Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Kom Serooskerke
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0717.0024BPSrkAp-VG01

3.2 Externe veiligheid

Algemeen
Bij het mogelijk maken van nieuwe gevoelige functies is het aspect externe veiligheid van belang. Dit aspect speelt vooral een rol bij ruimtelijke plannen voor locaties waarbij: 
  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of via leidingen plaatsvindt; 
  • risicovolle bedrijven zich in de directe omgeving bevinden (bedrijven waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van toepassing is).
Normstelling
In het externe veiligheidsbeleid wordt gewerkt met normen die zijn gebaseerd op kansen. De normstelling is voorts afhankelijk van de aard van het te beschermen object. In het externe veiligheidbeleid wordt onderscheid gemaakt tussen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Kwetsbare objecten zijn gebouwen en terreinen waar zich in de regel gedurende een groot deel van de dag veel personen bevinden. Een woning is aan te merken als een kwetsbaar object.
In het externe veiligheidsbeleid wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken) en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.
 
Op grond van de provinciale beleidsvisie Externe Veiligheid (mei 2005) en het gemeentelijke milieubeleid is bij ruimtelijke plannen geen uitgebreide verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk wanneer: 
  1. de geplande (kwetsbare) objecten buiten het invloedsgebied liggen (dan is er geen groepsrisico), of 
  2. het een enkel (kwetsbaar) object in een nagenoeg maagdelijke omgeving betreft (dan is het groepsrisico zeer laag), of 
  3. het een enkel (kwetsbaar) object in een al zeer volle omgeving betreft, waardoor het effect op het groepsrisico marginaal is.
 
Als de risicosituatie niet voldoet aan de hiervoor genoemde voorwaarden a, b of c, is een uitgebreide verantwoording van het groepsrisico vereist. Hierbij moet aandacht worden besteed aan de aspecten zelfredzaamheid van personen, beheersbaarheid van het ongeval en de resteffecten die overblijven zelfs als alle redelijkerwijs te treffen maatregelen zijn getroffen.
 
Vervoer gevaarlijke stoffen
In de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (2010) is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen opgenomen. In deze circulaire is zoveel mogelijk aangesloten bij ander geldend externe veiligheidsbeleid (Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI)). De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik. In 2010 is ook het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen over water vastgesteld. In het Basisnet wordt voor alle rijkswegen, hoofdvaarwegen en spoorwegen een risicoplafond, dus hoeveel risico er maximaal mag zijn, vastgesteld voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Daarnaast wordt beschreven welke ruimtelijke ontwikkelingen wel en niet zijn toegestaan in het gebied tot 200 m vanaf de infrastructuur.
Het basisnet water kent geen externe veiligheidsknelpunten nu en (behoudens de Westerschelde) in de toekomst met een tijdshorizon van 2030.  
 
Onderzoek
Bedrijven
In Serooskerke bevindt zich één risicovolle bedrijf, het benzinestation Gulf met verkoop van LPG aan de Vrouwenpolderseweg (bron: www.risicokaart.nl). Voor iedere risicovolle installatie geldt een risicocontour, plaatsgebonden risico, die aangeeft hoe groot in de omgeving de overlijdenskans is door een ongeval met een betreffende risicobron. Binnen de contour is het risico groter, buiten de contour is het risico kleiner.
Het benzinestation bestaat uit een vulpunt LPG (10-6-contour plaatsgebonden risico volgens www.risicokaart.nl: 45 meter) en een LPG-afleverinstallatie (10-6-contour plaatsgebonden risico  volgens www.risicokaart.nl: 15 meter). 
 
Door de rijksoverheid wordt geadviseerd om bij het vaststellen van een conserverend bestemmingsplan, waarbij binnen 110 respectievelijk 45 meter vanaf het vulpunt van een LPG-tankstation geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, de bestaande situatie positief te bestemmen, mits de afstanden tussen het LPG-tankstation en een kwetsbaar object groter zijn dan de afstanden uit tabel 2 (10-5) en tabel 2a (10-6 voor bestaande situaties) van bijlage 1 bij de Revi. Deze anticipatie op de nieuwe afstanden kan in de toelichting bij het bestemmingsplan worden gemotiveerd door te stellen dat het kwetsbare object in kwestie en het tankstation reeds aanwezig zijn en door te verwijzen naar artikel 2, vijfde lid, van de Revi.
 
