Plan: | Kom Zoutelande |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0717.0004BPZldAp-VG01 |
Het voorontwerpbestemmingsplan Kom Zoutelande heeft ingevolge de inspraak verordening van 21 mei tot en met 1 juli 2009 ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn zijn 25 inspraakreacties ingediend. De reactie onder 25 is weliswaar buiten de termijn ingediend maar gelet op het karakter van de inspraak wordt deze in de beantwoording meegenomen. De reacties zijn afkomstig van:
1. Houmes makelaars
Samenvatting inspraakreactie
Beantwoording
Ad 1.
Het pand Willibrordusplein 28 heeft in het geldende bestemmingsplan Bebouwde Kom Zoutelande de bestemming Gemengde Bebouwing. Op grond van deze bestemming kan in dit pand een woning, winkel, kantoor of maatschappelijke voorziening gevestigd worden. De stelling dat met de geplande bestemming Wonen de geldende gebruiksmogelijkheden beperkt worden is op zich correct, maar blijkbaar is er nooit behoefte geweest aan een andere functie dan wonen want het pand is tot op heden in gebruik geweest als woning.
In de structuurvisie Zoutelande uit 2002 is dit deel van het Willibrordusplein uitgesloten van detailhandel en horeca. In de notitie plannen voor Zoutelande wordt er voor detailhandel weliswaar iets meer ruimte mogelijk geacht, maar wij vragen ons af of er wel zoveel ruimte is voor c.q. behoefte is aan zoveel meer winkels in Zoutelande. De ervaringen in bijvoorbeeld Domburg en Veere laten zien dat er meer behoefte is aan omzetting naar horeca dan naar detailhandel en horeca is aan deze zijde van het Willibrordusplein in ieder geval niet mogelijk. Ook hebben ons voor Zoutelande geen verzoeken bereikt voor nieuwvestiging van detailhandel. Daar komt nog bij dat aan het pand in de gepresenteerde plannen van Houmes makelaars ook een woonfunctie is toebedacht. Gelet op het voorgaande zien wij vooralsnog dan ook geen reden om ook de bestemming Detailhandel aan dit pand toe te kennen.
Ad 2.
Volgens de regels van het bestemmingsplan zijn recreatiewoningen slechts toelaatbaar bij een hoofdgebouw (woning of bedrijfswoning). De betreffende recreatiewoning behoort niet tot het erf van een hoofdgebouw. Conform de bestemming van enkele andere zelfstandige recreatiewoningen in de kern Zoutelande zal dit perceel dan ook bestemd worden tot Recreatie-Verblijfsrecreatie 2.
Ad 3.
De geplande uitbreiding van De Schelp is enkele malen besproken, in samenhang met de plannen voor invulling van de percelen van Hotel Willibrord, zaal Middendorp en Willibrordusplein 24 en 28. Over de vorm van de geplande uitbreiding van De Schelp is uitgebreid gediscussieerd, daar was zeker geen overeenstemming over. Tevens is afgesproken dat alle opmerkingen ten aanzien van het hele plan door aanvrager nog eens bekeken zouden worden om te bezien in hoeverre het plan daarop aangepast kon worden. Het resultaat daarvan is echter nog niet aan ons voorgelegd. Om dan nu al een wijzigingsbevoegdheid voor De Schelp op te nemen vinden wij dan ook veel te voorbarig.
Ad 4.
Deze opmerking is correct. Al eerder is toegezegd om het bebouwingspercentage voor dit terrein te verhogen van 70 naar 75%. De plankaart zal hierop aangepast worden.
Conclusie
2. Zomid
Samenvatting overlegreactie
Beantwoording
Ad 1.
Deze opmerking is correct, de bestemming van deze panden zal worden gewijzigd in Detailhandel.
Ad 2.
Deze opmerking verbaast ons enigszins omat het pand Willibrordusplein 24 op de plankaart de bestemming Detailhandel heeft.
Ad 3.
Bijlage 4 zal worden aangepast aan de opmerkingen van de Zomid.
Ad 4.
Deze opmerking is correct, dit moet zijn: “niet langer dan 10 dagen”.
Conclusie
3. A. Francke
Samenvatting overlegreactie
De panden Langstraat 45 en Langendam 1 hebben in het voorontwerpbestemmingsplan de bestemming Wonen gekregen. Dit zijn echter winkelpanden.
Beantwoording
Zie hiervoor bij de beantwoording van de inspraakreactie van de Zomid.
Conclusie
De bestemming van de panden Langstraat 45 en Langendam 1 zal worden gewijzigd in Detailhandel.
4. Autobedrijf Vos
Samenvatting overlegreactie
De woning Langendam 31 heeft in het voorontwerpbestemmingsplan de bestemming Wonen, maar deze hoort bij het autobedrijf op nummer 33. In het geldende bestemmingsplan valt deze woning ook onder de bestemming bedrijven. Wellicht heeft de kadastrale splitsing voor verwarring gezorgd.
Beantwoording
Deze opmerking is correct, de woning nummer 31 zal weer van de bestemming Bedrijven worden voorzien.
Conclusie
De bestemming van Langendam 31 zal worden gewijzigd in Bedrijven.
5. M.R. Richard
Samenvatting overlegreactie
In de toelichting van het bestemmingsplan is aangegeven dat het huidige sportveldencomplex als mogelijke locatie wordt gezien voor een discotheek. De vestiging van een discotheek zo dicht bij een woonwijk is niet gewenst en zal leiden tot (geluids)overlast en vandalisme waardoor het woon- en leefklimaat ter plaatse wordt aangetast.
Beantwoording
Het bestemmingsplan Kom Zoutelande is in hoofdzaak een consoliderend bestemmingsplan waarin vooral de bestaande situatie wordt vastgelegd. In 2006 heeft de gemeenteraad de notitie “Plannen voor Zoutelande” vastgesteld, waaruit een aantal ontwikkelingen voor Zoutelande kunnen voortvloeien. Deze ontwikkelingen dienen nog plaats te vinden. Om te voorkomen dat de inwoners van Zoutelande bij de procedure van dit consoliderende bestemmingsplan er (onterecht) van uit zouden kunnen gaan dat hiermee de situatie voor heel Zoutelande voor de komende 10 jaar wordt vastgelegd is juist in de toelichting melding gemaakt van initiatieven die mogelijk in de (nabije) toekomst aan de orde kunnen komen.
