direct naar inhoud van Bijlage 9 Externe veiligheid
Plan: De Tienden II
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0717.0006BPTien2ZldUp-VG01

Bijlage 9 Externe veiligheid

9.1 Conclusie

Het aspect externe veiligheid, in het bijzonder het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Westerschelde, vormt geen belemmering voor de beoogde uitbreiding van woongebied De Tienden II.

9.2 Normstelling en beleid

Bij het mogelijk maken van nieuwe gevoelige functies is het aspect externe veiligheid van groot belang. Bij ruimtelijke plannen heeft dit betrekking op:

  • vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of via leidingen;
  • bedrijven in de directe omgeving waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid.

In het plangebied en omgeving vinden dergelijke relevante bedrijfsactiviteiten niet plaats. Het transport van gevaarlijke stoffen met scheepvaartverkeer over de Westerschelde brengt echter risico's met zich mee.

De 10-6 plaatsgebonden risicocontour (PR) geeft een kans van één op een miljoen per jaar weer dat een individu komt te overlijden als gevolg van een groot ongeval bij het transport over de vaarroute Westerschelde. Het groepsrisico (GR) geeft, gelet op het aantal mensen dat in de buurt verblijft, de kans aan dat een groep personen overlijdt ten gevolge van een ongeval bij bedoeld transport. De norm voor het plaatsgebonden risico is een grenswaarde en mag niet worden overschreden. De norm voor het groepsrisico is een "oriënterende waarde" waarvan, mits voldoende gemotiveerd, afgeweken mag worden.

Op grond van de provinciale beleidsvisie Externe Veiligheid (mei 2005) is bij ruimtelijke plannen geen uitgebreide verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk wanneer:

  • a. de geplande (kwetsbare) objecten buiten het invloedsgebied liggen (dan is er geen groepsrisico), of;
  • b. het een enkel (kwetsbaar) object in een nagenoeg maagdelijke omgeving betreft (dan is het groepsrisico zeer laag)8, of;
  • c. het een enkel (kwetsbaar) object in een al zeer volle omgeving betreft, waardoor het effect op het groepsrisico marginaal is9.

Pas als de risicosituatie niet voldoet aan de hiervoor genoemde voorwaarden a, b of c, vereist de provincie een uitgebreide verantwoording van het groepsrisico, waarbij aandacht wordt besteed aan de criteria zelfredzaamheid, beheersbaarheid en resteffecten.

9.3 Vervoer gevaarlijke stoffen Westerschelde

Risico-inventarisatie

Het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Westerschelde brengt risico's met zich mee die zich uitstrekken tot ver over het grondgebied van (onder andere) de gemeente Veere. Om deze risico's in kaart te brengen zijn risicoanalyses uitgevoerd (onder andere Actualisatie Risicoanalyse (Wester)Schelde; Det Norske Veritas, juni 2004).

Bij ontwikkelingsplannen die binnen het invloedsgebied liggen dient daarom rekening te worden gehouden met het groepsrisico. Afhankelijk van de invulling van ontwikkelingsplannen en de hoogte van het groepsrisico is voor de ontwikkelingsplannen binnen het invloedsgebied een verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk. Aangezien dit voor alle ontwikkelingsplannen langs de oevers van de Westerschelde geldt, is besloten om een project op te zetten, met als doelstelling te komen tot een eenmalige afweging van het groepsrisico ten gevolge van het transport van gevaarlijke stoffen over de Westerschelde, ten behoeve van lokale bouwplannen. Dit project heeft geleid tot het rapport "Eenmalige afweging Groepsrisico" (2007,A-R0562/B, TNO, juni 2007).


Stappenplan verantwoording Groepsrisico
Stap 1: Ligt het plan binnen het invloedsgebied.
Stap 2: Is het groepsrisico hoger dan 10% van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico:
Trek een vierkant van 1 bij 1 km om het plan waarbij het plan in principecentraal wordt genomen in het vierkant, met die toevoeging dat het vierkant wel zo dicht mogelijk bij de vaargeul wordt genomen (maar wel helemaal op het land) en andere relevante bevolking ook zo veel mogelijk wordt meegenomen.
Ga met behulp van de bevolkingsdichtheden per ha. na hoeveel bevolking er aanwezig is in het gebied na realisering van het plan. Tel hier ook toeristen bij op.
Indien het aantal aanwezigen hoger is dan 2500 personen per km², dan is uitvoering van stap 3 noodzakelijk.
Stap 3: Neemt het groepsrisico met meer dan 10% toe: ga na of ten gevolge van het ontwikkelingsplan, en eventuele andere ontwikkelingsplannen in het gebied, de bevolkingsdichtheid in het gebied met meer dan 10% toeneemt. Zo ja: een uitgebreide verantwoording van het groepsrisico is vereist.
Stap 4 Ga na welke risicoreducerende maatregelen kunnen worden toegepast. Gebruik hiervoor de checklist uit het rapport (bijlage 1). In het rapport is een overzicht gegeven van mogelijke risicoreducerende maatregelen.
Stap 5 Is één van de volgende motieven voor een acceptatie van een hoger risico van toepassing:
Het opvullen van kleine open gaten of vervangende nieuwbouw in bestaand stedelijk gebied.
Een voor de specifieke locatie belangrijke ontwikkeling.
Een situatie waarbij anders de externe veiligheidsproblematiek (elders) zou toenemen.
Uitwerking van deze stap zal door de gemeente moeten worden gedaan.
 

Voor de toetsing en uitwerking van het groepsrisico(een eenvoudigere uitwerking van de (provinciale) criteria a, b en c op ) is een stappenplan uitwerkt (zie tekstkader).

Toetsing uitbreiding De Tienden II

De gehele kern Zoutelande, dus ook het plangebied voor de beoogde uitbreiding van het woongebied De Tienden II, valt binnen het invloedsgebied van de Westerschelde (stap 1). De kern Zoutelande had op 1 januari 2008 1526 inwoners. Na realisering van de beoogde 60-65 woningen en 12 PG-woningen zal dit toenemen met gemiddeld 185 personen (2,4 personen per woning).

Het aantal aanwezigen in de kern zal na realisering van de woningbouw niet hoger zijn dan 2500 personen (stap 2). Stap 3 is niet noodzakelijk, de toename van het groepsrisico kan als marginaal worden beschouwd. Een uitgebreide verantwoording is derhalve niet aan de orde.