Plan: | Veere Dishoek |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0717.0005BPDishkKdkAp-VG01 |
In deze paragraaf worden deze bestemmingen in alfabetische volgorde toegelicht conform de voorgeschreven volgorde op het renvooi van de verbeelding.
Bedrijf (artikel 3)
Alle legaal aanwezige bedrijven (niet zijnde agrarische bedrijven, detailhandels- en horecabedrijven) in het plangebied zijn bestemd tot "Bedrijf". Om eventuele hinder van bedrijven zo veel mogelijk te voorkomen, is de toelaatbaarheid van (nieuwe) bedrijven in de regels gekoppeld aan een Staat van Bedrijfsactiviteiten "functiemenging". De Staat maakt deel uit van de regels. In het plangebied (hoofdzakelijk een woonomgeving) zijn alleen bedrijven uit categorie A en B1 rechtstreeks toelaatbaar. (Zie ook paragraaf 3.1. en bijlage 2.) Het is toegestaan dat de gevestigde bedrijven worden vervangen door andere bedrijven uit categorie A en B1.
Ontheffing kan worden verleend voor bedrijven die één categorie hoger voorkomen dan toelaatbaar of voor bedrijven die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomen. Hiervoor dient echter advies ingewonnen te worden bij een milieudeskundige.
Binnen de bedrijfsbestemming zijn ook daarbij behorende voorzieningen toegestaan, zoals detailhandelsactiviteiten als ondergeschikte neventak. Daarnaast is per bedrijf één bedrijfswoning toegestaan. Geluidshinderlijke (Wgh-inrichtingen) en risicovolle inrichtingen (Bevi-inrichtingen) zijn daarentegen niet toegestaan. In artikel 1 zijn hiervan begripsbepalingen opgenomen. Evenmin is de (ondergeschikte) verkoop van consumentenvuurwerk en de opslag daarvan voor zover deze meer bedraagt dan 10.000 kg toegestaan.
Ontheffing kan worden verleend voor bedrijven die één categorie hoger voorkomen dan toelaatbaar of voor bedrijven die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten voorkomen. Hiervoor dient echter advies ingewonnen te worden bij een milieudeskundige. Een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen om de categorie-indeling van de Staat te wijzigen. Ook hiervoor dient advies te worden ingewonnen bij een milieudeskundige.
Detailhandel (artikel 4)
De gronden met de bestemming Detailhandel mogen worden gebruikt voor detailhandel en dienstverlening. Per bedrijf is één bedrijfswoning toegestaan waarvoor een inhouds- en een oppervlaktemaat zijn opgenomen. Beroepsmatige en / of bedrijfsmatige activiteiten in een woning zijn mogelijk, evenals het gebruik en / of het bouwen van een aan- of uitbouw of een bijgebouw voor recreatief nachtverblijf of een bijgebouw voor mantelzorg. Om negatieve gevolgen voor de omgeving te voorkomen kunnen deze activiteiten echter enkel via een ontheffing worden toegestaan. Daarnaast is ondergeschikte horeca uit categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten toegestaan (koffiehoekje) mits dit niet meer dan 25% van de verkoopvloeroppervlakte beslaat met een maximum van 30 m². De verkoop en opslag van consumentenvuurwerk is niet toegestaan.
Binnen de bestemming Detailhandel is door middel van het aanwijzen van een bouwvlak waarbinnen gebouwen en overkappingen zijn toegestaan de indeling van het bestemmingsvlak tot uitdrukking gebracht.
Gemengd (artikel 5)
Voor de gronden van Lovago is de bestemming Gemengd opgenomen. Hierbinnen zijn de volgende functies toegestaan: wonen, detailhandel en horeca. Ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van recreatie-1' is tevens een speelautomatenhal toegestaan.
Groen (artikel 6)
Al de bestaande groenvoorzieningen zijn bestemd tot Groen. Binnen de bestemming Groen zijn onder andere speelvoorzieningen en jongerenontmoetingsplaatsen toegestaan.
Horeca (artikel 7)
Om eventuele hinder van horecabedrijven zo veel mogelijk te voorkomen, is de toelaatbaarheid van dergelijke bedrijven in de voorschriften gekoppeld aan een Staat van Horeca-activiteiten. De Staat maakt deel uit van de voorschriften. Lichte vormen van horeca zijn rechtstreeks toegestaan (categorie 1a en 1b). Uit milieuhygiënisch oogpunt is in principe categorie 1b maximaal toelaatbaar. Gelet op de recreatieve / toeristische functie van Dishoek en het feit dat de bewoners in Dishoek reeds lange tijd gewend zijn aan de horecabedrijven in hun omgeving, wordt categorie 1c eveneens toelaatbaar geacht. Binnen deze categorisering zijn de zogenaamde "zware" vormen van horeca, zoals discotheken, niet toegestaan.
