Plan: | Veere Dishoek |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0717.0005BPDishkKdkAp-VG01 |
Het voorontwerpbestemmingsplan Dishoek heeft ingevolge de inspraak verordening van 28 mei tot en met 8 juli 2009 ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn 11 inspraakreacties ingediend. Deze zijn afkomstig van:
Uit meerdere inspraakreacties van omwonenden blijkt dat deze hinder verwachten op de Kaapduinseweg en Dishoek door toename van de verkeersintensiteit ten gevolge van de ontwikkelingen. Verder is de zorg geuit over de verkeersveiligheid van voetgangers en fietsers. Naar aanleiding van deze reacties is een verkeersstudie uitgevoerd om inzicht te krijgen in de (extra) overlast en hinder die zou kunnen ontstaan op de wegen en kruispunten in Dishoek door toename van de verkeersbewegingen ten gevolge van de beoogde ontwikkelingen Dorphotel, Lovago en Panaché. Deze verkeersstudie is bijgevoegd in bijlage 7.
1. Waterman OZ B.V.
Samenvatting
Verzocht wordt om op de bij hen in eigendom zijnde percelen aan de Honte (ongenummerd) meer woningen te kunnen bouwen dan nu in het bestemmingsplan is aangegeven.
Beantwoording
Bij Waterman OZ zijn de percelen kadastraal bekend sectie M nrs. 654, 655, 656, 657 en 928 in eigendom. Deze zijn gelegen aan de Honte, tussen de Kaapduinseweg en de Westerscheldelaan. De oppervlakte van deze percelen is in totaal bijna 3.000 m2. Op zich kan gesteld worden dat een dergelijke oppervlakte voldoende groot is om meer dan 2 woningen op te kunnen bouwen. Echter, de vorm en ligging van perceel nr. 928 is zodanig dat niet van tevoren vaststaat of hier op een goede manier een woning gebouwd kan worden. Een nieuwe verkaveling lijkt ons dan gewenst. Daarom hebben wij op 10 juni 2009 aan Waterman OZ gevraagd om een schets te overleggen waaruit zou blijken hoe zij het terrein willen indelen. Deze reactie is op 17 juli 2009 ontvangen.
Het uitgangspunt van de verkaveling aan de westzijde van de Kaapduinseweg is beschreven in de toelichting van het bestemmingsplan “Dishoek, gedeelte Kaapduinseweg - Westerscheldelaan” (2003). Hier wordt beschreven dat het gewenst is dat de nieuwe woningen aansluiten op de aan de oostzijde van de Kaapduinseweg gelegen woningen in het groen. De woningen zijn op grote kavels gesitueerd waardoor er voldoende ruimte op de percelen is om groen te realiseren. Het realiseren van 3 in plaats van 2 woningen op de kavels leidt ertoe dat er 'standaard' kavels worden ontwikkeld waarbij veel minder ruimte is op de kavels voor het aanbrengen van groen en dus een ander, niet wenselijk, karakter geeft aan de woonomgeving. Het is dan ook niet wenselijk om op deze locatie 3 woningen te realiseren.
Conclusie
De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
2. Familie van Roosendaal
Samenvatting
Bezwaren
Suggesties
Verzoeken
Beantwoording
Bezwaren
Ad 1.
Bij het ontwikkelen van de plannen voor het Dorphotel, Panaché en omgeving is het verkeersaspect (verkeersafwikkeling, parkeren en infrastructuur) meegenomen. Ter beoordeling van het voormelde verkeersaspect is door RBOI d.d. 5 november 2009 een verkeersstudie “Verkeersstudie Dishoek" opgemaakt. Kortheidshalve wordt hier verwezen naar de conclusies van dit verkeersrapport dat als bijlage bij het bestemmingsplan is opgenomen.
Ad 2.
Tijdens de bouwperiode kan overlast ontstaan door bouwverkeer. Het spreekt voor zich dat de ontwikkelaar zich zal inspannen om dit zoveel mogelijk te beperken. Tevens zal de ontwikkelaar er alles aan doen om schade te voorkomen. Alvorens de ontwikkelaar gaat starten met de bouwactiviteiten laat zij zich door een geotechnisch bureau adviseren binnen welke straal de staat van de omliggende bebouwing vastgelegd dient te worden d.m.v. een buiten- en/of binnenopname. De bewoners van de betreffende panden zullen tijdig door de ontwikkelaar worden geïnformeerd. De kosten voor deze buiten- en/of binnenopname komen voor rekening van de ontwikkelaar. Het toe te passen heisysteem zal in overleg met een geotechnisch bureau worden bepaald, waarbij de omliggende bebouwing in ogenschouw wordt genomen. De ontwikkelaar zal de routing van het bouwverkeer zo inrichten dat het bouwverkeer hoofdzakelijk over het te ontwikkelen terrein zal plaatsvinden, zodat de Kaapduinseweg zoveel mogelijk wordt ontzien.
