Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Koewacht Overslag Zuiddorpe
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0715.BPKOZ01-VG99

Artikel 11 Kantoor (K)

11.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor Kantoor (K) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. gebouwen ten behoeven van:
    1. kantoren op de begane grond met een oppervlakte van maximaal 200 vierkante meter;
    2. het wonen op de verdieping en in ondergeschikte mate op de begane grond;
  2. ter plaatse van de functieaanduiding (cw): tevens cultuurhistorische waarden;
met dien verstande dat:
  1. gebruik als woonruimte ter plaatse van de functieaanduiding (-w) is uitgesloten;
met de daarbij behorende:
  1. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  2. tuinen, erven en terreinen;
  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

11.2 Bouwregels

11.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
  1. de hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  2. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd met de voorgevel in één van de naar de weg gekeerde bouwgrenzen, dan wel op een afstand van ten hoogste 3 meter evenwijdig hieraan;
  3. het maximaal toelaatbaar oppervlak aan gebouwen en overkappingen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 60%, tenzij op de verbeelding anders is bepaald;
  4. ter plaatse van de bouwaanduiding [-bg] zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, toegestaan;
  5. de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient ten minste 1 meter te bedragen;
  6. de goothoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan 6 meter bedragen, tenzij anders is bepaald op de verbeelding;
  7. de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan de op de verbeelding aangegeven maat bedragen en anders 4 meter hoger dan de toegestane goothoogte.
  8. ter plaatse van de functieaanduiding (cw) is het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de geldende bestemming op deze gronden niet toelaatbaar, tenzij burgemeester en wethouders daarvan met een omgevingsvergunning afwijken, zoals bedoeld in artikel 11 lid 3.

11.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen, met dien verstande dat:
  1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen;
  2. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 meter mag bedragen.
  3. ter plaatse van de functieaanduiding (cw) is het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de geldende bestemming op deze gronden niet toelaatbaar, tenzij burgemeester en wethouders daarvan met een omgevingsvergunning afwijken, zoals bedoeld in artikel 11 lid 3.

11.2.3 Maximale hoogtematen

Voor bouwwerken gelden voorts de volgende maximale hoogtematen:
  
goothoogte
bouwhoogte
1.
van hoofdgebouwen
zie verbeelding en
anders 6,00 m
zie verbeelding en anders 4,00 m hoger
dan goothoogte;
2.
Van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen
3,00 m;
6,00 m;
3.
van erfafscheidingen achter de voorgevel
-
2,00 m;
4.
van andere bouwwerken achter de voorgevel
-
3,00 m;
5.
van bouwwerken vóór de voorgevel
-
1,00 m.

11.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11 lid 2 en toestaan dat ter plaatse van de aanduiding (cw) bouwwerken worden opgericht. Met een omgevingsvergunning wordt van de regels afgeweken, indien de cultuurhistorische waarde door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad en de voorgenomen bouwactiviteit strekt tot behoud, herstel en beheer van de cultuurhistorische elementen, rekening wordt gehouden met de cultuurhistorische kwaliteiten en de samenhang en herkenbaarheid hiervan wordt vergroot.
Bij het toepassen van deze afwijkingsmogelijkheid wordt de procedure genoemd in artikel 33 lid 1 doorlopen.

11.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de in lid 1 bedoelde gronden te wijzigen om een functiewisseling naar Dienstverlening (DV) mogelijk te maken, een en ander met inachtneming van de volgende regel:
  1. planwijziging ten behoeve van de functiewisseling naar ‘Dienstverlening’ (DV) dient in overeenstemming te zijn met het bepaalde in Dienstverlening (DV) en de volgende regel:
    1. bij het toepassen van deze wijzigingsbevoegdheid wordt de procedure genoemd in artikel 33 lid 2   doorlopen.

11.5 Dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 1

Indien voor de in lid 1 bedoelde gronden tevens op de verbeelding de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 1 is opgenomen, dan is op deze gronden tevens de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 1 van toepassing een en ander onder verwijzing naar het bepaalde in Waarde - Archeologie - 1.