Ook binnen de bestemming Horeca is door middel van het aanwijzen van een bouwvlak waarbinnen gebouwen en overkappingen zijn toegestaan de indeling van het bestemmingsvlak tot uitdrukking gebracht. Een gebruiksverbod verbiedt het realiseren van een terras of speeltuin op het achtererf. Ontheffing kan worden verleend van dit gebruiksverbod. Ook kan ontheffing worden verleend voor horecabedrijven die één categorie hoger voorkomen dan toelaatbaar of voor horecabedrijven die niet in de Staat van Horeca-activiteiten voorkomen. Hiervoor dient echter advies ingewonnen te worden bij een milieudeskundige.
Een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen om de categorie-indeling van de Staat te wijzigen wanneer eveneens advies wordt ingewonnen bij een milieudeskundige.
Per horecavestiging is één bedrijfswoning toegestaan waarvoor een inhouds- en een oppervlaktemaat zijn opgenomen. Beroepsmatige en / of bedrijfsmatige activiteiten in een woning zijn mogelijk, evenals het gebruik en / of het bouwen van een aan- of uitbouw of een bijgebouw voor recreatief nachtverblijf of mantelzorg. Om negatieve gevolgen voor de omgeving te voorkomen kunnen deze activiteiten echter enkel via een ontheffing worden toegestaan.
Maatschappelijk (artikel 8)
De gronden met de bestemming Maatschappelijk mogen worden gebruikt voor de meest gangbare maatschappelijke voorzieningen zoals scholen, kerken, overheidsvoorzieningen en zorgvoorzieningen. Daarnaast zijn rechtstreeks met de maatschappelijke voorzieningen samenhangende ondergeschikte detailhandels- en /of horeca-activiteiten toegestaan.
Natuur (artikel 9)
De bescherming die de bospercelen als onderdeel van de ecologische hoofdstructuur genieten wordt vertaald in de bestemming Natuur. De gronden met de bestemming Natuur zijn bestemd voor het behoud, herstel en ontwikkeling van actuele en potentiële landschaps- en natuurwaarden.
Recreatie – Verblijfsrecreatie-1 (artikel 10)
Voor verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van een bedrijfsmatig geëxploiteerd complex van recreatiewoningen en / of appartementen die in het plangebied voorkomen is de bestemming Recreatie – Verblijfsrecreatie-1 opgenomen.
Ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met categorie 1c' is uitsluitend een hotel toegestaan. Wellness, een congreszaal en theater worden mogelijk gemaakt met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie 1'. De aanduiding 'parkeergarage' maakt het realiseren van een parkeergarage mogelijk.
Waar het situaties betreft van gestapelde recreatieappartementen, is dit met behulp van de bouwaanduiding 'gestapeld' tot uitdrukking gebracht. Ter plaatse van de aanduiding 'twee-aan-een' zijn vrijstaande en twee-onder-een-kap woningen toegestaan. Voor het aantal hotelkamers, recreatieappartementen en recreatiewoningen zijn maximum aantallen opgenomen door middel van een aanduiding. Voor de flexibiliteit van de ontwikkeling is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk maakt om 3 hotelkamers te vervangen in één recreatieappartement. Hier zit echter een maximum aangekoppeld.
Binnen de bestemming Recreatie-Verblijfsrecreatie-1 is door middel van een aanduiding de maximale goot- en bouwhoogte en eventueel het maximaal te bebouwen oppervlakte, minimale goothoogte en maximale dakhelling aangegeven.
Recreatie – Verblijfsrecreatie-2 (artikel 11)
Voor verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van recreatiewoningen en / of appartementen die niet bedrijfsmatig behoeven te worden geëxploiteerd is de bestemming Recreatie – Verblijfsrecreatie-2 opgenomen.
Binnen de bestemming Recreatie-Verblijfsrecreatie-2 is door middel van het aanwijzen van een bouwvlak waarbinnen gebouwen en overkappingen zijn toegestaan de indeling van het bestemmingsvlak op de verbeelding tot uitdrukking gebracht.
Waar het situaties betreft van gestapelde recreatieappartementen, is dit met behulp van de bouwaanduiding "gestapeld" tot uitdrukking gebracht.
Voor de woningen aan de Dishoek is een aparte aanduiding opgenomen. Nieuwbouw is op deze gronden niet toegestaan. Door middel van een ontheffingsbevoegdheid is beperkte uitbreiding van gebouwen toegestaan.
Tuin (artikel 12)
De gronden met de bestemming Tuin zijn alleen bestemd voor Tuin. Alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde en gebouwen voor nutsvoorzieningen zijn hier toegestaan.
Verkeer (artikel 13)
De bestemming Verkeer heeft betrekking op wegen, voet- en fietspaden, groenvoorzieningen, sloten en watergangen, maar maakt ook pleinen, terrassen, jongerenontmoetingsplekken en afvalverzamelvoorzieningen mogelijk. Hiermee is ondergeschikte herinrichting van de openbare ruimte mogelijk zonder dat, onnodig, gedetailleerde bepalingen van het bestemmingsplan dergelijke ontwikkelingen in de weg staan en planherziening nodig zou zijn.
Op gronden met de bestemming Verkeer zijn naast niet voor bewoning bestemde gebouwen tevens terrasoverkappingen toegestaan.
