direct naar inhoud van 3.4 Water
Plan: Kom Zoutelande
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0717.0004BPZldAp-VG01

3.4 Water

Deze waterparagraaf is overeenkomstig het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro) opgesteld. Deze vormt de schriftelijke weerslag van de vereiste watertoets en geeft inzicht in de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding.

Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van Waterschap Scheldestromen, verantwoordelijk voor het waterkwaliteits- en waterkwantiteitsbeheer. De waterparagraaf is voorgelegd aan de waterbeheerder. Het wateradvies is opgenomen in bijlage 7 .

Dit bestemmingsplan heeft in hoofdzaak een consoliderend karakter. In het plangebied zijn geen grote en ingrijpende wijzigingen in de bebouwing en infrastructuur voorzien. Voor zover er wel wijzigingen plaats vinden in het plangebied in de bebouwing en infrastructuur geeft de watertoets de randvoorwaarden waaraan voldaan moet worden.

Bestaande situatie waterhuishouding Zoutelande

Algemeen

Het plangebied wordt gekenmerkt door een gering oppervlak oppervlaktewater. Enkel de watergangen aan de oost- en noordzijde van Zoutelande zijn in het gebied beschikbaar als oppervlaktewater. De ontwatering van het gebied vindt plaats via sloten, onder andere rondom het sportpark, welke het water in oostelijke richting afvoeren. Uiteindelijk komt het water uit bij gemaal Boreel waar het wordt uitgeslagen op het kanaal door Walcheren en vervolgens geloosd op de Westerschelde. Gezien het geringe oppervlak aan water in het plangebied zal het hemelwater dat in dit gebied valt, zijn weg zoeken naar het grondwater of wordt afgevoerd via de gemeentelijke riolering.

In de kern komt wateroverlast weinig voor en is er nauwelijks risico voor inundatie. Als er water op straat optreedt, is dit het gevolg van onvoldoende mogelijkheden tot afvoer vanuit de riolering. In het verleden was het Oranjeplein een knelpunt met betrekking tot waterafvoer. Het plein is ondertussen heringericht, waarbij hiervoor verschillende maatregelen zijn getroffen, onder andere met ondergrondse berging, maar blijft een aandachtspunt.

Waterplan Veere

In het waterplan van Veere (2007) zijn de volgende doelstellingen geformuleerd:

  • een veerkrachtig en duurzaam watersysteem;
  • een optimaal functionerende waterketen;
  • een effectieve waterorganisatie.

De algemene doelen zijn concreter uitgewerkt in een aantal streefbeelden. De streefbeelden zijn gekoppeld aan verschillende soorten water. Op basis van alle beschikbare informatie zijn vervolgens maatregelen geformuleerd om invulling te geven aan de streefbeelden en doelstellingen. Het maatregelenpakket is in hoofdzaak gebaseerd op de kansen en knelpunten die zijn gesignaleerd. Voor Zoutelande zijn de volgende maatregelen opgesteld.

  • Blijvende aandacht voor afvoer neerslag Oranjeplein.
  • Baggerwerkzaamheden uitvoeren langs de Sprink en achterzijde Swaalingestraat.
  • Visie opstellen voor het omgaan met drangwater en voorkomen van overlast in het gehele gebied rondom de Bosweg.
  • Kans voor verbetering afvoertracé waterlopen (logischere afvoerroute) en natuurvriendelijk inrichten van overhoeken tussen Kustlicht 1 en het sportpark.

Riolering

Het rioleringsstelsel in Zoutelande voldoet aan de zogenaamde basisinspanning voor milieumaatregelen: de maatregelen uit het Gemeentelijk Rioleringsplan (2005) voor dit gebied zijn uitgevoerd.

De kern Zoutelande heeft een gemengd vrijvervalstelsel waarop diverse injecties plaatsvinden, onder andere vanuit de parken Kustlicht I en II, Zandput en verder nog vanuit omliggende bebouwing in het buitengebied. Het nieuwe woongebied Zoutelandse Tienden is voorzien van een gescheiden rioleringsstelsel. Het schone regenwater in dit gebied is afgekoppeld van de riolering en wordt (via goten) rechtstreeks naar het oppervlaktewater afgevoerd.

Het maaiveld varieert van NAP +5.07 (Duinstraat) tot NAP –0.68. (Sloestraat). Hierdoor is sprake van een snelle afstroming van regenwater en / of rioolwater richting de lagere delen (zie verder onder wateroverlast).

Waterkwaliteit

Door het waterschap is in haar waterbeheersplan gesteld dat de kwaliteit van het grondwater minimaal voldoende moet zijn om de algemene ecologische functie te vervullen. Dit ecologische ambitieniveau is gedefinieerd als een zodanige toestand, dat zich in het watersysteem een normaal functionerend ecosysteem kan ontwikkelen. Voor het bebouwde gebied van de gemeente Veere is momenteel weinig inzicht in de bestaande waterkwaliteit. Om dit in beeld te brengen kan gebruik worden gemaakt van de indicatieve beoordelingsmethode waterkwaliteit van het waterschap. Het uitvoeren van deze beoordeling en het formuleren van maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit is één van de onderzoeksopgaven die in het gemeentelijk waterplan (2007) zijn gedefinieerd voor de komende periode.