In dit bestemmingsplan zijn de sportvelden als zodanig bestemd, er is ook geen wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de eventuele vestiging van een discotheek mogelijk te maken. Mocht dat aan de orde komen dan zal hiervoor een aparte planologische procedure gevoerd worden. Op dat moment kan de heer Richard reageren. Overigens is besloten om in het ontwerp bestemmingsplan de sportvelden weg te laten, deze zullen in een latere planologische procedure worden meegenomen.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
6. P.C. Leijnse
Samenvatting overlegreactie
In ambtelijke contacten was overeenstemming bereikt over een aanpassing van het bestemmingsplan voor het perceel Bosweg 31, teneinde de bouw van een woning mogelijk te maken. In het geldende bestemmingsplan is er weliswaar op dit perceel al een bouwvlak ingetekend, maar door een geprojecteerde langzaamverkeerverbinding (die nooit aangelegd is) kon er feitelijk geen woning gebouwd worden. Toegezegd was om deze verbinding te laten vervallen, waardoor de geplande bouw wel doorgang zou kunnen vinden. Nu blijkt dat het voorontwerp hierin toch niet voorziet.
Beantwoording
Deze opmerking is correct. In het conceptvoorontwerp was het bouwvlak zodanig aangepast dat op dit perceel nu wel een volwaardige woning kon worden gerealiseerd. Door onbekende oorzaak is dat echter niet overgenomen in het uiteindelijke voorontwerp. Het bouwvlak zal weer worden opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan.
Conclusie
Het bouwvlak uit het conceptvoorontwerp zal worden terug gebracht in het ontwerpbestemmingsplan.
7. Fam. Philipp
Samenvatting overlegreactie
Beantwoording
Ad 1.
In dit gedeelte van de Duinweg zijn 2 verblijfsrecreatieve gebouwen aanwezig: het Beach Hotel op nr. 97 en Duinoord op nr. 117. In het ter plaatse geldende bestemmingsplan Zoutelande Duinstreek uit 1972 hebben beide percelen de bestemming “Horecabedrijven in 2 lagen met bijbehorende erven”. Van deze terreinen mag 35% bebouwd worden. Volgens de voorschriften mag op gronden met deze bestemming een gebouw van 2 bouwlagen gebouwd worden. Volgens de begripsbepalingen is een bouwlaag de begane grond of verdieping van een gebouw, waar een zolderverdieping of vliering niet onder begrepen wordt. Een bouwlaag mag maximaal 4 m hoog zijn. Van een zolder of vliering is geen maximale hoogte aangegeven, ook geeft het bestemmingsplan geen maximale nok- of bouwhoogte aan. Dat betekent dat op deze locaties een gebouw gerealiseerd kan worden wat bestaat uit 2 bouwlagen van 4 m en een kap met daarin een zolderverdieping. Nu er geen maximale nokhoogte is aangegeven gaan wij voor het gemak uit van een kap van 3 à 4 m, wat zeker geen ongebruikelijke maat is. De totale hoogte van deze gebouwen kan dus op grond van het vigerende bestemmingsplan zeker 11-12 m zijn. In het voorontwerpbestemmingsplan is voor deze beide percelen een goothoogte aangegeven van 6 m, waarbij deze maat overschreden mag worden door een kap met een hoogte van maximaal 5 m. De beperking dat zich onder een kap alleen een zolder of vliering mag bevinden is overigens vervallen.
Dat betekent dat de totale hoogte van deze gebouwen, met een goothoogte van 6 m en een maximale bouwhoogte van 5 m daar bovenop, ook op 11 m uit kan komen. Hetzelfde dus wat nu mogelijk is, naar onze mening kan dan ook niet gesteld worden dat het nieuwe bestemmingsplan voor dit aspect een verslechtering met zich mee brengt.
Ad 2.
De bestemming zoals die in het voorontwerp was opgenomen kwam voort uit een andere wijze van bestemmen van verkeers- en groenstroken. In de voorschriften zijn de bestemmingen Groen en verkeer zodanig aangepast dat binnen de bestemming groen paden mogelijk zijn en binnen de bestemming Verkeer, ook groen. De hoofdreden hiervoor is flexibiliteit te kunnen geven voor als er kleine aanpassingen nodig zijn. Wat betreft dit gedeelte is de bestemming verkeer bij nader inziens niet op zijn plaats. Een groot deel van de verkeersbestemming is feitelijk gezien een onderdeel van de duinen en in hoofdzaak ook als zodanig in gebruik. Dit gedeelte is in het ontwerp dan ook deels gewijzigd in een groenbestemming. Overigens zijn er geen plannen voor een herinrichting van de Duinweg. Mocht dit wel aan de orde zijn, dan zal dit in nauw overleg met de bewoners plaatsvinden.
Ad 3.
Inmiddels is er een concreet verzoek ingediend voor het bouwen van maximaal 2 recreatiewoningen op het perceel van de Botterbar. Over dit bouwplan heeft veelvuldig overleg met de direct-betrokkenen plaatsgevonden. In het ontwerpbestemmingsplan is rekening gehouden met deze nieuwe ontwikkelingen.
Conclusie
Gedeeltelijk krijgt het groen aan de Duinweg weer de bestemmining Groen. Voor het overige leidt de inspraakreactie niet tot aanpassing van het bestemmingsplan (als gevolg van de nieuwe ontwikkelingen uiteraard wel voor wat betreft het perceel van de Botterbar).
8. P. van Ruiten
Samenvatting overlegreactie
De heer Van Ruiten geeft aan dat hij het op het perceel Langendam 20 staande zomerhuis wil verbouwen tot schuur en de bestaande schuur wil verbouwen tot zomerhuis. Als suggestie geeft hij mee om de zomerwoning een eigen bestemming te geven (Recreatie - Verblijfsrecreatie-2).
Beantwoording
Het perceel Langendam 20 is bestemd als Wonen. Voor het bouwen van bijgebouwen en het gebruik ervan als zomerwoning blijven de voorwaarden gelden zoals die in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Wijziging van het gebruik van schuur naar verblijfsrecreatie is mogelijk zolang dit gebeurt binnen de voorschriften en voorwaarden van het bestemmingsplan. De bestemming Recreatie-Verblijfsrecreatie-2 wordt alleen toegekend aan zelfstandige recreatiewoningen die niet bij een hoofdgebouw horen. De onderhavige zomerwoning hoort bij de woning Langendam 20. Ons streven is er juist op gericht om het aantal zelfstandige recreatiewoningen terug te dringen, daarom is er in het bestemmingsplan ook een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie-2 te kunnen wijzigen in Wonen. Wij zullen de nieuw te bouwen zomerwoning dan ook niet van een zelfstandige bestemming voorzien.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
9. K. Minderhoud
Samenvatting overlegreactie
De heer Minderhoud kan zich niet verenigen met de bestemming R-VR-2 van het pand Nieuwstraat 18. Hij verwijst hiervoor naar het door hem ingediende verzoek om handhaving uit 2004 en het door hem ingediende beroep bij de rechtbank Middelburg in 2005.
