direct naar inhoud van Artikel 11 Recreatie - Verblijfsrecreatie -2
Plan: Veere Dishoek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0717.0005BPDishkKdkAp-VG01

Artikel 11 Recreatie - Verblijfsrecreatie -2

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie-Verblijfsrecreatie-2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfsrecreatie in de vorm van recreatiewoningen en / of -appartementen;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals sport-, spel- en speelvoorzieningen en bijbehorende voorzieningen zoals parkeervoorzieningen, groen, water, erven, tuinen en nutsvoorzieningen.

11.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

11.2.1 Toelaatbare bebouwing

Op deze gronden mogen bouwwerken worden gebouwd, met inachtneming van het volgende:

11.2.2 Algemeen
  • a. hoofdgebouwen worden gebouwd in het bouwvlak;
  • b. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwvlak;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding -1' geldt dat:
    • 1. in afwijking van het bepaalde onder a alle gebouwen worden gebouwd in het bouwvlak;
    • 2. er niet meer gebouwen worden gerealiseerd dan ten tijde van de terinzagelegging van dit bestemmingsplan aanwezig zijn;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding -2' geldt dat de oppervlakte van een recreatiewoning ten hoogste 36 m² bedraagt;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'erf' mogen gronden voor ten hoogste 50% worden bebouwd met gebouwen en overkappingen, met een maximum van 60 m²;
  • f. indien de toelaatbare te bebouwen oppervlakte ingevolge het bepaalde onder c minder bedraagt dan 30 m² is een bebouwingspercentage van 75% tot een maximum van 30 m² toegestaan;
  • g. indien gebouwen worden afgedekt door een constructie van één of meer hellende dakvlakken, bedraagt de dakhelling, tenzij met een aanduiding anders is aangegeven, ten hoogste 55°.

11.2.3 Gebouwen
  • a. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • b. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte en indien deze niet staat aangegeven ten hoogste 5 m meer dan de maximaal toelaatbare goothoogte;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a de goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder b de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt ten hoogste 6 m;
  • e. de maximaal toelaatbare goothoogte van gebouwen mag worden overschreden door dakkapellen, indien:
    • 1. de afstand tot de dakgoot, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,5 m bedraagt;
    • 3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
    • 4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van het hoofdgebouw ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt.

11.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen tussen de voorgevel van hoofdgebouwen en de openbare weg bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 16 m;
  • d. de bouwhoogte van overig straatmeubilair bedraagt ten hoogste 6 m;
  • e. de bouwhoogte van antennes ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes bedraagt ten hoogste 15 m;
  • f. de bouwhoogte van schotelantennes bedraagt ten hoogste 6 m;
  • g. de bouwhoogte van tuinmeubilair bedraagt ten hoogste 2 m;
  • h. de bouwhoogte van speelvoorzieningen bedraagt ten hoogste 6 m;
  • i. de bouwhoogte van ballenvangers bedraagt ten hoogste 10 m;
  • j. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste 5 m.

11.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 11.2.2ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding -1' voor uitbreiding van het hoofdgebouw tot een bewoonbaar vloeroppervlak van ten hoogste 120 m², toegestaan, met dien verstande dat de goothoogte met niet meer dan 10% mag worden vergroot.

11.4 Wijzigingsbevoegdheid
11.4.1 Omzetting recreatiewoning in permanent wonen

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Recreatie-Verblijfsrecreatie-2' wijzigen in de bestemming "Wonen" met inachtneming van de volgende regels:

  • a. indien de recreatiewoning niet direct grenst aan een bestaand hoofdgebouw voor permanente bewoning, worden de recreatiewoning en bijbehorende gronden voorzien van de aanduiding 'erf';
  • b. indien de recreatiewoning op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan wél direct grenst aan een bestaand hoofdgebouw voor permanente bewoning, mag deze recreatiewoning ook worden gebruikt voor vergroting van dit hoofdgebouw, met dien verstande dat:
    • 1. de bestaande horizontale afmetingen niet mogen worden vergroot;
    • 2. de maximaal toelaatbare goot- of boeibordhoogte en bouwhoogte van gebouwen mag worden verhoogd tot ten hoogste de maximaal toelaatbare goot- of boeibordhoogte en bouwhoogte ter plaatse van het bedoelde hoofdgebouw,
    • 3. in de nieuwe situatie sprake moet zijn van een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. het maximaal toelaatbaar oppervlak aan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde op een bouwvlak met de aanduiding 'erf' bedraagt ten hoogste 50% van het bouwvlak en 60 m²;
  • d. de wijzigingsbevoegdheid mag slechts worden toegepast, indien is gebleken dat er geen milieubelemmeringen zijn voor de bestemming Wonen;
  • e. planwijziging wordt niet toegepast indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.