Waterkansenkaarten provincie Zeeland

In het kader van de afstemming met de ruimtelijke ordening zijn in het Omgevingsplan van de provincie Zeeland waterkansenkaarten opgesteld voor onder andere stedelijke functies. Deze kaarten zijn beschikbaar via de provinciale website. Aan deze kaart zijn voor het plangebied de volgende gegevens te ontlenen.

  • De ondergrond van Zoutelande bestaat uit zandgronden (het duingebied) en veengronden.
  • Het grondgebied van Zoutelande is sterk zettingsgevoelig.
  • In Zoutelande zijn geen mogelijkheden tot infiltratie.
  • Het gebied zelf staat niet onder invloed van zoute kwel. Aan de randen van het gebied komt wel zoute kwel voor.
  • In het gebied komt op sommige plaatse geringe zoetwaterbelvorming voor.
  • Het gebied is minder geschikt voor uitbreiding van de bebouwing.
  • Zoutelande ligt in een gebied dat vanuit het oogpunt van water veel aandacht vraagt.

Indicatieve ontwerprichtlijnen en toetsingscriteria

Veiligheid

De kern Zoutelande ligt langs de primaire waterkering langs de Westerschelde. De invloedssfeer van deze waterkering strekt zich voor een deel uit tot in het plangebied. Binnen deze invloedssfeer worden van overheidswege duidelijke grenzen gesteld aan de bebouwingsmogelijkheden.

De Keur waterschap Zeeuwse Eilanden 2009 verbiedt het zonder vergunning of ontheffing gebruik te maken van een waterkering door in strijd met zijn functie diverse handelingen te verrichten in de diverse zones van de waterkering. Het onderscheid in kernzone, beschermingszone en buitenbeschermingszone, zoals deze tot en met 2009 gold, is in de Waterwet losgelaten en vervangen door waterstaatswerk en beschermingszone. Het begrip buitenbeschermingszone wordt niet meer gebruikt, maar is opgenomen in het begrip beschermingszone. In dat deel is echter wel een minder streng beleid mogelijk. In de keur zijn daarom voor een deel van de beschermingszone bepaald dat een aantal verboden in dat deel niet van toepassing zijn.

afbeelding "i_NL.IMRO.0717.0004BPZldAp-VG01_0007.jpg"

Figuur 3.3. Ligging keurzones waterkering

Onder waterstaatswerk wordt dan verstaan dat deel van de waterkering dat feitelijk voor de huidige veiligheid zorgt. Bij een dijk is dat derhalve het dijklichaam (de kunstmatige verhoging boven het maaiveld) inclusief de bermen. De beschermingszone omvat in ieder geval die gronden die technisch/fysisch (mede) een bijdrage leveren aan de stabiliteit van de waterkering. Daarbij geldt echter aan de landwaartse zijde als minimum dat gronden die voor toekomstige dijkverzwaring nodig zijn (profiel van vrije ruimte of reserveringsstroken) in ieder geval binnen de beschermingszone vallen. Daarnaast is in de beschermingszone een deel aangewezen om bepaalde activiteiten, die potentieel grote gevaren voor de waterkering in zich bergen (bijvoorbeeld de aanleg van hogedrukleidingen, of de opslag van vuurwerk) ook op grotere afstand van de waterkering te kunnen reguleren.

Het plangebied ligt voor een deel binnen de keurzones, waarvan een klein deel binnen de de zone waterstaatswerk, van de primaire waterkering langs de Noordzee. Wanneer er gebouwd wordt binnen de Keurzones van deze waterkering dient er ontheffing bij het waterschap te worden aangevraagd.

Voor kernen zoals Zoutelande, gelegen langs de Noordzee, de Ooster- en Westerschelde zijn bebouwingscontouren aangegeven. Deze bebouwingscontouren zijn vastgelegd in de keuren van het waterschap. Binnen de bebouwingscontour is een kwalitatieve impuls via inbreiding, transformatie of meervoudig ruimtegebruik van de ruimte onder voorwaarden mogelijk. Hier geld een"ja, mits" benadering. Wanneer er gebouwd wordt binnen de bebouwingscontour dient er ontheffing bij het waterschap te worden aangevraagd.