Beantwoording
In het ter plaatse geldende bestemmingsplan Bebouwde Kom Zoutelande heeft Nieuwstraat 18 een woonbestemming. De recreatiewoning is ooit illegaal ontstaan en is in ieder geval al vanaf 1973 als zodanig in gebruik. In die 36 jaar is er van gemeentewege nooit opgetreden tegen dit afwijkende gebruik. Zoals bekend wordt in het nieuwe bestemmingsplan Kom Zoutelande in hoofdzaak de bestaande toestand vastgelegd. Nieuwstraat 18 is in de huidige situatie niet geschikt voor permanente bewoning omdat het daarvoor te klein is. Dat betekent dat aan dit perceel een recreatieve bestemming toegekend dient te worden. Volgens vaste jurisprudentie kunnen zaken namelijk niet oneindig onder het overgangsrecht worden gebracht. Er dient dan gekozen te worden om óf het bestaande gebruik positief te bestemmen óf het bestemmen volgens de gewenste situatie. Maar in het laatste geval moet dan aangetoond worden dat die gewenste situatie ook daadwerkelijk binnen de planperiode van 10 jaar gerealiseerd zal worden (bijvoorbeeld door aankoop). Dat laatste ligt niet voor de hand, tenzij bijv. dhr. Minderhoud het pand zelf koopt en bij zijn woning voegt. Mocht het zo zijn dat Nieuwstraat 18 weer bij het pand getrokken wordt waar het in het verleden van afgesplitst is, dan is er in het voorontwerpbestemmingsplan Kom Zoutelande voorzien in een wijzigingsbevoegdheid om de recreatieve bestemming te wijzigen in de bestemming Wonen. De opmerking van de heer Minderhoud dat hij zich gesterkt voelt door de uitspraak van de rechtbank lijkt ons wat opportuun. De rechtbank heeft namelijk zijn verzoek niet ongegrond verklaard “omdat er geen concreet uitzicht bestond op legalisatie” maar omdat zijn belang niet zwaarwegend was (en dat van de eigenaar van nr. 18 wel) en omdat de situatie bij het nieuwe bestemmingsplan zal worden bezien. Dat is nu dus gebeurd.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
10. J. Melis
Samenvatting overlegreactie
De wijzigingsbevoegdheid die in het voorontwerpbestemmingsplan is opgenomen voor het perceel Smidsstraat 8 (disco Jojo) is te beperkt om een eventuele verplaatsing mogelijk te maken. Daar komt nog bij dat ook de woning Smidsstraat in eigendom is van de heer Melis en dat er ook plannen zijn om een nieuwe invulling te geven aan de percelen van zaal Middendorp en hotel Willebrord. Daar zouden de panden Smidsstraat 8 t/m 12 even bij betrokken kunnen worden. Voorgesteld wordt dan ook om óf geen wijzigingsbevoegdheid op te nemen óf om deze te verruimen.
Beantwoording
Gezien de genoemde argumenten zijn wij van mening dat het beter is om de in het voorontwerp opgenomen wijzigingsbevoegdheid te laten vervallen. Op het moment dat voldoende duidelijk is welke ontwikkelingen ter plaatse zullen gaan plaatsvinden en in welke vorm dan kan daarvoor een aparte planologische procedure gevoerd worden.
Conclusie
De in artikel 24, lid 1 onder c opgenomen wijzigingsbevoegdheid voor het perceel Smidsstraat 8 wordt geschrapt.
11. L. den Boer
Samenvatting overlegreactie
In het voorontwerpbestemmingsplan is opgenomen de bebouwing van het zgn. “Hof van Janse”. Uitvoering van dit plan zal leiden tot een aantasting van de privacy en wateroverlast. Bovendien is de muur van de winkel op het perceel Langendam 10-12 tegen die van een schuur op het Hof van Janse aangebouwd. Als deze schuur gesloopt wordt zal dat betekenen dat de winkel gesloten moet worden omdat die muur erg slecht is.
Beantwoording
Het plan voor de bebouwing van het Hof van Janse (Duinweg 7 t/m 9) is ten onrechte in het voorontwerpbestemmingsplan opgenomen. De planologische procedure voor dit perceel wordt pas gestart als wij met de initiatiefnemers een overeenkomst hebben gesloten. Dat is nog niet gebeurd. Daar komt nog bij dat zij recent hebben laten weten dat zij, gezien de huidige marktsituatie, zich aan het beraden zijn over een mogelijke andere invulling van dit terrein. Nu hierover dus geen duidelijkheid bestaat zullen wij in het ontwerpbestemmingsplan de huidige situatie opnemen. Overigens is de gezamenlijke muur een privaatrechtelijke kwestie tussen mevr. Den Boer en de initiatiefnemers.
Conclusie
Het perceel Duinweg 7-9 zal in het ontwerpbestemmingsplan conform de huidige situatie worden bestemd.
12. J. Melis
Samenvatting overlegreactie
Deze reactie heeft betrekking op hetzelfde onderwerp als hiervoor bij de reactie onder 11.
Beantwoording
Zie de beantwoording van de inspraakreactie onder 11.
Conclusie
Het perceel Duinweg 7-9 zal in het ontwerpbestemmingsplan conform de huidige situatie worden bestemd.
13. Jacobsladder Beheer
Samenvatting overlegreactie
Beantwoording
Ad 1.
Zoals hiervoor al eerdere aangegeven is het bestemmingsplan Kom Zoutelande in hoofdzaak consoliderend van aard en wordt daarmee met name de bestaande situatie vastgelegd. Het pand Westkapelseweg 5 is nu als woning in gebruik en daarom ook als zodanig bestemd. Van concrete acties om deze woning weer in eigendom te krijgen en de haalbaarheid daarvan blijkt op dit moment niet. Dit zou aangetoond kunnen worden door bijvoorbeeld een verklaring van de eigenaren of een voorlopig koopcontract.
Ad 2.
Zie hiervoor punt 3 van de beantwoording van de inspraakreactie onder 1.
Ad 3.
Zie hiervoor punt 2 van de beantwoording van de inspraakreactie onder 1.
Conclusie
De zomerwoning achter Willibrordusplein 28 zal bestemd worden als R-VR-2.
14. Mh+o advocaten
Samenvatting overlegreactie
Beantwoording
Ad 1.
In het ontwerpbestemmingsplan is het bouwblok naast Molenweg 46 komen te vervallen en gewijzigd in een Groen-bestemming. Hierdoor is het aangedragen argument van vermindering van privacy en woongenot onzes inziens niet meer aan de orde. Voor zover de reactie betrekking heeft op de oostelijk gelegen woning, wijzen we er op dat er geen recht bestaat op blijvend uitzicht (vaste jurisprudentie Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State).
