direct naar inhoud van Artikel 31 Waterstaatwerken
Plan: Buitengebied Veere
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0717.0016BPBgbAp-VG01

Artikel 31 Waterstaatwerken

31.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. De voor 'Waterstaatwerken' aangewezen gronden zijn primair bestemd voor de waterkering en de waterbeheersing, alsmede ter plaats van de aanduiding 'verkeer' voor verkeersdoeleinden indien dit uit oogpunt van de waterstaatsbelangen toelaatbaar is, met dien verstande dat wegen uit ten hoogste twee rijstroken mogen bestaan;

alsmede:

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'sluis': een sluis;
  • c. ter plaatse van aanduiding 'specifieke vorm van horeca – strandpaviljoen': uitsluitend een horecavestiging in de vorm van een strandpaviljoen;
  • d. ter plaatse van aanduiding 'specifieke vorm van waterstaat - opslag tbv onderhoud waterschap': uitsluitend een steunpunt voor opslag van weg- en waterbouwmaterialen en grond;
  • e. ter plaatse van aanduiding 'specifieke vorm van waterstaat - sluisdeurenopslag': een sluisdeuren opslagplaats;
  • f. ter plaatse van aanduiding 'specifieke vorm van waterstaat - vuurtoren': uitsluitend een vuurtoren;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal hoofdbadposten': maximaal het aantal aangeduide hoofdbadposten.
31.2 Bouwregels
31.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
31.2.2 Gebouwen
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca – strandpaviljoen' gelden de volgende regels:
    • 1. gebouwen en overkappingen worden gebouwd in het bouwvlak;
    • 2. de oppervlakte van een strandpaviljoen mag niet meer bedragen dan 300 m2;
    • 3. in aansluiting op een strandpaviljoen is een terras toegestaan met een oppervlakte van maximaal 300 m2;
    • 4. de bouwhoogte van een strandpaviljoen mag ten hoogste 6 meter bedragen, met dien verstande dat beneden de vloerhoogte slechts bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, zonder wanden zijn toegestaan;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waterstaat - sluisdeurenopslag': een sluisdeuren opslagplaats;
  • c. de oppervlakte van de opslagloods ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waterstaat - sluisdeurenopslag' mag ten hoogste 230 m2 bedragenen de bouwhoogte ten hoogste 4,5 meter;
  • d. de oppervlakte van een hoofdbadpost mag niet meer bedragen dan 100 m2;
  • e. de bouwhoogte per hoofdbadpost mag niet meer bedragen dan 6 meter.
31.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 2 meter;
  • b. ter plaatse van de “specifieke vorm van waterstaat - vuurtoren" bedraagt de bouwhoogte ten hoogste 6 meter.
31.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 31.2.3 onder a tot een hoogte van maximaal 10 meter.