Plan: | Buitengebied Terneuzen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0715.BPBG01-VG98 |
Normstelling en beleid
Bij ruimtelijke plannen wordt ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten gekeken, namelijk:
In het externe veiligheidsbeleid wordt onderscheid gemaakt in het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Voor het GR geldt een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.
Risico relevante inrichtingen
Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) geeft een wettelijke grondslag aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het doel van het besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Op basis van het Bevi geldt voor het PR een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Beide liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan deze normen worden voldaan, ongeacht of het een bestaande of nieuwe situatie betreft.
Het Bevi bevat geen norm voor het GR; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied van de inrichting. De in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm voor het GR geldt daarbij als oriëntatiewaarde.
Vervoer van gevaarlijke stoffen
In de circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen opgenomen. Op basis van de circulaire geldt voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik.
Vooruitlopend op de vaststelling van het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid is de circulaire RVGS per 1 januari 2010 gewijzigd. Met deze wijziging zijn de veiligheidsafstanden uit het Basisnet Weg en het Basisnet Water opgenomen in de circulaire. Per 1 augustus 2012 zijn ook de veiligheidsafstanden uit het Basisnet spoor toegevoegd aan de circulaire. In het BTEV worden tevens plasbrandaandachtsgebieden benoemd voor transportroutes. Vooruitlopend op de vaststelling van het BTEV wordt, aan de hand van de Basisnetten, al geanticipeerd op de beperkingen voor ruimtelijke ontwikkelingen die samenhangen met deze plasbrandaandachtsgebieden.
Buisleidingen
Per 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. Het besluit externe veiligheid (Bevb) geldt enkel voor aardgas en aardolieproducten. Voor andere leidingen voor transport van gevaarlijke stoffen geldt de Circulaire brandbare vloeistoffen van de K1-, K2- en K3- categorie.
In het Besluit externe veiligheid buisleidingen wordt aangesloten bij de risicobenadering uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) zodat ook voor buisleidingen normen voor het PR en het GR gelden. Op advies van de minister wordt bij de toetsing van externe veiligheidsrisico's van buisleidingen al enkele jaren rekening gehouden met deze risicobenadering. Op grond van het Bevb dient zowel bij consoliderende bestemmingsplannen als bij ontwikkelingen inzicht te worden gegeven in de afstand tot het plaatsgebonden risico en de hoogte van het groepsrisico als gevolg van het transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen.
Gemeentelijk beleid
De gemeente Terneuzen heeft in 2005 een Beleidsvisie Externe Veiligheid opgesteld. Het doel van dit beleid is het beperken van de risico's waaraan burgers worden blootgesteld tot een aanvaardbaar minimum. Het externe veiligheidsbeleid bestaat uit drie sporen:
Onderzoek
Risicovolle inrichtingen
In en grenzend aan het plangebied zijn diverse risicovolle inrichtingen aanwezig. In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van deze inrichtingen.
Tabel 5.2a. Risicovolle inrichtingen
inrichting | type | PR10-6 contour | invloedsgebied GR | bijzonderheden |
1. Tankstation Lippens | BEVI | 45 m | 150 m | |
2. Texaco Biervliet | BEVI | 45 m | 150 m | |
3. Pluimveehouderij v. Wijk | BEVI | 20 m/30 m | < Oriëntatiewaarde | 2 propaantanks |
4. Total Axel | BEVI | 45 m | 150 m | |
5. AVIA Sas v. Gent | BEVI | 45 m | 150 m | |
6. Fina Benzinestation | BEVI | 45 m | 150 m | |
7. Total Zaamslag | BEVI | 45 m | 150 m | |
8. Martens Brandstoffen | BEVI | 45 m | 150 m | |