Daarnaast is het verminderen van uitzicht en verlies aan privacy door het bouwen van (woon)gebouwen inherent aan het wonen in een dorpskern en maakt dit deel uit van gebruikelijke maatschappelijke ontwikkelingen. In de ruimtelijke ordening is niets definitief of eindig, ontwikkelingen vinden nu eenmaal altijd plaats. Dat kan een uitbreiding van een kern zijn, maar bijvoorbeeld ook een bedrijventerrein, een sportveld, volkstuinen enz. Uitzicht is dan ook geen recht, maar een (tijdelijk) voorrecht. Zeker diegenen die aan de rand van een kern wonen, moeten er rekening mee houden dat er op een gegeven moment door ontwikkelingen een eind komt aan de bestaande situatie. In het voorontwerp is voor de betreffende woningen een goothoogte opgenomen van 4m (en daarmee een bouwhoogte van maximaal 9 m). Deze gelden ook voor in de nabijheid gelegen woningen, waarbij overigens ook een goothoogte van 6m voorkomt (Sloestraat). Er is dus geen verschil met de mogelijkheden voor de omliggende woningen. Daar komt nog bij dat dergelijke hoogtes zeker niet ongebruikelijk zijn en veel voorkomen. Deze hoogte is eveneens in overeenstemming met het provinciale Omgevingsplan, waarin een maximum hoogte van 12m voor gebouwen aan de rand van dorpskernen wordt aangegeven en 15m voor gebouwen in het centrum.
De afstand van het bouwvlak van de woning van mevrouw De Witte tot het bouwvlak van de geplande woning bedraagt 38m en kan als (zeer) ruim worden beschouwd. Van zowel de hoogte van de woning als de afstand daarvan tot de woning van mevrouw De Witte kan dan ook geconcludeerd worden dat deze niet afwijkt van wat in een kern gebruikelijk is en daar veel voorkomt. Gelet op het voorgaande kan dan ook gesteld worden dat een mogelijke vermindering van uitzicht en privacy niet als onaanvaardbaar kan worden beschouwd, zeker niet als in ogenschouw wordt genomen dat het dichtstbijzijnde bouwvlak is komen te vervallen.
Ad 2.
Deze constatering is correct, deze fout was ons overigens zelf ook al opgevallen. Het 2ebegrip bouwhoogte zal worden vervangen door goothoogte. Het is niet verplicht om de bouwhoogte op de plankaart weer te geven, dit mag ook in de regels aangegeven worden. Er is dan ook geen sprake van strijd met de rechtszekerheid.
Ad 3.
Het terrein is in gebruik als overloopparkeerterrein (dus niet als regulier parkeerterrein). Dat betekent dat het terrein alleen opengesteld wordt als de reguliere parkeerterreinen vol zijn. Dat is dus slechts het geval in vakanties e.d. Buiten die periodes is het terrein afgesloten en kan er niet geparkeerd worden. Begrafenisstoeten parkeren nu in de Molenweg en/of op het bedrijventerrein Molenweg. Daar zal met de bouw van de woning geen verandering in komen. Overigens verbaast ons dit deel van de inspraakreactie enigszins omdat mevrouw De Witte regelmatig klaagt over het gebruik van het terrein als overloopparkeerterrein (te vaak open, te lang open, auto's die te lang blijven staan etc). In dat opzicht kan gesteld worden dat het verdwijnen van het parkeer- terrein juist een verbetering betekent.
Ad 4.
Bij het bestemmen van nieuwe hindergevoelige functies (zoals woningen) moet rekening worden gehouden met eventuele milieuhinder van bedrijfsactiviteiten in de omgeving. Uitgangspunt is dat ter plaatse van de woningen sprake moet zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat, waarbij bestaande bedrijven niet onevenredig in hun bedrijfsvoering mogen worden beperkt.
Bedrijven en milieuzonering
Bij het opstellen van een bestemmingsplan vindt afstemming van bestaande en nieuwe functies plaats aan de hand van de publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering' van de VNG (herziene versie, 2009). De richtafstanden uit deze publicatie zijn gebaseerd op de meest maatgevende milieuaspecten, zoals geur-, stof en geluidhinder. De richtafstanden gelden ten opzichte van een rustige woonwijk. Uit jurisprudentie en de genoemde VNG-publicatie blijkt dat in het geval van een “gemengd gebied” verkleinde richtafstanden gehanteerd mogen worden. Benadrukt wordt dat de afstanden uit de VNG-publicatie richtafstanden zijn. Een kleinere aan te houden afstand is mogelijk indien de concrete milieusituatie daartoe ruimte biedt.
Omgevingstype
Uit het voorgaande blijkt dat voor de beoordeling van woningbouw in de omgeving van bedrijven (en omgekeerd) het omgevingstype van belang is. Gelet op de ruimtelijke en functionele situatie kan de omgeving niet worden aangemerkt als een “rustige woonwijk”, maar juist vanwege het agrarische bedrijf Molenweg 45 en het bedrijventerrein als een gebied met gemengde functies (hierna: “gemengd gebied”).
Agrarisch bedrijf Molenweg 45
Rekening houdend met een omgevingstype “gemengd gebied” bedraagt de richtafstand 30 meter. De dichtstbijzijnde woning is geprojecteerd op een afstand van circa 75m. Dat betekent dat aan de richtafstand wordt voldaan. De voorgenomen woningbouw vormt daarmee geen belemmering voor bedrijfsactiviteiten c.q. de milieurechten van het bedrijf.
Bedrijventerrein Molenweg
Voor het bedrijventerrein geldt het bestemmingsplan Bedrijventerrein Molenweg (vastgesteld 1984).
Op dit bedrijventerrein zijn bouwbedrijven, metaalverwerkende bedrijven en overige bedrijven toegestaan, in overeenstemming met de bij het bestemmingsplan opgenomen lijst van bedrijven. Er is sprake van een verouderd bestemmingsplan. Er wordt niet gewerkt met een moderne Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB), die is gebaseerd op de hiervoor genoemde VNG-publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering'. De in het bestemmingsplan opgenomen lijst van bedrijven omvat slechts een beperkt aantal bedrijven. De lijst is niet gekoppeld aan richtafstanden ten opzichte van (nieuwe) woningbouw. Indien de vestigingsmogelijkheden worden vergeleken met de SvB “functiemenging” die het voorontwerpbestemmingsplan Kom Zoutelande is opgenomen, dan kan het grootste deel daarvan worden aangemerkt als bedrijven uit categorie B2, bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woonbebouwing, echter alleen in gebieden met gemengde functies. Indien wordt uitgegaan van de SvB die voor bedrijventerreinen zijn bedoeld, dan zijn dit bedrijven uit ten hoogste milieucategorie 3.2, bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving in enige mate ruimtelijk gescheiden dienen te zijn van woonwijken en dienen te zijn voorzien van een eigen autoverbinding met de hoofd- en / of verzamelwegen (afstandsindicatie 50m voor categorie 3.1. bedrijven tot 100m voo1r categorie 3.2. bedrijven). Dit past ook in het gemeentelijk en provinciaal ruimtelijk beleid voor een dergelijk kleinschalig bedrijventerrein bij Zoutelande (ten hoogste milieuhindercategorie 3).
