Plan: | Kom Zoutelande |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0717.0004BPZldAp-VG01 |
In het kader van ex artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerpbestemmingsplan toegezonden aan diverse instanties en organisaties.
Overeenkomstig het bepaalde in de Gemeentelijke Inspraakverordening zijn de bevolking en in de gemeente belanghebbenden natuurlijke en rechtspersonen betrokken bij de voorbereiding van het bestemmingsplan. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft daarom van 21 mei tot en met 1 juli 2009 ter inzage gelegen.
Het voorontwerpbestemmingsplan Kom Zoutelande is op 29 mei 2009 in vooroverleg gezonden naar:
De VROM-Inspectie heeft aangegeven dat het voorontwerpbestemmingsplan hen geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen. Van de dorpsraad en De Zeeuwse Molen is geen reactie ontvangen.
1. Provincie Zeeland
Samenvatting
Beantwoording
Over de genoemde capaciteit van het voorontwerpbestemmingsplan Kom Zoutelande merken wij het volgende op. Ten eerste is de wijzigingsbevoegdheid voor de locatie van disco Jojo, vanwege de door de eigenaar ingediende inspraakreactie, uit het plan gehaald. Ten tweede is de bouwlocatie aan de Duinweg 9-11 uit het plan gehaald omdat er geen overeenstemming is met de initiatiefnemer over de definitieve invulling. Het totaal aantal woningen dat op grond van het ontwerpbestemmingsplan gebouwd kan worden (inclusief wijzigingsbevoegdheden) is 23. Daarnaast zijn er enkele percelen die al o.g.v. het nu nog vigerende bestemmingsplan Bebouwde Kom Zoutelande kunnen worden bebouwd. Gezien de ligging en de omvang van deze percelen vinden wij het uit ruimtelijk oogpunt aanvaardbaar dat deze mogelijkheden gehandhaafd blijven. Nog afgezien van het feit dat het laten ver-vallen van deze mogelijkheden forse planschadeclaims tot gevolg zou kunnen hebben. Deze percelen zijn tevens in particulier bezit, hier kan dan ook geen bijdrage van verwacht worden op het gebied van de volkshuisvesting en/of sociale woningbouw.
Voor de locatie van de Willibrordusschool is een wijzigingsbevoegdheid in het plan opgenomen met een capaciteit van maximaal 14 woningen voor het geval dat er starterswoningen gebouwd zouden gaan worden. Dat is echter nog niet zeker, het kan ook zo zijn dat er in de Tienden II sociale woningbouw plaats zal vinden waardoor ter plaatse geen starterswoningen meer zullen komen. Bovendien kan het nog jaren duren voordat de school wordt verplaatst. De locatie Majoorwerf (het resterende gedeelte dan) kan, vanwege de aangrenzende sportvelden, pas bebouwd worden als de sportvelden verplaatst worden. Deze locatie is uit het ontwerpbestemmingsplan gehaald en maakt onderdeel uit van de totale planvorming omtrent de (her)ontwikkeling van de voetbalvelden.
De capaciteit van Kom Zoutelande is op dit moment dan ook zeker nog aan discussie onderhevig, wij achten het dan ook niet terecht dat die capaciteit bij De Tienden II wordt betrokken;
In het ontwerpbestemmingsplan is de regeling met betrekking tot de bescherming van het archeologisch erfgoed aangepast. Op grond van het actuele gemeentelijk archeologisch beleid zijn er thans onderscheid 3 archeologische bestemmingen opgenomen: 'Waarde - Archeologie-1' (artikel 17), 'Waarde - Archeologie-2' (artikel 18) en 'Waarde - Archeologie-3' (artikel 19). De term 'aanlegvergunning' is vanwege de Wabo gewijzigd in 'Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden'. In de leden 16.3, 17.3 en 18.3 is aangegeven welke werkzaamheden verboden zijn zonder een dergelijke omgevingsvergunning. In betreffende bepalingen zijn de gevraagde werkzaamheden opgenomen.