In dit bestemmingsplan is een Veiligheidszone - LPG opgenomen met een afstand van 45 vanaf het vulpunt en 15 meter vanaf de LPG-afleverinstallatie. Binnen deze zone zijn geen nieuwe geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan. Binnen deze zone bevinden zich nog wel twee bestaande woningen van derden, die als kwetsbaar object gezien moeten worden. In dergelijke gevallen moeten de afstanden tussen het LPG-tankstation en een kwetsbaar object groter zijn dan de afstanden uit tabel 2 (10-5) en tabel 2a (10-6 voor bestaande situaties) van bijlage 1 bij de Revi. Uit deze tabellen blijkt dat in dit geval een afstand van 25 meter vanaf het vulpunt aangehouden moet worden tot een kwetsbaar object. Aan deze afstand kan worden voldaan
 
Groepsrisico
Met behulp van het document Groepsrisico bij LPG-tankstations (RIVM, 22 mei 2007) is het groepsrisico bepaald. Het document kan gebruikt worden voor een conservatieve en snelle beoordeling van het groepsrisico bij een standaard LPG-tankstation. Het is opgesteld als hulpmiddel voor het bevoegd gezag en is in overeenstemming met de Wijziging Regeling externe veiligheid inrichtingen van 1 juli 2007.
 
Met behulp van de plattegrond van het gebied en de bijbehorende bevolkingsgegevens is de personendichtheid (hoeveel mensen er aanwezig zijn per hectare) bepaald tussen de contour voor het plaatsgebonden risico (PR) van 10-6/jaar (uit Wijziging Regeling externe veiligheid inrichtingen) en een cirkel met een straal van 150 meter vanaf het LPG-tankstation. Deze waarde is vergeleken met de waarde uit tabel 1 van het document Groepsrisico bij LPG-tankstations (RIVM, 22 mei 2007). Voor de volledigheid moet nog vermeld worden dat de oriëntatiewaarde geen grenswaarde, maar een richtwaarde is. Het bevoegd gezag dient zelf aan te geven welk groepsrisico zij aanvaardbaar acht (verantwoordingsplicht).Bij het tankstation aan de Vrouwenpolderseweg zouden volgens deze tabel maximaal 49 personen per hectare continue aanwezig mogen zijn.
 
In dit geval is het groepsrisico berekend in een gebied tussen de 45 meter en 150 meter vanaf het LPG-tankstation. Dit is een gebied van 6,4 hecate. Er zijn 70 woningen in dit gebied aanwezig. Uitgaande van 2,4 personen (kengetal voor personendichtheid woning) betekent dit 168 personen die continue aanwezig zijn in het gehele gebied. Dit zijn 26 personen per hectare. Deze waarde ligt onder de richtwaarde van 49 personen per hectare. Het groepsrisico is daarmee aanvaarbaar.
 
In het plangebied bevinden zich verder geen risicovolle inrichtingen, als bedoeld in het Bevi en er zullen ook geen risicovolle inrichtingen, als bedoeld in het Bevi (meer) worden toegestaan. Dit is in de planregels vastgelegd.
 
N57
De N57 bij Serooskerke maakt onderdeel uit van het Basisnet weg. Het plangebied grenst aan de Rijksweg N57. De Rijksweg N57 is aangewezen als transportroute voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Uit " Bijlage 5. – Tabel afstanden en vervoerscijfers Basisnet weg"  van de "Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (2010)" blijkt dat de Veiligheidszone gemeten vanaf het midden van de weg voor de N57 ter hoogte van Serooskerke 0 meter bedraagt. Er zijn geen aanvullende acties nodig in het kader van het basisnet.