Rekening houdend met een omgevingstype “gemengd gebied” bedraagt de richtafstand tussen het bedrijventerrein en nieuwe woningbouw 50 meter, hieraan wordt voldaan. In een nieuw bestemmingsplan voor het bedrijventerrein zal de toelaatbaarheid van bedrijven worden beperkt tot milieucategorie 3.2. Zoals ook al in de toelichting van het bestemmingsplan Kom Zoutelande is aangegeven, behoeft dit niet te betekenen dat de uitoefening van activiteiten uit een hogere categorie in alle gevallen onaanvaardbaar is. De Staat van Bedrijfsactiviteiten geeft namelijk een globale inschaling van de mate van hinder van bedrijven. Het komt met name voor dat een bedrijf door de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of een milieuvriendelijke werkwijze, minder hinder veroorzaakt dan in de Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt verondersteld. In dat geval kan aan een dergelijk bedrijf planologisch worden geregeld (met een aanduiding of met een specifieke afwijking).
Ad 5.
Voor begraafplaatsen geldt (ingevolge de brochure Bedrijven en Milieuzonering van de VNG) een richtafstand van 10 m verband met geluid. De nieuwe woningen liggen op een afstand van 10 m of meer. Zij voldoen dus aan de richtafstand.
Ad 6.
Het betreffende perceel heeft in het ter plaatse geldende bestemmingsplan reeds de bestemming Bedrijven, met de subbestemming Opslag. Thans wordt het terrein niet meer gebruikt voor opslag, de vroeger aanwezige loods is gesloopt en er is een bergbezinkbassin in aangebracht. Vandaar dat het perceel ook nu weer als Bedrijven bestemd is, zij het dat het voorheen aanwezige bouwvlak voor de loods is vervallen. Er is thans geen bebouwing op het perceel meer mogelijk.
Ad 7.
Met de eigenaar van het perceel is een overeenkomst gesloten, er hoeft dan ook geen exploitatieplan in het bestemmingsplan te worden opgenomen.
Ad 8.
Het bestemmingsplan heeft ter inzage gelegen voor de inspraak. Inspraak is o.g.v. de Wet ruimtelijke ordening niet verplicht, dit is een keuze van ons college om inspraak te houden bij dit soort plannen. Tegelijkertijd met het ter inzage leggen is het plan naar o.a. het waterschap gestuurd t.b.v. het vooroverleg. De reactie van het waterschap is nog niet ontvangen maar omdat het voorontwerp in hoofdzaak consoliderend is verwachten wij op dit gebied geen problemen. De reactie zal in het ontwerpbestemmingsplan worden verwerkt. Het ontbreken van het wateradvies betekent niet dat nog geen inspraak gevoerd zou kunnen worden.
Conclusie
15. Hotel- en bungalowverhuur Oase
Samenvatting overlegreactie
Beantwoording
Ad 1.
Het terrein van Zee, Bos en Duin is thans opgenomen in het vigerende bestemmingsplan Zoutelande Duinstreek. Het is ons voornemen om, net als dat voor de kampeerterreinen gebeurd is, alle in de gemeente Veere aanwezige zomerhuizenterreinen/bungalowparken in één nieuw bestemmingsplan onder te brengen. Het karakter van dergelijke terreinen verschilt wezenlijk van dat van de kernen. Met een apart bestemmingsplan kan ook beter voorzien worden in een specifieke regeling die recht doet aan dat eigen karakter. Daarom hebben wij er voor gekozen om in het voorontwerp bestemmingsplan “Zoutelande” Zee, Bos en Duin niet op te nemen. Daarnaast heeft het bestemmingsplan “Zoutelande” een overwegend consoliderend karakter en is een uitgebreid onderzoek naar nieuwe systematieken van bestemmen nu niet op zijn plaats. In de praktijk heeft Zee, Bos en Duin op basis van het vigerende bestemmingsplan geen enkele mogelijkheid voor uitbreiding, vernieuwing of een vorm van kwaliteitsverbetering. De indeling van het terrein met verkeers -en groenbestemmingen is binnen het bestemmingsplan “Zoutelande Duinstreek” vrij strikt geregeld. Om op het zomerhuizenterrein ruimte te geven voor kleine aanpassingen is het terrein opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan “Zoutelande”. In de praktijk betekent dit dat het aantal woningen niet mag worden uitgebreid, maar dat bij sloop en nieuwbouw iets meer ruimte ontstaat om de woningen beter te positioneren. Bij de ontwikkeling van het bestemmingsplan voor de zomerhuizenterreinen (2011) zal verder onderzoek worden gedaan naar de maximale bouwmogelijkheden en toekomstwensen van Zee, Bos en Duin.
Ad 2.
De begrenzing van Kom Zoutelande zal worden aangepast aan de toegezonden plattegrond, waarmee voorkomen zal worden dat er verschillende planologische regimes voor Zee, Bos en Duin gaan gelden.
Ad 3.
Volgens de regels mogen aan- en uitbouwen en bijgebouwen geen hogere goothoogte hebben dan 3m en geen grotere bouwhoogte dan 7 m. Opname in het bouwvlak houdt echter inderdaad in dat deze delen van het Beachhotel een goothoogte zouden kunnen krijgen van 6m. Gezien de omvang en de ligging van deze delen ten opzichte van Duinweg 91 t/m 95 en Noordendolfer 2 lijkt het verzoek voor een beperking van de hoogte gerechtvaardigd. Het bouwvlak zal hierop aangepast worden.
Ad 4.
Er is bij hotel De Oase inderdaad sprake van één hoofdgebouw. Het bouwvlak zal hierop aangepast worden.
Ad 5.
Zoals al eerder aangegeven, is het nieuwe bestemmingsplan voor Zoutelande in hoofdzaak consoliderend van aard en wordt daarmee met name de bestaande situatie vastgelegd. Zonder een concreet bouwplan is het verplaatsen of uitbreiden van het bouwvlak niet aan de orde. Mocht het zover komen dat het bestaande gebouw op dit perceel vervangen wordt door een nieuw gebouw dan lijkt een grotere afstand tot Bosweg 43 ons inderdaad een goede zaak. Op het moment dat er een concreet plan wordt ingediend kan hiervoor een aparte planologische procedure gevoerd worden.
Conclusie
16. Recreatiebedrijf Wim Koppejan
Samenvatting overlegreactie
Beantwoording
Ad 1.
Zie hiervoor de beantwoording bij punt 1 van de inspraakreactie onder 15. De 6 zomerhuisjes achter de Botterbar zijn overigens niet te beschouwen als zomerhuizenterrein/bungalowpark.