9. Cargill BV | BEVI BRZO | * | <Oriëntatiewaarde | |
10. YARA Sluiskill | BRZO | * | 0,08 x Oriëntatiewaarde | |
11. DOW | BRZO | 1.450 m | <Oriëntatiewaarde | |
12. Katoennatie | BRZO | * | <Oriëntatiewaarde | |
13. ICL-IP | BEVI BRZO | * | <Oriëntatiewaarde | |
14. Electra Winds | BRZO | * | <Oriëntatiewaarde | |
15. Rosier Nederland | BRZO | 120 m* | <Oriëntatiewaarde | |
16. Oiltanking Terneuzen | BRZO | 600 m | <Oriëntatiewaarde | |
17. Bertschi BV | risicovolle inrichting | * | <Oriëntatiewaarde | |
18. Decoplant DOW | risicovolle inrichting | * | geen sprake van een groepsrisico | De personendichtheid is hiervoor te laag |
19. Pompstation Braakman | risicovolle inrichting | 0 m | geen sprake van een groepsrisico | De personendichtheid is hiervoor te laag |
20. Lehnkering | risicovolle inrichting | * | 1400 m | |
21. Station Emplacement Sas van Gent | BEVI | * | 8,1 maal de oriëntatiewaarde | o.b.v. bijlagenboek Sas van Gent |
22. Gasstation Koegors/Zelzate | risicovolle inrichting | 25 m op basis van risicokaart / 0 m op basis van QRA | geen sprake van een groepsrisico | De personendichtheid is hiervoor te laag |
23. Vos Silo Logistics/Ravago | risicovolle inrichting | * | <Orientatiëwaarde | |
24. Air Liquide | BRZO | * | geen sprake van een groepsrisico | De personendichtheid is hiervoor te laag |
25. Sluiskiltunnel BV | risicovolle inrichting | 40 m, gelegen binnen eigen inrichting | <Oriëntatiewaarde | |
26. Leisure Centre | BEVI | 45 m/68 m | <Orientatiewaarde | |
27. Vlaeynatie/TPT | BRZO | * | geen sprake van een groepsrisico | |
28. Gasontvangstation Axel Sassing | risicovolle inrichting | 25 m | geen sprake van een groepsrisico | |
29. Fa. Baert | risicovolle inrichting | 175 m | <Orientatiewaarde | 2 x opslag bestrijdingsmiddelen |
30. Pompstation Plattedijk | risicovolle inrichting | 25 m | <Oriëntatiewaarde | |
31. OQ Value | BEVI | 120 m | 150 m |
* reikt niet tot in plangebied
De inrichtingen 5, 6, 8, 10, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 20, 21, 23, 24, 27, 28 en 31 met de bijbehorende PR10-6 - contour zijn buiten het plangebied gelegen.
De inrichtingen 2, 4, 7, 9 en 26 zijn buiten het plangebied gelegen maar de bijbehorende PR10-6 - contour ligt gedeeltelijk in het plangebied. De gronden binnen de contouren zijn bestemd tot Verkeer, Groen, Wonen zonder bouwvlak of Agrarisch zonder bouwvlak. Binnen deze bestemmingen zijn nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten niet mogelijk. Deze PR10-6 - contouren zijn derhalve niet in het bestemmingsplan opgenomen.
Inrichting 30 is in het plangebied gelegen, alsmede de bijbehorende PR10-6 risicocontour. De gronden binnen de contour zijn bestemd tot Verkeer of Agrarisch zonder bouwvlak. Binnen deze bestemmingen zijn nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten niet mogelijk. Deze PR10-6 - contouren zijn derhalve niet in het bestemmingsplan opgenomen.
Inrichting 29 is buiten het plangebied gelegen, de bijbehorende PR10-6 risicocontour ligt gedeeltelijk binnen het plangebied. Het bedrijf is beëindigd maar de vergunning is niet ingetrokken. Binnen deze contour is, binnen de begrenzing van dit bestemmingsplan een woning gelegen. Het bestemmingsplan biedt geen rechtstreekse mogelijkheden om op deze bestemming Wonen het aantal woningen uit te breiden. Met toepassing van de wijzigingsbevoegdheid voor sloop zou een extra woning eventueel wel zijn toegestaan. Met een aanpassing van de wijzigingsregels wordt deze mogelijkheid uitgesloten. Binnen de contour is eveneens het wijzigingsgebied voor nieuwe landgoederen gelegen. Ook hiervoor geldt dat met een aanpassing van de wijzigingsregels de mogelijkheid van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten wordt voorkomen.
De inrichtingen 19, 22 en 25 zijn in het plangebied gelegen maar de bijbehorende PR10-6 - contour is heel klein of ligt binnen de grenzen van de inrichting. Deze PR10-6 - contouren zijn derhalve niet in het bestemmingsplan opgenomen.