Ad 3.
Door de gekozen verschijningsvorm van de bebouwing en de afstand die aangehouden wordt ten opzichte van de oostelijke perceelsgrens, is de massa van de bebouwing op het terrein van Panaché afgestemd op en in overeenstemming met de omgeving. De kopse woningen (tweelagen met een kap) hebben een goothoogte van maximaal 6 meter en een nokhoogte van maximaal 11 meter. De overige bebouwing (tussen woningen en bijgebouwen) passen binnen het vigerende bestemmingsplan waar een dakvoethoogte van 4 meter geldt en een nokhoogte van 9 meter. Het in procedure zijnde bestemmingsplan is in vergelijking met het vigerende bestemmingsplan dan ook zo aangepast dat er slechts binnen de bouwvlakken kan worden gebouwd.
Suggesties
Ad 1.
Door herinrichting van het terrein wordt de reeds bestaande recreatieve/horecafunctie gerevitaliseerd. Uiteraard wordt rekening gehouden met de inrichting van het terrein en haar omgeving. Met name het gedeelte van het terrein, waarop de vakantiewoningen zijn geprojecteerd wordt in het groen aangelegd. Voorts sluit, waar mogelijk, de nieuwe bebouwing aan op de bestaande groenstructuur en blijven bestaande bomen en groen gehandhaafd.
Ad 2.
Verwezen wordt naar punt 1 onder de bezwaren.
Verzoeken
Ad 1.
De familie Van Roosendaal is geen eigenaar van het perceel nr. 11, dat is de familie Notebaart. De familie Notebaart verzoekt in hun zienswijze (zie hierna onder nummer 4) niet om de bestemming te wijzigen. Uit telefonische informatie van de familie Notebaart is gebleken dat er vroeger een schildersbedrijf gevestigd was maar dat er op dit moment geen bedrijf meer aanwezig is. Zij willen de bestemming echter handhaven om mogelijk in de toekomst een bedrijfje te kunnen oprichten. Het bestemmingsplan is in hoofdzaak conserverend van aard. Met uitzondering van de hiervoor genoemde plannen voor Dorphotel Zeeduin, Lovago en Panaché wordt de bestaande toestand vastgelegd danwel worden eerder verleende vrijstellingen bestendigd. Nu er geen bedrijf gevestigd is en er ook nog geen concrete plannen zijn ligt de bestemming Wonen dan ook voor de hand. Mocht de familie Notebaart ter zijner tijd daadwerkelijk van plan zijn een bedrijf te vestigen dan kan daarvoor altijd een verzoek worden ingediend. Wellicht kan de toekomstige bedrijvigheid ook worden gerealiseerd met de in het artikel Wonen opgenomen ontheffing voor het uitoefenen van beroepsmatige en/of bedrijfsmatige activiteiten.
Ad 2.
Het opnemen van een extra bouwmogelijkheid op het perceel zou betekenen dat de nieuw te bouwen woning op de achterzijde van het perceel komt te liggen en wordt ingesloten door de percelen Kaapduinseweg 9 tot en met 13. Wij achten deze vanuit stedenbouwkundig oogpunt ongewenst, ook al zou de woning ontsloten kunnen worden via de ruimte tussen Kaapduinseweg 7b en 9. Wij wijzen erop dat volgens het voorontwerpbestemmingsplan wel de mogelijkheid bestaat om tussen nummers 7b en 9, in het bouwvlak (dat van kaart gemeten ± 15 meter breed is), een vrijstaande woning te realiseren (met eventueel aan- en uitbouwen en bijgebouwen in het bouwvlak met de aanduiding erf).
Conclusie
Deze inspraakreactie leidt niet tot aanpassingen.
3. G.L. Holtkamp
Samenvatting
Beantwoording
Ad 1.
Door de architectuur van de beoogde bebouwing af te stemmen op de omgeving wordt de kleinschaligheid en het landschappelijke karakter van Dishoek geen geweld aan gedaan. Voorts wordt er verwezen naar het verkeersonderzoek en de daarbij behorende conclusies van RBOI d.d. 5 november 2009. Dit onderzoeksrapport is de bijlagen opgenomen. Zie ook de bovenstaande inspraakreactie onder 2 en het welstandadvies d.d. 19 november 2008.
Ad 2.