Ad 2.
De bestemmingen uit het bestemmingsplan zijn conform de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2008. Daarin is de bestemming R-VR-1 gereserveerd voor complexen en de bestemming R-VR-2 voor “losse” recreatiewoningen. Omdat er in voorontwerp geen complex in het plangebied was opgenomen kwam de bestemming R-VR-1 niet voor. In verband met de wijziging voor het complex Zee, Bos en Duin, is dat nu veranderd. Bij het opstellen van het bestemmingsplan is in artikel 12 inderdaad ten onrechte een deel van de regels voor de bestemming R-VR-1 opgenomen.
Ad 3.
Zie hiervoor de beantwoording bij punt 3 van de inspraakreactie onder 15.
Ad 4.
Volgens het geldende bestemmingsplan Bebouwde Kom Zoutelande mag van het terrein van Duinweg 117 in totaal 35% bebouwd worden. Het terrein is 1.691 m2 groot, wat betekent dat het voor 592 m2 bebouwd mag worden. Het bestaande gebouw is heeft een oppervlakte van minder dan 500 m2, dus er is nog ruimte voor uitbreiding. Het bouwvlak in het voorontwerp heeft een oppervlakte van ± 750 m2, wat inhoudt dat dit voor zo'n 600 m2 bebouwd mag worden. Dit komt dus op hetzelfde neer als dat in het geldende bestemmingsplan mogelijk is. Het is echter inderdaad niet gebruikelijk om bebouwingspercentages op te nemen bij de bestemming Recreatie - Verblijfsrecreatie. Het bebouwingspercentage zal dan ook geschrapt worden, maar tegelijkertijd zal ook het bebouwingsvlak worden verkleind tot 600 m2.
Ad 5.
Inmiddels is er een concreet verzoek ingediend voor het bouwen van maximaal 2 recreatiewoningen op het perceel van de Botterbar. Over dit bouwplan heeft veelvuldig overleg met de directbetrokkenen plaatsgevonden. In het ontwer-bestemmingsplan is rekening gehouden met deze nieuwe ontwikkelingen. Om die redenen zijn de inspraakreacties die betrekking hebben op de in het voorontwerpbestemmingsplan opgenomen bestemming voor het Botterbar-perceel niet meer relevant en hoeft daarop niet meer te worden ingegaan. Het wijzigen van een bestemming heeft overigens geen gevolgen voor een erfdienstbaarheid.
Ad 6.
Zie hiervoor de beantwoording onder punt 5 van deze inspraakreactie.
Ad 7.
Zie hiervoor de beantwoording onder punt 5 van deze inspraakreactie;
Ad 8.
Zie hiervoor de beantwoording onder punt 5 van deze inspraakreactie.
Ad 9.
Dat er geen aanduiding “erf” is opgenomen wil niet zeggen dat er geen erf en/of tuin aanwezig mag zijn, het wil alleen zeggen dat er geen bouwmogelijkheden zijn voor het bouwen van aan/uitbouwen en bijgebouwen. Dat is overigens in overeenstemming met het bestemmingsplan Zoutelande Duinstreek. In dat plan hebben de gronden rondom de betreffende zomerhuisjes de bestemming Tuin. Op gronden met deze bestemming mogen ook alleen bouwwerken geen gebouwen worden gebouwd, t.b.v. deze bestemming.
Ad 10.
Op de plankaart is voor deze 6 recreatiewoningen een maximale goothoogte opgenomen. Volgens de regels van het bestemmingsplan mag de helling van eventueel daarboven te realiseren dak 55° zijn. Het is dan ook niet noodzakelijk om de dakhelling op de plankaart te vermelden. Dit is overigens een aanmerkelijke verruiming t.o.v. het geldende bestemmingsplan, waarin de dakhelling maximaal 15° mag zijn.
Ad 11.
Het bouwvlak van deze recreatiewoning is gebaseerd op de kadastrale kaart. Op de luchtfoto is echter te zien dat er een kleine aanbouw aan dit pand zit. Deze zal in het bouwvlak worden opgenomen.
Ad 12.
Deze opmerking is correct, het bospad zal ook van de bestemming Natuur worden voorzien.
Ad 13
Zie hiervoor de beantwoording onder punt 2 van de inspraakreactie onder 7.
Conclusie
17. S. Koppejan
Samenvatting overlegreactie
Beantwoording
Ad 1.
Zie hiervoor de beantwoording van punt 2 bij de inspraakreactie onder 15.
Ad 2.
De goothoogtes zijn in hoofdzaak afgestemd op óf het vigerende bestemmingsplan óf op de huidige situatie. Bij de Noordendolfer, die als voorbeeld genoemd wordt, bestaat de ene zijde uit vrijstaande woningen, waarvan de goothoogte niet meer bedraagt dan 4m. Aan de andere zijde is de goothoogte van de meeste gebouwen daar aanmerkelijk hoger. Dit verschil is naar onze mening dan ook zeker verklaarbaar.
Zoals hiervoor bij onder andere de inspraakreactie onder 7 al is aangegeven kent het huidige bestemmingsplan geen maximale bouw/nokhoogte. Dat de bouwhoogte niet daarop gebaseerd lijkt is dus logisch. De bouwhoogte geeft de mogelijkheid om een kap te realiseren met een maximale hoogte van 5m. Dus bij nieuwbouw of vernieuwbouw bestaat voor de inwoners de mogelijkheid om hier gebruik van te maken. Dat een bestemmingsplan in hoofdzaak consoliderend van aard is wil niet zeggen dat ieder gebouw tot op de centimeter nauwkeurig moet worden opgenomen. Dat is wellicht anders bij een beschermd stads- of dorpsgezicht, maar dat is hier niet aan de orde.
Ad 3.
Het plangebied van het voorontwerpbestemmingsplan Kom Zoutelande wordt thans voor het grootste gedeelte bestreken door de bestemmingsplannen Bebouwde Kom Zoutelande, Zoutelande Noord en Zoutelande Duinstreek. Al deze plannen kennen een maximale dakhelling van 50°, dus de dakhelling van 55° die nu in het plan is opgenomen wijkt hier nauwelijks van af. De opmerking dat er nu op de “flats” in het dorp een kap van 5m zou kunnen komen is overigens correct, de plankaart zal hier op aangepast worden en zal op deze locatie voorzien worden van een maximale bouwhoogte.
Ad 4.
De meeste begripsbepalingen zijn in de loop der jaren gevormd door landelijke richtlijnen en/of jurisprudentie. Sommige begrippen kunnen, gezien hun diversiteit, ook niet concreet beschreven worden. Onder de genoemde begrippen voor cultuurhistorie en landschap kunnen dergelijke diverse zaken vallen dat een concrete omschrijving te beperkt zou werken en de flexibiliteit niet ten goede zou komen. Daarvoor is juist een ruime omschrijving nodig. Voor de opmerking met betrekking tot evenementen zie de beantwoording van punt 4 van de inspraakreactie onder 2.