Wateroverlast

In de kern van Zoutelande is op een aantal plaatsen, tijdens zware regenbuien, sprake van wateroverlast. Zo zijn er de afgelopen tijd diverse maatregelen getroffen rondom het Oranjeplein. Dit gebied ligt erg laag ten opzichte van aangrenzende wegverhardingen, zodat vooral in de zomerperiode regelmatig sprake was van wateroverlast. Er is ter plaatse verharding afgekoppeld van de riolering, er zijn door het plaatsen van extra kolken meer opvangmogelijkheden gerealiseerd en er is voor extra waterberging een bufferput geplaatst. De overlast is vooralsnog afgenomen, maar nog niet zeker is of het probleem definitief is opgelost.

Langs de Bosweg is, gelijktijdig met de herinrichting van de straat, de afvoer van de wegsloten verbeterd. Een aantal duikers zijn vergroot en ook de hoogteligging is aangepast. Er is nu een betere afvoer van het oppervlaktewater mogelijk. De afvoer van de sloot tussen de Bosweg en de David Koddelaan is echter nog niet goed. Hierdoor is er een hoge waterstand aanwezig. De gemeente zal dit in het kader van achterstallig onderhoud proberen te verbeteren middels baggeren. Probleem hierbij is dat de sloot slecht te bereiken is, vanwege particuliere eigendommen.

De waterafvoer aan de achterzijde van de woningen aan de David Koddelaan is evenmin goed. De tuinen grenzen aan landbouwgrond en de sloten liggen verder weg. De beoogde ontwikkeling van het nieuwe woongebied De Tienden II biedt mogelijkheden om deze problematiek aan te pakken.

Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen of bij een uitbreiding van de hoeveelheid verharding dient aandacht te worden besteed aan de capaciteit van het watersysteem ter plaatse. Daarbij wordt rekening gehouden met de maximaal toegestane peilstijging. In geval van demping van oppervlaktewater moet volledige compensatie plaatsvinden van de bergingscapaciteit.

Riolering

Bij vervanging van de riolering zal beoordeeld worden of de aanleg van een gescheiden stelsel mogelijk is uit het oogpunt van waterkwaliteit en -kwantiteit. Indien zich nieuwe ontwikkelingen in het plangebied voordoen, wordt een gescheiden stelsel aangelegd.

Watervoorziening

Aanvulling van het grondwater met zoet water door middel van infiltratie in de bodem is gezien de huidige bodemsamenstelling niet mogelijk. Met technische maatregelen, zoals bijvoorbeeld de aanleg van een Infiltratie- en Transportriolering in combinatie met een grindkoffer, is infiltratie van hemelwater wel mogelijk. Bij nieuwe ontwikkelingen zullen dergelijke maatregelen worden meegenomen.

Volksgezondheid

De wijze waarop nu met afval- en hemelwater wordt omgegaan levert enkel risico op voor de volksgezondheid bij riooloverstorten. De hiervoor nodige maatregelen worden uitgevoerd in het kader van het rioleringsplan.

Er zijn 4 overstorten in het plangebied aanwezig (Swaalingestraat (ter hoogte van nummer 48), Sloestraat (terrein voormalige gemeenteloods), Noordendolfer (in weiland circa 150 vanaf kruising David Koddelaan / Noordendolfer) en De Sprink (ter hoogte van nummer 5)).

Bodemdaling

Het gebied bestaat uit een sterk zettingsgevoelige ondergrond. Risico's ten aanzien van bodemdaling zullen daarom bij ontwikkelingen telkens beoordeeld moeten worden.

Grondwateroverlast

In het gebied Sloestraat / Swaalingestraat komen vrij hoge grondwaterstanden voor. In combinatie met het lage maaiveld ter plaatse (circa - 0,40 m tot -0,50 m NAP) leidt dit af en toe tot klachten. Bij een toekomstige herbestrating van de weg vormt dit een aandachtspunt. Oplossing is dan bijvoorbeeld een gescheiden riolering in combinatie met drainage.

Oppervlaktewater

In het gebied is nauwelijks oppervlaktewater aanwezig. Of de ruimte voor water voldoende is om op de steeds intensievere buien voorbereid te zijn, zal moeten blijken uit nadere onderzoeken. Nieuw verhard oppervlak moet gecompenseerd worden, door meer oppervlakte water of waterberging. Indien dit niet mogelijk is biedt het gemeentelijk beleid de mogelijkheid om deze verplichting af te kopen.

Grondwaterkwaliteit

De grondwaterkwaliteit levert op dit moment geen problemen op.

Verdroging

Toevoeging van hemelwater aan de bodem zal (wanneer dit voorkomt) de verdroging verminderen.

Natte natuur

Het gebied is niet verbonden met een gebied met de functie natte natuur.

Conclusie

Uit deze beschrijving van de waterhuishouding en de toetsing aan de richtlijnen en criteria komen behoudens voor de waterkeringen geen directe consequenties naar voren voor de bestemmingsregeling van voorliggend plangebied. Voor wat betreft de eventuele mogelijke noodzaak aan extra ruimte voor water wordt opgemerkt dat binnen alle bestemmingen voorzieningen voor waterberging mogelijk zijn.