Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Bedrijventerreinen Drieschouwen, Vaartwijk en Stroodorpe
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0715.BPDVS01-VG99

Artikel 6 Bedrijventerrein -2

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijventerrein - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. gebouwen ten behoeve van:
    1. ter plaatse van de functieaanduiding (b≤3.2): bedrijven voor zover deze voorkomen in de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2 van de bij dit artikel behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, niet zijnde Bevi-inrichtingen en geluidproducerende inrichtingen;
    2. ter plaatse van de functieaanduiding (sb-oli) 'specifieke vorm van bedrijf - oliehandel: tevens een oliehandel in maximaal categorie 4.2 van de bij dit artikel behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, niet zijnde een geluidproducerende inrichting;
    3. ter plaatse van de functieaanduiding (sb-opg) 'specifieke vorm van bedrijf - opslag gevaarlijke stoffen: tevens een bedrijf in de opslag van gevaarlijke stoffen in maximaal categorie 5.1. van de bij dit artikel behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten, niet zijnde een geluidproducerende inrichting;
    4. ter plaatse van de aanduiding (ri) 'risicovolle inrichtingen': uitsluitend bestaande risicovolle Bevi-inrichtingen.
alsmede voor:
  1. bij de bedrijfsactiviteit behorende, aan de bedrijfsactiviteit ondergeschikte kantoren, met een maximum van 1.500 m2;
  2. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding (k): een kantoor, dat vanwege de omvang is aan te merken als een kwetsbaar object, ten behoeve van het op hetzelfde perceel gevestigde bedrijf;
  3. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding (bw): een bestaande bedrijfswoning;
  4. aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen;

    met de daarbij behorende:
  5. tuinen, erven en terreinen;
  6. voorzieningen voor de waterhuishouding;
  7. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder wiekturbines die voldoen aan het vastgestelde beleid zoals verwoord in de bij dit plan behorende toelichting;

6.2 Bouwregels

6.2.1 gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
  1. de gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  2. het aantal bedrijfswoningen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag niet meer dan één bedragen;
  3. het maximaal toelaatbaar oppervlak aan gebouwen en overkappingen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 75%, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximaal bebouwingspercentage' anders is aangegeven;
  4. ter plaatse van de bouwaanduiding [-bg] zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, toegestaan;
  5. de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient ten minste 1 meter te bedragen;
  6. als de gebouwen en overkappingen niet in de perceelsgrens worden gebouwd, dient de afstand tot de perceelsgrens ten minste 1 meter te bedragen;
  7. de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 6 meter bedragen, tenzij anders is bepaald op de verbeelding;
  8. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan de op de verbeelding aangeduide maat bedragen en anders 4 meter hoger dan de toegestane goothoogte.

6.2.2 aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:
  1. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd bij vrijstaande/niet-inpandige bedrijfswoningen;
  2. de goothoogte van een aan- of uitbouw of bijgebouw bij een bedrijfswoning mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  3. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw of bijgebouw bij een bedrijfswoning mag niet meer dan 6 meter bedragen.

6.2.3 bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
  1. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen;
  2. de maximale hoogte van een antennemast mag niet meer dan 30 meter bedragen;
  3. de maximale hoogte van een wiekturbine mag niet meer dan 15 meter bedragen;
  4. de maximale hoogte van silo's mag niet meer dan 25 meter bedragen; 

6.2.4 Maximale hoogtematen

Voor bouwwerken gelden voorts de volgende maximale hoogtematen:
 
  
goothoogte
bouwhoogte
1.
van gebouwen
zie verbeelding en
anders 6,00 m
zie verbeelding en anders 4,00 m hoger
dan goothoogte;
2.
van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning
3,00 m
6,00 m;
3. van antennemasten  - 30,00 m;
4.van wiekturbines -15,00 m;
5.van silo's 25,00 m.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 6 lid 2.1 sub c tot ten hoogste 10% van het bebouwingspercentage indien dit noodzakelijk is voor de continuïteit van het bedrijf of om te kunnen voldoen aan milieueisen.

6.4 Afwijken van de gebruiksregels

6.4.1 afwijken milieucategorie

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:
  1. artikel 6 lid 1 sub a teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan in artikel 6 lid 1 sub a genoemde categorieën, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving, gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere maatgevende milieuaspecten, geacht kan worden te behoren tot de in artikel 6 lid 1 sub a genoemde categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  2. artikel 6 lid 1 sub a teneinde bedrijven toe te laten die niet in de bij deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving, gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm, geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten als genoemd in artikel 6 lid 1 sub a.
voordat met een omgevingsvergunning van de regels wordt afgeweken, wordt aan de milieudeskundige schriftelijk advies gevraagd omtrent de toelaatbaarheid van het bedrijf.

6.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een plan te wijzigen met inachtneming
van de volgende regels:
  1. de categorie-indeling van de bij dit artikel behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten mag worden gewijzigd, indien en voor zover wijziging van de belasting van de daarin opgenomen typen van bedrijven op het milieu daartoe aanleiding geeft dan wel het Bijlage I van het Besluit omgevingsrecht met betrekking tot geluidproducerende inrichtingen wordt gewijzigd;
  2. voor de vaststelling van een wijziging wordt aan de milieudeskundige schriftelijk advies gevraagd omtrent de voorgenomen wijziging;
  3. bij het toepassen van deze wijzigingsbevoegdheid wordt de procedure genoemd in artikel 24 lid 2 doorlopen.