Ad 5.
Het voorontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van 21 mei ter inzage gelegen. Vanwege Hemelvaart was het gemeentehuis die dag en de dag daarna gesloten en daarna was het weekend. Al zou het gemeentehuis wel open zijn geweest dan had het dus 2 dagen gescheeld, in het weekend is inzien immers nooit mogelijk. Dat geldt voor alle weekenden in alle planologische procedures. Juist daarom is het plan ook gepubliceerd op de website, zodat men het buiten de openingstijden van het gemeentehuis ook thuis kan inzien. Een termijn van 6 weken wordt in het algemeen als ruim voldoende beschouwd om plannen in te zien en daarop te reageren.
Conclusie
18. P.H. Polak Schoute
Samenvatting overlegreactie
Beantwoording
Ad 1.
Zie hiervoor de beantwoording van punt 2 van de inspraakreactie onder 7.
Ad 2.
De woningen ter plaatse hebben in het bestemmingsplan Zoutelande Duinstreek de bestemmingen EO (eengezinshuizen in open bebouwing) en EB (eengezinshuizen, bungalows). Volgens de voorschriften mogen deze woningen een goothoogte hebben van 3,5 m respectievelijk 6 m. Zoals hiervoor al meer aangegeven kent dit bestemmingsplan geen beperking van de nokhoogte. De bouwvlakken hebben een diepte van 15 m. Dat betekent dat, bij een goothoogte van 3,5 m en een maximale dakhelling van 50°, de nok in theorie op 12,5 m kan liggen. Bij een goothoogte van 6m is dat zelfs 15 m. Afgezien van de vraag of een dergelijk ontwerp uit welstandsmatig oogpunt aanvaardbaar zou zijn, is dit wel maximaal mogelijk o.g.v. de vigerende bestemmingsplanvoorschriften.
Het voorontwerpbestemmingsplan Kom Zoutelande voorziet in een maximale goothoogte van 4m voor de betreffende percelen. Dat is nog steeds 1 bouwlaag met een kap. Bij de bouwvlakken die nu nog van de bestemming EB zijn voorzien wordt de goothoogte 0,5m verhoogd en bij de bouwvlakken met de bestemming EO gaat er 2m vanaf. De bouwhoogte kan maximaal op 9m uitkomen. Dat betekent altijd nog een (theoretisch) verschil van 3,5-6 m met het huidige bestemmingsplan. Gelet hierop zien wij geen reden om de maatvoering van de betreffende bouwvlakken aan te passen.
Ad 3.
Zie hiervoor de beantwoording onder punt 5 van de inspraakreactie onder 16.
Conclusie
Gedeeltelijk krijgt het groen aan de Duinweg weer de bestemming Groen. Voor het overige leidt de inspraakreactie niet tot aanpassing van het bestemmingsplan (als gevolg van de nieuwe ontwikkelingen uiteraard wel voor wat betreft het perceel van de Botterbar).
19. Fam. Zander-De Reu
Deze inspraakreactie is identiek aan de reactie onder 18. Voor de beantwoording wordt dan ook daarnaar verwezen.
20. M. Overhoff-Cohen Tervaert
Samenvatting overlegreactie
Beantwoording
Ad 1.
Zie voor de beantwoording daarvan bij de reactie onder 18.
Ad 2.
Zie hiervoor de beantwoording van punt 2 de inspraakreactie onder 7.
Conclusie
In het ontwerpbestemmingsplan is rekening gehouden met de nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot het perceel van de Botterbar.
21. Mol makelaars
Samenvatting overlegreactie
Beantwoording
Ad 1.
Zie voor de beantwoording daarvan bij punt 4 van de reactie onder 16.
Ad 2.
De dakhelling in het vigerende bestemmingsplan bedraagt 50°, die in het voorontwerp 55°. Het nieuwe bestemmingsplan biedt dus (iets) meer mogelijkheden. Het niet handhaven van de bestaande dakhelling is dus niet nadelig. De goothoogte is afgestemd op die van het bestaande gebouw, in combinatie met de bouwhoogte van 5m die bovenop de goothoogte mag worden gerealiseerd is op dit perceel een gebouw toegestaan met een totale hoogte van 11m. In de kap kunnen dan ook verblijfseenheden gerealiseerd worden terwijl er nu alleen een zolder of vliering in mag. In geval van verbouw of nieuwbouw geeft dit voldoende mogelijkheden in vergelijking met het geldende bestemmingsplan.
Ad 3.
Zie hiervoor de beantwoording onder punt 5 van de inspraakreactie onder 16.
Ad 4.
Zie hiervoor de beantwoording onder punt 5 van de inspraakreactie onder 16.
Ad 5.
Zie hiervoor de beantwoording van punt 2 van de reactie onder 7. Dit heeft niets te maken met het perceel van de Botterbar.
Conclusie
22. Wouters & Maat advocaten
Samenvatting
Zoals blijkt uit het voorontwerpbestemmingsplan zouden de plannen om op het perceel van de Botterbar aan de Duinweg 119 een hotel te realiseren met 30 kamers kunnen worden uitgevoerd. Dit betekent een ernstige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse. Ook kunnen er niet voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd worden, is het plan niet in overeenstemming met de eisen die worden genoemd voor het invullen van inbreidingslocaties en is het in strijd met het horecabeleid.
Beantwoording
Zie hiervoor de beantwoording onder punt 5 van de inspraakreactie onder 16.
Overigens is de opmerking met betrekking tot de bestemming Maatschappelijke Doeleinden (dienstwoning) ons niet duidelijk nu daar niet bij vermeld wordt om welk perceel dit gaat en het perceel van de Botterbar, waar de inspraakreactie betrekking op heeft, de bestemming Horeca heeft. Gezien de inspraakreactie onder 23 gaan we er van uit dat hiermee het perceel van de Boshut wordt bedoeld. Voor de beantwoording van dit aspect verwijzen we dan ook naar de beantwoording van punt 9 van de inspraakreactie onder 23.
Conclusie
23. P. Meilof
Samenvatting overlegreactie
Beantwoording
Ad 1.