Ten aanzien van de handleiding molenbiotoop wordt opgemerkt dat de genoemde handleiding richthoogten en richtafstanden geeft voor (nieuwe) bebouwing. Het belang dient te worden afgewogen tegen de andere belangen in de directe omgeving van de molen. In de concept-verordening is aangegeven dat tot 400 meter vanuit het middelpunt van de molen regels kunnen worden gesteld om een zekere mate van vrije windvang te waarborgen. Binnen een afstand van 100 meter van de molen mag geen nieuwe bebouwing en beplanting worden opgericht die hoger is dan het laagste punt van de verticaal staande wieken.
Onder andere naar aanleiding van deze overlegreactie is de plantoelichting aangepast en aangevuld. Paragraaf 3.3 (Archeologie) is aangevuld met het aspect “cultuurhistorie”. Daarin is extra aandacht besteed aan het functioneren van de molen in de kern en het daarbij behorende molenbiotoop. Een uitgebreide belangenafweging is opgenomen in een nieuwe bijlage 8. Op grond van deze belangenafweging is er voor gekozen de richthoogten van bebouwing niet één op één in het bestemmingsplan te verwerken, maar in deze afweging ook de huidige planologische rechten te betrekken.
Ingevolge de bestemmingsplannen “Bebouwde kom Zoutelande” (1971), “Zoutelande Noord 1H” (1984) en “Majoorwerf” (1994) is in de ruime omgeving van de molen bebouwing toegestaan met dakvoethoogten (goothoogten) van 3,5 tot 6 meter voor woningen en 7 meter voor bedrijven. Voor bijzondere (=maatschappelijke) doeleinden bedraagt de maximum bouwhoogte 15 meter. In het voorontwerpbestemmingsplan Kom Zoutelande wordt voor alle bestaande functies uitgegaan van maximum goothoogten van 4 tot 6 meter. De maximum bouwhoogte mag daar 5 meter van afwijken. Deze regeling respecteert de huidige planologische rechten.
In dit kader is ook van belang dat het nieuwe bestemmingsplan vooral een consoliderend karakter heeft. In de omgeving van de molen zijn slechts twee nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen voorzien (herontwikkeling van de voetbalvelden en locatie Willibrordusschool. De voetbalvelden zijn buiten het plangebied gelaten en voor de locatie van de school is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen). De bouwvlakken uit de oude bestemmingsplannen zijn grotendeels overgenomen in het nieuwe plan. Vervangende nieuwbouw (binnen hetzelfde bouwvlak) moet mogelijk zijn. Indien dat niet het geval zou zijn, bestaat het risico van planschade. Het gemeentebestuur acht dat niet gewenst.
Overigens blijkt uit toetsing van de bestaande bebouwing aan de voor deze molen van belang zijnde richthoogten en –afstanden voor obstakels dat veel van de bestaande bebouwing hoger is dan voor een optimaal molenbiotoop wenselijk. Bovendien is binnen het invloedsgebied van de molen al een groot aantal woningen gebouwd, ook binnen de hiervoor genoemde afstand van 100 meter. De molen-omgeving wordt o.g.v. biotooptechnische criteria dan ook geclassificeerd als “slecht”. Voor een goed functioneren van de molen zal de bestaande bebouwing moeten worden gesloopt of de molen wordt verplaatst. Beide ontwikkelingen zijn niet aan de orde.
Gelet op de hiervoor vermelde classificatie van het molenbiotoop, doen de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen geen (onevenredige) afbreuk aan het molenbiotoop en daarmee het functioneren van de molen.
Ten aanzien van de voorgenomen woonbebouwing op de herstructureringslocatie Willibrordusschool aan de Nieuwstraat wordt opgemerkt dat deze veel lager zal zijn dan op grond van het “Bebouwde kom Zoutelande” mogelijk was (maximum bouwhoogte 15 meter).
Bedrijven en milieuzonering
Bij het opstellen van een bestemmingsplan vindt afstemming van bestaande en nieuwe functies plaats aan de hand van de publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering' van de VNG (herziene versie, 2009). De richtafstanden uit deze publicatie zijn gebaseerd op de meest maatgevende milieuaspecten, zoals geur-, stof en geluidhinder. De richtafstanden gelden ten opzichte van een rustige woonwijk. Uit jurisprudentie en de genoemde VNG-publicatie blijkt dat in het geval van een “gemengd gebied” verkleinde richt-afstanden gehanteerd mogen worden. Benadrukt wordt dat de afstanden uit de VNG-publicatie richtafstanden zijn. Een kleinere aan te houden afstand is mogelijk indien de concrete milieusituatie daar-toe ruimte biedt.
