt gekenmerkt door een gering oppervlak oppervlaktewater. Enkel de watergangen aan de oost- en noordzijde van Serooskerke zijn in het gebied beschikbaar als oppervlaktewater. De ontwatering van het gebied vindt plaats via sloten, onder andere rondom het sportpark, welke het water in zuidelijke richting afvoeren. Het plangebied maakt onderdeel uit van de afwateringseenheid Walcheren Centraal behorende tot de Polder Walcheren. Het oppervlaktewater wordt afgevoerd in zuidelijke richting en via een stelsel van hoofdwatergangen uitgemalen op het Kanaal door Walcheren (via het gemaal Boreel te Middelburg). Ten behoeve van regulering van de waterafvoer zijn er diverse stuwen aanwezig.
 
Gezien het geringe oppervlak aan water in het plangebied zal het hemelwater dat in dit gebied valt, zijn weg zoeken naar het grondwater of wordt afgevoerd via de gemeentelijke riolering. In de kern komt wateroverlast weinig voor en is er nauwelijks risico voor inundatie. Als er water op straat optreedt, is dit het gevolg van onvoldoende mogelijkheden tot afvoer vanuit de riolering. 
  
Waterplan Veere
In het waterplan van Veere (2007) zijn de volgende doelstellingen geformuleerd: 
  • een veerkrachtig en duurzaam watersysteem; 
  • een optimaal functionerende waterketen;
  • een effectieve waterorganisatie.
De algemene doelen zijn concreter uitgewerkt in een aantal streefbeelden. De streefbeelden zijn gekoppeld aan verschillende soorten water. Op basis van alle beschikbare informatie zijn vervolgens maatregelen geformuleerd om invulling te geven aan de streefbeelden en doelstellingen. Het maatregelenpakket is in hoofdzaak gebaseerd op de kansen en knelpunten die zijn gesignaleerd. Voor Serooskerke zijn de volgende maatregelen opgesteld. 
  • omdraaien stromingsrichting waterlopen om druk te verlagen;
  • Opschonen waterloop in combinatie met rioleringswerkzaamheden;
  • Monitoren doorgetrokken verbinding (duiker) van waterloop tot wateroverlastlocatie volgens oorsponkelijke tracé waterloop;
  • Verbinding realiseren waterpartij Welgelegen met nabijgelegen waterlopen ter verbetering en handhaving waterkwaliteit Welgelegen na onderzoek naar nut en noodzaak;
  • Bij overdracht van de Oostkapelseweg naar gemeente (na realisatie N57) verbeteren van afvoer neerslag in  combinatie met waterpartij Welgelegen en onderzoek naar kwaliteit afstromend hemelwater.
 
Riolering
Het rioleringsstelsel in Serooskerke voldoet aan de zogenaamde basisinspanning voor milieumaatregelen: de maatregelen uit het Gemeentelijk Rioleringsplan (2005) voor dit gebied zijn uitgevoerd. De kern Serooskerke heeft een gemengd vrijvervalstelsel.
 
Waterkwaliteit
Door het waterschap is in haar waterbeheersplan gesteld dat de kwaliteit van het grondwater minimaal voldoende moet zijn om de algemene ecologische functie te vervullen. Dit ecologische ambitieniveau is gedefinieerd als een zodanige toestand, dat zich in het watersysteem een normaal functionerend ecosysteem kan ontwikkelen. Voor het bebouwde gebied van de gemeente Veere is momenteel weinig inzicht in de bestaande waterkwaliteit. Om dit in beeld te brengen kan gebruik worden gemaakt van de indicatieve beoordelingsmethode waterkwaliteit van het waterschap. Het uitvoeren van deze beoordeling en het formuleren van maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit is één van de onderzoeksopgaven die in het gemeentelijk waterplan (2007) zijn gedefinieerd voor de komende periode.
 