De verkeerssituatie aan de Dishoek blijft ongewijzigd, eenrichtingsverkeer langs de Dishoek.
Ad 3.
Deze opmerking is terecht, de bestemming van het perceel wordt aangepast naar de bestaande rechten uit het bestemmingsplan Buitengebied.
Conclusie
Bestemming van het perceel wordt aangepast naar de bestaande rechten uit het bestemmingsplan Buitengebied. Voor het overige leidt de inspraakreactie niet tot wijziging van het bestemmingsplan.
4. Familie Notebaart
Samenvatting
Beantwoording
Ad 1.
Verwezen wordt naar inspraakreactie 2.
Ad 2.
Verwezen wordt naar inspraakreactie 2.
Ad 3.
Verwezen wordt naar inspraakreactie 2.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
5. Eetcafé Pension Duinlust
Samenvatting
Beantwoording
De inspraakreactie is per brief van 22 september 2009 ingetrokken en blijft derhalve verder buiten beschouwing.
6. J.M. de Vries
Samenvatting
Beantwoording
Ad 1.
De bouwvergunning van 20 mei 2009 heeft betrekking op het vernieuwen van een plat dak van een schuur. De andere schuur daarachter stond eerst vrij, nu is deze aan de eerste schuur vastgebouwd. Deze is echter niet in gebruik voor het wonen. Gelet hierop zien wij geen reden om ook de schuur aan de achterzijde van het perceel onder de bestemming Wonen met de aanduiding “vrij” te brengen, het is immers een bijgebouw. De aanduiding “erf” is dan ook correct.
Ad 2.
Het is vaste systematiek om geen bebouwing toe te staan tussen de weg en de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw. Inwilliging van het verzoek zou betekenen dat het gebouw juist aan deze zijde behoorlijk vergroot zou kunnen worden, vanuit stedenbouwkundig oogpunt is dit niet gewenst.
Ad 3.
De reden voor dit verzoek ontgaat ons enigszins. Aanpassing van de grens zou tot gevolg hebben dat het deel van het perceel (en dat van Dishoek 16a) met de aanduiding “erf” verkleind zou worden, waardoor de mogelijkheden voor bebouwing zouden verminderen. Uit stedenbouwkundig oogpunt zien wij ook geen noodzaak voor de gevraagde aanpassing. Nu de heer De Vries geen eigenaar is van Dishoek 16a en de eigenaar daarvan geen dergelijk verzoek heeft ingediend zien wij geen reden om aan dit verzoek te voldoen.
Ad 4.
De analoge plankaart is gemaakt in de gebruikelijke schaal van 1:1000. Op deze grootte is het onvermijdelijk dat de lijnen van de bouwvlakken van de 2 gebouwen, nu die zo dicht bij elkaar staan, elkaar raken. Op de bijlage bij de inspraakreactie (die een schaal heeft van ongeveer 1:250) is overigens goed te zien dat, zodra er wordt ingezoomd, de lijnen daadwerkelijk los van elkaar liggen. Daar komt nog bij dat het plan is gemaakt volgens de nieuwste richtlijnen met betrekking tot de digitalisering en dat na 1 januari 2010 de digitale versie bepalend wordt, waar dat nu nog de papieren versie is.
Ad 5.
Het bouwvlak is in overeenstemming met de op 23 oktober 2008 (en niet 2009) verleende bouwvergunning.
Ad 6.
Deze constatering is correct, deze fout was ons overigens zelf ook al opgevallen. Het 2ebegrip bouwhoogte zal worden vervangen door goothoogte.
Ad 7.
Deze bepaling is alleen van toepassing bij nieuwe situaties. Voor bestaande situaties is in artikel 16.2 een specifieke regeling opgenomen. Nu er een bestemmingsplan geldt blijft de Bouwverordening buiten toepassing (zie artikel 9, lid 1 van de Woningwet).
Conclusie
In artikel 13.2.2. onder f zal het 2e begrip bouwhoogte worden vervangen door het begrip goothoogte. Voor het overige leiden de inspraakreacties niet tot aanpassingen van het bestemmingsplan.
7. J. Wielemaker
Samenvatting
Verzocht wordt om langs de geplande parkeerplaatsen van Panaché een scherm van 2m hoog te plaatsen, op 1m afstand uit de perceelsgrens, om overlast van geluid en uitlaatgassen tegen te gaan.
Beantwoording
Bij de ontwikkeling van de locatie heeft de ontwikkelaar rekening gehouden met de omwonenden. In overleg met de omwonenden en de gemeente is de planopzet en de bebouwingshoogte van de eerdere plannen aangepast. Gekozen is om aan de oostzijde geen bebouwing te realiseren, om zo hier een overgangsgebied naar de naastliggende bebouwing te creëren. De ontwikkeling past in het vigerende bestemmingsplan.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
8. J. Wielemaker
Samenvatting
Beantwoording
Ad 1.