Wonen (artikel 14)
De gronden met de bestemming Wonen zijn bestemd voor wonen en de bijbehorende tuinen en erven. Beroepsmatige en / of bedrijfsmatige activiteiten in een woning zijn niet toegestaan. Evenals het gebruik en / of het bouwen van een aan- of uitbouw of een bijgebouw voor recreatief nachtverblijf of een bijgebouw voor mantelzorg. Via ontheffing kunnen deze gebouwen en / of activiteiten onder voorwaarden worden toegestaan. De woonfunctie van de woning en het woongebied mag evenwel niet worden aangetast.
Situering hoofdgebouwen, aan- of uitbouwen en bijgebouwen
Binnen de bestemming Wonen is door middel van het aanwijzen van bouwvlakken waarbinnen hoofdgebouwen en overkappingen zijn toegestaan en de functieaanduiding "erf" de indeling van het woonperceel tot uitdrukking gebracht. Woningen behoeven niet geheel binnen bouwvlakken voor hoofdgebouwen te worden gebouwd. Ook op het erfbouwvlak mogen bijgebouwen en aan- of uitbouwen in gebruik worden genomen als woonruimten.
De gronden zonder nadere aanduiding, betreffen de gronden waar geen gebouwen en overkappingen zijn toegestaan. Het gaat hoofdzakelijk om gronden vóór de voorgevel van hoofdgebouwen (woningen). In gevallen waarbij sprake is van twee voorgevelrooilijnen (hoekpercelen) zijn de gronden zonder nadere aanduiding merendeels aan twee zijden gelegd. Dit is gedaan omdat aan- en uitbouwen en bijgebouwen in de voortuin de kwaliteit van de openbare ruimte onder druk kunnen zetten (achterkantsituaties aan de voorzijde van woningen). Kleinschalige aan- of uitbouwen vóór de voorgevellijn – zoals erkers – zijn wel mogelijk.
In een aantal situaties wordt in de bouwvoorschriften de afstand van hoofdgebouwen geregeld ten opzichte van perceelsgrenzen. Los van specifieke situaties geldt als algemeen uitgangspunt dat deze bouwwerken worden gebouwd op ten minste 3 meter uit de perceelsgrens (voor vrijstaande woningen).
Oppervlakte bebouwing
De bouwvlakken waar hoofdgebouwen zijn toegestaan, mogen volledig worden bebouwd met gebouwen. Wel dienen de in de bouwvoorschriften opgenomen minimumafstandsmaten tussen gebouwen op hetzelfde bouwperceel en minimumafstandsmaten tussen het hoofdgebouw en de zijdelingse perceelsgrens in acht te worden genomen. Om te voorkomen dat te ruime bouwmogelijkheden en extra bouwcapaciteit wordt gecreëerd, is de breedte van de bouwvlakken voor hoofdgebouwen zoveel mogelijk afgestemd op de bestaande situatie.
De gronden met de functieaanduiding "erf" mogen voor ten hoogste 50% en 60 m² worden bebouwd met aan- of uitbouwen en bijgebouwen.
Bouwwijze van woningen
In beginsel is de bouwwijze van woningen vrij gelaten. Waar het karakteristieke situaties betreft, is de bouwwijze met behulp van bouwaanduidingen vastgelegd. De volgende bouwaanduidingen zijn gehanteerd:
[sba-3] voor woningen die in de vorm van landhuizen met een inhoud van minimaal 1.000 m³ die uitsluitend geheel vrijstaand op ruime kavels mogen worden gebouwd.
[vrij] voor woningen die uitsluitend geheel vrijstaand mogen worden gebouwd. Voor het behoud van een open bebouwingsstructuur moet de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens ten minste 3 meter bedragen. Er zijn geen ontheffingsbepalingen opgenomen om deze voorgeschreven afstand te verkleinen.
[gs] voor woningen die gestapeld worden gebouwd.
Waarde-Archeologie-3 (artikel 15)
Om het archeologische erfgoed veilig te stellen is voor het IKAW gebied met hoge en middelhoge trefkans een beschermende regeling opgenomen. Binnen deze gebieden zijn bouwwerken en overige werken en werkzaamheden slechts toelaatbaar wanneer:
Via ontheffing of aanlegvergunning kan van bovenstaande voorwaarden worden afgeweken. Daarnaast is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om – onder voorwaarden – bestemmings vlakken met de bestemming Waarde-Archeologie waarden geheel of gedeeltelijk van de verbeelding te verwijderen of de vorm van bouwvlakken te veranderen.
Waterstaat - Waterkering (artikel 16)
De dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering is opgenomen voor die gronden waar thans ook andere bouwbestemmingen aanwezig zijn of andere functies van belang zijn.
De bescherming van de waterkering is afgestemd op de kernzone van de keur waterkeringszorg van het waterschap. Omdat deze keur voldoende waarborgen biedt voor de bescherming van de waterkering wordt het opnemen van een aanlegvergunningstelsel voor het regelen van werken en werkzaamheden (geen bouwen) niet noodzakelijk geacht. Dubbele regelgeving wordt hiermee voorkomen.