Wij nemen aan dat met beheersplan een beheersverordening wordt bedoeld. In november 2008 heeft de gemeenteraad reeds besloten om het in gang gezette traject voor het vernieuwen van bestemmingsplannen voort te zetten en niet te kiezen voor het opstellen van één of meer beheersverordeningen. De verschillen tussen een beheersverordening en een (consoliderend) bestemmingsplan zijn klein. Zo is de looptijd identiek en moet ook na 10 jaar een beheersverordening herzien worden. De beheersverordening bestaat net als een bestemmingsplan uit gebiedsaanduidingen en voorschriften, maar omdat de verordening een algemeen bindend voorschrift is, kan die niet rechtstreeks op een bestuursrechtelijke manier aangevochten worden. Alleen indirect, bijv. via een beroep tegen een omgevingsvergunning voor het bouwen of tegen de weigering om een bestemmingsplan vast te stellen of via de civielrechtelijke weg, is er juridisch iets tegen deze planvorm in te brengen. Bij inwerkingtreding van de verordening vervalt het bestemmingsplan automatisch en hier kan ook niet meer op worden teruggevallen als de beheersverordening onverbindend wordt verklaard. Tevens lijkt het opstellen van een verordening niet of nauwelijks goedkoper dan het opstellen van een bestemmingsplan omdat ook dan een uitgebreide inventarisatie dient plaats te vinden van de huidige situatie. Het zal bovendien enige jaren duren voordat landelijk meer bekend is over de feitelijke werking, de voor- en nadelen en de risico's van dit nieuwe instrument. Met het opstellen van bestemmingsplannen is veel ervaring opgedaan terwijl de beheersverordening nog in de kinderschoenen staat.
Ad 2.
Zie voor het Hof van Janse en de slijterij en de drogist de beantwoording van de inspraakreacties onder 2, 3, 11 en 12. De opmerking met betrekking tot de frietzaak is correct, de bestemming Wonen zal worden gewijzigd in Horeca.
Ad 3.
Zie hiervoor de beantwoording van punt 2 bij de reactie onder 7.
Ad 4.
Zie hiervoor de beantwoording van de punten 1 en 2 bij de reactie onder 15.
Ad 5.
Zie hiervoor de beantwoording van de punten 1 en 2 bij de reacties onder 7, 17 en 18.
Ad 6.
In het geldende bestemmingsplan Zoutelande Duinstreek hebben deze percelen de bestemming Eengezinshuizen in open bebouwing met bijbehorende erven. Op het erf mogen 2 bijgebouwen met een oppervlakte van in totaal 45m2 worden gebouwd. Tussen het bouwvlak van de woningen en de Duinweg zijn de percelen voorzien van de bestemming Tuin. Overigens zijn de beide woningen thans gesitueerd buiten het bouwvlak. Door de wijziging in de bestemming Groen zou de mogelijkheid voor het bouwen van bijgebouwen op het perceel vervallen. Gezien de oppervlakte van de percelen en de mogelijkheden voor bebouwing bij andere woningen achten wij dat niet gewenst. Echter, wijzigen van de bestemming Groen in de nadere aanduiding “erf” zou betekenen dat overal op deze percelen aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen zouden kunnen worden gebouwd. Daarom zal tussen de (voor)gevels van de woningen en de Duinweg wel de bestemming Wonen worden toegekend, maar dan zonder bouwvlak. Voor het overige zullen de percelen, m.u.v. de bouwvlakken van de woningen, van de nadere aanduiding “erf” worden voorzien.
Ad 7.
Zie hiervoor de beantwoording van punt 12 bij de reactie onder 16.
Ad 8.
De opmerking is correct. De regels zullen hierop aangepast worden.
Ad 9.
In principe kent ieder perceel met de bestemming Maatschappelijk de mogelijkheid om een bedrijfswoning te kunnen realiseren. Echter, voor een bedrijfswoning kan pas omgevingsvergunning voor het bouwen worden verleend als door aanvrager is aangetoond dat deze noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering. Ook mogen daar slechts diegenen wonen wiens aanwezigheid daar, gelet op die bedrijfsvoering, vereist is. Het bouwvlak van de Boshut is rondom het bestaande gebouw getrokken, op de rest van het perceel mag dus niet gebouwd worden. Daardoor kan er dus op dit perceel ook geen dienstwoning gerealiseerd worden.
Ad 10.
Zie hiervoor de beantwoording van punt 5 bij de reactie onder 17.
Conclusie
24. Fam. Los
Samenvatting overlegreactie
De grens van het erf bij Duinweg 119 loopt door over het parkeerterrein van Duinweg 121.
Beantwoording
Zie hiervoor de beantwoording van punt 5 bij de reactie onder 16.
Conclusie
In het ontwerpbestemmingsplan is rekening gehouden met de nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot het perceel van de Botterbar.
25. D. Matthijsse
Samenvatting overlegreactie
Beantwoording
Ad 1.
Het pand Willibrordusplein 22 heeft in het geldende bestemmingsplan Bebouwde Kom Zoutelande de bestemming Gemengde Bebouwing. O.g.v. deze bestemming kan in dit pand een woning, winkel, kantoor of maatschappelijke voorziening gevestigd worden. De stelling dat met de geplande bestemming Wonen de geldende gebruiksmogelijkheden beperkt worden is op zich correct, maar blijkbaar is er nooit behoefte geweest aan een andere functie dan wonen want het pand is tot op heden in gebruik geweest als woning.
In de structuurvisie Zoutelande uit 2002 is dit deel van het Willibrordusplein uitgesloten van detailhandel en horeca. (Nieuwvestiging van) detailhandel en horeca dient zich te concentreren in de Langstraat. In de notitie plannen voor Zoutelande uit 2006 wordt er voor detailhandel weliswaar iets meer ruimte mogelijk geacht, maar wij vragen ons af of er wel zoveel ruimte is voor c.q. behoefte is aan zoveel meer winkels in Zoutelande. De ervaringen in bijv. Domburg en Veere laten zien dat er meer behoefte is aan omzetting naar horeca dan naar detailhandel. Ook hebben ons voor Zoutelande geen verzoeken bereikt voor nieuwvestiging van detailhandel. Ook voor dit pand is er blijkbaar nog geen concreet plan voorhanden om hier ook daadwerkelijk een winkel te beginnen. Hetzelfde geldt voor de noordzijde van het Willibrordusplein. Ook daar is deze mogelijkheid vervallen en zijn alle gebouwen (m.u.v. nr. 24) conform het huidege gebruik tot woning bestemd.
Ad 2.
De publicatie van de mogelijkheid voor inspraak op het voorontwerpbestemmingsplan Kom Zoutelande heeft op de voorgeschreven wijze plaatsgevonden. Het is niet gebruikelijk om iedereen persoonlijk op de hoogte te brengen, daar zijn nu juist de publicaties in De Faam en de website voor bedoeld. Wij gaan er van uit dat ook op zee internet beschikbaar is en dat de gemeentelijke bekendmakingen ook daar bekeken kunnen worden. Daarnaast nemen wij aan dat de zaken van dhr. Matthijsse in zijn afwezigheid worden waargenomen, dat zou dus ook hiervoor kunnen gelden.
Conclusie
De inspraakreactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.