Inspreker vindt het realiseren van twee woningen niet wenselijk. Reden hiervoor ligt kennelijk in het verdwijnen van de groenstructuur ter plaatse. Bij het opstellen van de stedenbouwkundige opzet voor dit gebied heeft de Welstandscommissie aandacht gevraagd voor de afronding hiervan. Door de toevoeging van twee woningen aan deze zijde van de Kaapduinseweg wordt hier de straatwand verder afgemaakt.
Ad 2.
De ontwikkelaar is doende met het opstellen van een groenplan voor de gehele ontwikkeling en het is de bedoeling de ontwikkeling in het groen in te pakken. In het plan wordt strategisch groen aangebracht dan wel waar mogelijk gehandhaafd, om op deze manier het plan in de bestaande omgeving in te passen.
Ad 3.
Het huidige voetpad blijft ongewijzigd liggen.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
9. Moeliker & Platteeuw (namens Van Garderen en Dekker)
Samenvatting
De bestemmingen van de percelen Verlengde Dishoekseweg 8 en Drie Turkenlaan 11 - 21 zijn nu verschillend, terwijl deze in het geldende bestemmingsplan eenzelfde bestemming hebben. Hierdoor kan het ene perceel wel en het andere niet meer permanent bewoond worden. Voor beide percelen is een bouwvergunning afgegeven die onherroepelijk is. Het bestemmingsplan is niet in overeenstemming met deze bouwvergunningen. Op beide percelen rust tevens de bestemming Waarde - Archeologie, terwijl uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn.
Beantwoording
Deze constatering is correct. Gelet op de afgegeven bouwvergunningen zal aan beide percelen de bestemming Wonen worden toegekend en zullen de bouwvlakken op de bouwplannen worden afgestemd. Daarin zullen ook de bergingen worden meegenomen. Overigens is de op de verbeelding aangegeven goothoogte wel correct, deze hoeft dan ook niet gewijzigd te worden. Omdat Dishoek niet in het werkingsgebied van de Gebruiksverordening Tweede Woningen is opgenomen kunnen percelen met de bestemming Wonen zowel permanent bewoond als recreatief gebruikt worden.
4. Dit onderdeel van de inspraakreactie is per e-mailbericht van 16 december 2009 ingetrokken door Van Garderen en Dekker aangezien ook zij niet beschikt over een rapport dat haar stelling staaft.
Conclusie
De bouwvlakken zullen worden afgestemd op de bouwplannen.
10. J.C. Lind-van Nieuwenhuizen
Samenvatting
Beantwoording
Ad 1.
Het bouwvlak van Dishoek 20 zal worden aangepast aan de mogelijkheden uit het vigerende bestemmingsplan.
Ad 2.
Een wijzigingsbevoegdheid is geen verplichting maar een mogelijkheid. Alleen een belanghebbende kan verzoeken om van deze bevoegdheid gebruik te maken, dus derden kunnen niet zomaar vragen om de bestemming te wijzigen. Zolang de eigenaar hier geen gebruik van wil maken zullen wij deze bevoegdheid dan ook niet toepassen. Het bestemmingsplan kent echter een looptijd van 10 jaar en in deze periode is het heel goed mogelijk dat ter plaatse toch een ontwikkeling gaat plaatsvinden. Vandaar dat er voor gekozen is om voor Dishoek 20 nu alvast een wijzigingsbevoegdheid op te nemen.
Ad 3.
Een eigen ontsluiting en parkeerplaatsen op eigen terrein hoeven niet specifiek op de verbeelding te worden aangegeven. Dit soort voorzieningen wordt geacht deel uit te maken van de bestemming.
Ad 4.
Verwezen wordt naar inspraakreactie 2.
Ad 5.
Revitalisering van het plangebied zoals deze momenteel beoogd wordt, komt het plangebied Dishoek ten goede. Door niets te ondernemen dan wel niets te wijzigen ten opzichte van de huidige planologische situatie, zou een ontwikkeling als de onderhavige niet mogelijk zijn. Daarnaast is gebleken dat onder de vigerende planologische situatie het vroegere hotel economisch niet levensvatbaar was. Derhalve vraagt een levensvatbare ontwikkeling op de onderhavige locatie nu eenmaal wijziging van het planologische regime. De voorgestane recreatieve ontwikkeling betreft een hoogwaardige stedenbouwkundige en kwalitatieve impuls. Om aan te sluiten bij de bestaande structuur van de bebouwingsconcentratie Dishoek, is als uitgangspunt gekozen om de hoogwaardige stedenbouwkundige rand aan de Kaapduinseweg af te ronden. Verwezen wordt naar het welstandadvies d.d. 19 november 2008.
