Voorschriften
Inhoudsopgave
- 1. INLEIDENDE REGELS
-
2. BESTEMMINGSREGELS
- Artikel 3 - Agrarisch (A)
- Artikel 4 - Bedrijf (B)
- Artikel 5 - Detailhandel (DH)
- Artikel 6 - Dienstverlening (DV)
- Artikel 7 - Gemengd (GD-GB)
- Artikel 8 - Groen (G)
- Artikel 9 - Horeca (H)
- Artikel 10 - Kantoor (K)
- Artikel 11 - Maatschappelijk (M)
- Artikel 12 - Natuur (N)
- Artikel 13 - Recreatie (R)
- Artikel 14 - Tuin (T)
- Artikel 15 - Verkeer (V)
- Artikel 16 - Water (WA)
-
Artikel 17 - Water-Waterstaatswerken (WW)
- 17.1. Bestemmingsomschrijving
- 17.2. Bouwvoorschriften
- 17.3. Het college is bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 2 met dien verstande dat ontheffing niet wordt verleend indien daardoor het belang van de waterkering onevenredig wordt geschaad.
- 17.4. Alvorens ontheffing als bedoeld in lid 3 te verlenen, wint het college schriftelijk advies in van de beheerder van de waterkering omtrent de toelaatbaarheid van verlening van ontheffing.
- 17.5. Wijzigingsbevoegdheid
- 17.6. Aanlegvoorschriften
- Artikel 18 - Wonen (W)
- Artikel 19 - Beschermde dijk (dubbelbestemming)
- Artikel 20 - Leiding-water (dubbelbestemming)
- Artikel 21 - Waterstaatsdoeleinden: keur (dubbelbestemming)
-
3. ALGEMENE REGELS
- Artikel 22 - Antidubbeltelregel
-
Artikel 23 - Algemene bouwregels
- 23.1. Daar waar afstanden op de dag van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer of minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk II is voorgeschreven, mogen de bestaande afstanden als maximaal respectievelijk minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
- 23.2. In die gevallen dat hoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bouwwerken, die gebouwd zijn of kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op de dag van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer of minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk II is voorgeschreven, mogen de bestaande maten en hoeveelheden als maximaal respectievelijk minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
-
Artikel 24 - Algemene gebruiksregels
- 24.1. Het is verboden gronden en bouwwerken te (laten) gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven (sub)bestemming, verleende ontheffingen of vastgestelde wijzigingen en de overige planregels.
- 24.2. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan onbebouwde gronden te gebruiken of te laten gebruiken:
- 24.3. Voorts wordt onder strijdig gebruik in ieder geval verstaan:
- 24.4. Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan:
- 24.5. Het college van burgemeester en wethouders verleent ontheffing van het bepaalde in lid 1, 2 en 3 indien strikte toepassing van het verbod leidt tot beperkingen in het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen worden gerechtvaardigd.
- Artikel 25 - Algemene ontheffingsregels
- Artikel 26 - Algemene wijzigingsregels
-
Artikel 27 - Algemene procedureregels
- 27.1. Bij de verlening van ontheffing en aanlegvergunning is de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.
- 27.2. Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van een bestemmingsplan op grond van artikel 3.6 van de Wet op de ruimtelijke ordening is de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.
- Artikel 28 - Overige regels
- 4. OVERGANGS- EN SLOTREGELS
- Staat van bedrijfsactiviteiten
Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven Overzicht |
Naar volgende |