Omgevingstype
Uit het voorgaande blijkt dat voor de beoordeling van woningbouw in de omgeving van bedrijven (en omgekeerd) het omgevingstype van belang is. Gelet op de ruimtelijke en functionele situatie kan de omgeving niet worden aangemerkt als een “rustige woonwijk”, maar juist vanwege het agrarisch bedrijf Molenweg 45 en het bedrijventerrein Molenweg als een gebied met gemengde functies (hierna: “gemengd gebied”).
Agrarisch bedrijf Molenweg 45
Rekening houdend met een omgevingstype “gemengd gebied” bedraagt de richtafstand 30 m. De dichtstbijzijnde woning is geprojecteerd op een afstand van circa 75 m. Dat betekent dat aan de richtafstand wordt voldaan. De voorgenomen woningbouw vormt daarmee geen belemmering voor bedrijfsactiviteiten c.q. de milieurechten van het bedrijf.
Bedrijventerrein Molenweg
Voor het bedrijventerrein geldt het bestemmingsplan Bedrijventerrein Molenweg (vastgesteld 1984). Op dit bedrijventerrein zijn bouwbedrijven, metaalverwerkende bedrijven en overige bedrijven toegestaan, overeenkomstig de bij het bestemmingsplan opgenomen lijst van bedrijven. Er is sprake van een verouderd bestemmingsplan. Er wordt niet gewerkt met een moderne Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB), die is gebaseerd op de hiervoor genoemde VNG-publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering'. De in het bestemmingsplan opgenomen lijst van bedrijven omvat slechts een beperkt aantal bedrijven. De lijst is niet gekoppeld aan richtafstanden ten opzichte van (nieuwe) woningbouw. Indien de vestigings-mogelijkheden worden vergeleken met de SvB “functiemenging” die het voorontwerp-bestemmings-plan Kom Zoutelande is opgenomen, dan kan het grootste deel daarvan worden aangemerkt als bedrijven uit categorie B2, bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving toelaatbaar zijn tussen of onmiddellijk naast woonbebouwing, echter alleen in gebieden met gemengde functies. Indien wordt uitgegaan van de SvB die voor bedrijventerreinen zijn bedoeld, dan zijn dit bedrijven uit ten hoogste milieucategorie 3.2, bedrijfstypen c.q. bedrijfsactiviteiten die gelet op hun aard en invloed op de omgeving in enige mate ruimtelijk gescheiden dienen te zijn van woon-wijken en dienen te zijn voorzien van een eigen autoverbinding met de hoofd- en / of verzamelwegen (afstandsindicatie 50m voor categorie 3.1. bedrijven tot 100m voor categorie 3.2. bedrijven). Dit past ook in het gemeentelijk en provinciaal ruimtelijk beleid voor een dergelijk kleinschalig bedrijven-terrein bij Zoutelande (ten hoogste milieuhindercategorie 3).
Rekening houdend met een omgevingstype “gemengd gebied” bedraagt de richtafstand tussen het bedrijventerrein en nieuwe woningbouw 50 m, hier wordt aan voldaan. In een nieuw bestemmingsplan voor het bedrijventerrein zal de toelaatbaarheid van bedrijven worden beperkt tot milieucategorie 3.2. Zoals ook al in de toelichting van het bestemmingsplan Kom Zoutelande is aangegeven, behoeft dit niet te betekenen dat de uitoefening van activiteiten uit een hogere categorie in alle gevallen onaan-vaardbaar is. De Staat van Bedrijfsactiviteiten geeft namelijk een globale inschaling van de mate van hinder van bedrijven. Het komt met name voor dat een bedrijf door de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of een milieuvriendelijke werkwijze, minder hinder veroorzaakt dan in de Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt verondersteld. In dat geval kan aan een dergelijk bedrijf planologisch worden geregeld (met een aanduiding of met een specifieke ontheffing);
Conclusie:
2. Waterschap
Samenvatting
Beantwoording
Conclusie