Waterkansenkaarten provincie Zeeland
In het kader van de afstemming met de ruimtelijke ordening zijn in het Omgevingsplan van de provincie Zeeland waterkansenkaarten opgesteld voor onder andere stedelijke functies. Deze kaarten zijn beschikbaar via de provinciale website. Aan deze kaart zijn voor het plangebied de volgende gegevens te ontlenen. 
  • De ondergrond van Serooskerke bestaat uit zware en lichte schorren en veengronden aan de zuidoost- en zuidwestzijde van de kern. 
  • Het centrale gedeelte van Serooskerke op de voormalige kreekrug is niet zettingsgevoelig. De randen van Serooskerke aan de oost- en westzijde zijn matig tot sterk zettingsgevoelig. 
  • In het centrale gedeelte van Serooskerke op de voormalige kreekrug zijn mogelijkheden tot infiltratie. De randen van Serooskerke aan de oost- en westzijde bieden geen mogelijkheden tot infiltratie. 
  • Het gebied zelf staat niet onder invloed van zoute kwel.
  • In het centrale gedeelte van Serooskerke op de voormalige kreekrug komt matige tot sterke zoetwaterbelvorming voor. 
  • Het centrale gedeelte van Serooskerke op de voormalige kreekrug is geschikt voor uitbreiding van de bebouwing . De randen van Serooskerke aan de oost- en westzijde zijn minder geschikt voor uitbreiding van de bebouwing. 
  • Serooskerke ligt grotendeels in een gebied dat vanuit het oogpunt van water weinig aandacht vraagt.
 
Indicatieve ontwerprichtlijnen en toetsingscriteria
Veiligheid
nvt
 
Wateroverlast
In de kern Serooskerke zijn geen gevallen van wateroverlast bekend.
 
Riolering
Bij vervanging van de riolering zal beoordeeld worden of de aanleg van een gescheiden stelsel mogelijk is uit het oogpunt van waterkwaliteit en -kwantiteit. Indien zich nieuwe ontwikkelingen in het plangebied voordoen, wordt een gescheiden stelsel aangelegd.
 
Watervoorziening
Aanvulling van het grondwater met zoet water door middel van infiltratie in de bodem is gezien de huidige bodemsamenstelling niet overal mogelijk. Met technische maatregelen, zoals bijvoorbeeld de aanleg van een Infiltratie- en Transportriolering in combinatie met een grindkoffer, is infiltratie van hemelwater eventueel wel mogelijk. Bij nieuwe ontwikkelingen zal onderzocht worden of dergelijke voorzieningen aangelegd kunnen worden voordat oppervlaktewater/berging aangeleg moet worden.
 
Volksgezondheid
De wijze waarop nu met afval- en hemelwater wordt omgegaan levert enkel risico op voor de volksgezondheid bij riooloverstorten. De hiervoor nodige maatregelen worden uitgevoerd in het kader van het rioleringsplan. Er zijn 5 overstorten in het plangebied aanwezig (Oostkapelseweg 2x, De Meijstraat, Vlasstraat, Bisschopstraat).
 
Bodemdaling
De randen van het plangebied bestaat uit een sterk zettingsgevoelige ondergrond. Risico's ten aanzien van bodemdaling zullen daarom bij ontwikkelingen telkens beoordeeld moeten worden.
 
Grondwateroverlast
In de kern Serooskerke zijn geen gevallen van grondwateroverlast bekend.         
       
Oppervlaktewater
In het gebied is weinig oppervlaktewater aanwezig. Of de ruimte voor water voldoende is om op de steeds intensievere buien voorbereid te zijn, zal moeten blijken uit nadere onderzoeken. Nieuw verhard oppervlak moet gecompenseerd worden, door meer oppervlakte water of waterberging. Indien dit niet mogelijk is biedt het gemeentelijk beleid de mogelijkheid om deze verplichting af te kopen.
 
Grondwaterkwaliteit
De grondwaterkwaliteit levert op dit moment geen problemen op.
 
Verdroging
Toevoeging van hemelwater aan de bodem zal (wanneer dit voorkomt) de verdroging verminderen.
 
Natte natuur
Het gebied is niet verbonden met een gebied met de functie natte natuur.
 
Conclusie
Uit deze beschrijving van de waterhuishouding en de toetsing aan de richtlijnen en criteria komen geen directe consequenties naar voren voor de bestemmingsregeling van voorliggend plangebied. Voor wat betreft de eventuele mogelijke noodzaak aan extra ruimte voor water wordt opgemerkt dat binnen alle bestemmingen voorzieningen voor waterberging mogelijk zijn.