Ad 6.
De inspreker doelt kennelijk op de bos- en beplantingsstrook aan de oostzijde in plaats aan de noordzijde. Om de ontwikkeling uit te kunnen voeren en haalbaar te maken is er voor een planopzet gekozen zoals die thans onderdeel uitmaakt van het bestemmingsplan en waarin de bos- en beplantingsstrook voor de ontwikkeling wordt benut.
Ad 7.
De ontwikkeling zal gevolgen hebben voor de omgeving en op en rondom het perceel Dishoek 20. Door de ontwikkelaar is rekening gehouden met de inpassing van deze locatie in haar ontwikkeling, maar dit is hierin niet leidend geweest. Mocht de inspreker als gevolg van deze ontwikkeling schade lijden dan zij verwezen naar de Wet ruimtelijke ordening die de mogelijkheid biedt voor compensatie van planschade.
Ad 8.
Verwezen wordt naar inspraakreactie 2.
Ad 9.
Verwezen wordt naar de beantwoording van de vooroverlegreactie van de provincie Zeeland.
Ad 10.
Uit de reactie van de provincie in het vooroverleg blijkt dat de verevening in overeenstemming is met hetgeen in het voortraject is afgesproken met de Provincie Zeeland.
Ad 11.
Verwezen wordt naar de beantwoording van de vooroverlegreactie van de provincie Zeeland. Het Dorphotel wordt in de omgeving ingepast zoals dat door de Welstandcommissie is aangegeven.
Ad 12.
Ten opzichte van hotel Westduin is de huidige hotel ontwikkeling anders en vernieuwend. Het hotel is als een zogenaamd aparthotel aan te merken. De appartementen bij het hotel kunnen alleen via het hotel worden gehuurd. Hotel Westduin heeft geen appartementen die verhuurd kunnen worden. Voorts blijkt uit de economische haalbaarheid van de ontwikkeling dat daar waar de hotels elkaar qua marktbenadering overlappen er genoeg ruimte bestaat voor een hotel als het onderhavige.
Ad 13.
Weliswaar wordt de fietsenstalling geherlocaliseerd aan het plein, de capaciteit van deze stalling blijft minimaal gehandhaafd en indien mogelijk uitgebreid.
Conclusie
In de toelichting op het bestemmingsplan als mede in de ruimtelijke onderbouwing zal nader aandacht worden besteed aan het aspect Nationaal Landschap. Het bouwvlak wordt aangepast aan de mogelijkheden uit het vigerende bestemmingsplan. Voor het overige leidt de inspraakreactie niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
11. A.L.L. Smith-Cappon
Samenvatting
Het perceel van inspreker heeft in het vigerende bestemmingsplan de bestemming “Eensgezinshuizen in open bebouwing, klasse A, met bijbehorende erven”. Hierop mogen meerdere woningen worden gebouwd. In het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan is de bestemmingslegging zodanig dat de bouw van een extra woning op perceelsdeel dat aan de Schooneveldlaan is gelegen, geen woning meer kan worden gebouwd. Verzocht wordt deze bouwmogelijkheid terug te leggen door het bouwvlak in zuidoostelijke richting door te trekken, conform de bij de inspraakreactie gevoegde schetstekening, aangezien inspreker binnen enkele jaren een woning wil realiseren op dat gedeelte van het perceel.
Beantwoording
Op het meest oostelijke deel van de strook is een woning gebouwd. Tussen deze woning en de al voor 1980 bestaande woning is nog een onbebouwde ruimte aanwezig, waarop het uit stedenbouwkundig oogpunt verantwoord is om een woning te realiseren. Hoewel het bestemmingsplan in hoofdzaak een conserverend karakter heeft is er op meerdere percelen in Dishoek een op grond van het vigerende bestemmingsplan bestaande uitbreidingsmogelijkheid c.q. bouwmogelijkheid gerespecteerd, ook in de directe nabijheid van het aan de orde zijnde perceel. Ingestemd wordt met het verzoek van inspreker, de bouwmogelijkheid zal worden teruggebracht door het bouwvlak zodanig te situeren dat er een woning kan worden gebouwd tussen de bestaande woningen Verlengde Dishoekseweg 7 en Schooneveldlaan 5.
Conclusie
De verbeelding zal hierop worden aangepast.