Voor inrichting 11 (DOW) geldt dat binnen de PR10-6 risicocontour 2 woningen gelegen zijn. Dit betreffen beperkt kwestbare objecten, de PR10-6 risicocontour geldt hier dan ook als richtlijn. De woningen zijn reeds bestaand en derhalve is een motivatie waarom deze woningen hier mogelijk zijn niet noodzakelijk.
Binnen de contour zijn ook twee bedrijfsbestemmingen gelegen waar momenteel geen bedrijfswoningen aanwezig zijn maar nieuwbouw hiervan niet is uitgesloten. De bouw van nieuwe bedrijfswoningen wordt uitgesloten op beide percelen.
De inrichtingen 1 en 3 zijn in het plangebied gelegen, alsmede de bijbehorende PR10-6 - contour. De gronden binnen de contour zijn bestemd tot Verkeer, Agrarisch zonder bouwvlak of Bedrijf zonder bouwvlak. Binnen deze bestemmingen zijn nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten niet mogelijk. Deze PR10-6 contouren zijn derhalve niet in het bestemmingsplan opgenomen.
Samenvattend geldt:
Bestaande situatie
Kwetsbaar of beperkt kwetsbaar
Binnen het plangebied komt thans enkele locaties voor waar beperkt kwetsbare objecten zijn gelegen binnen de PR10-6 contour van BEVI-inrichtingen.
Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de PR10-6 contour als richtlijn. Deze beperkt kwetsbare objecten zijn reeds gerealiseerd en derhalve is een motivatie niet meer noodzakelijk.
Nieuwe situatie
Nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten worden niet toegestaan binnen de PR10-6 contour van inrichtingen.
Rechtstreeks bouwrecht
Binnen de contour van DOW zijn twee bedrijfsbestemmingen aanwezig waarbij in principe bedrijfswonigen zijn toegestaan maar nog niet gerealiseerd. Deze mogelijkheid voor de bouw van bedrijfswoningen kan niet in stand blijven.
Wijzigingsbevoegdheden
In het bestemmingsplan zijn, binnen de contouren van de beschreven inrichtingen, wijzigingsbevoegdheden voor landgoederen en compensatiewoningen van toepassing. Binnen deze wijzigingsbevoegdheden is de voorwaarde opgenomen dat bij toepassing van de bevoegdheden inzicht moet worden gegeven en rekening moet worden gehouden met de externe veiligheidsaspecten van inrichtingen waarbij nieuwe beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten binnen 10 -6 risico-contouren niet zijn toegestaan.
Afwijkingsbevoegdheid
In het bestemmingsplan zijn tevens afwijkingsbevoegdheden opgenomen met betrekking tot kamperen bij de boer, het huisvesten van seizoensarbeiders en het starten van een Nieuwe Economische Drager. Binnen de contouren van de beschreven inrichtingen kan de afwijkingsbevoegdheid voor een Nieuwe Economische Drager worden toegepast. Ook hiervoor geldt dat voldaan moet worden aan de voorwaarde dat inzicht wordt gegeven en rekening wordt gehouden met de externe veiligheidsaspecten van nabijgelegen leidingen en waarbij nieuwe beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten binnen 10 -6 risico-contouren niet zijn toegestaan.
Daarnaast zijn in het plangebied een aantal inrichtingen aanwezig met kleinere propaantanks. Deze zijn weergegeven in tabel 5.2.b.
Tabel 5.2.b. Inrichtingen met propaantanks in het plangebied.
Inrichting | Inhoud | |
Akkerbouwbedrijf Mangnus, Helenaweg 1 | 2 x 3 m3 | |
Akkerbouwbedrijf Buysse, Helenaweg 6 | 2 x 8 m3 | |
A.T.P. Trier, Middenweg 15 | 2 x 3 m3 | |
Akkerbouwbedrijf Gielleit, Wittestraat 2 | 2 x 3 m3 | |
Agrarisch bedrijf MTS Buijsse, Zouteweg 8 | 2 x 3 m3 | |
J. diele Havenstraat 20 | 2 x 3 m3 | |
Agrarisch bedrijf Vervaet, Paulinaweg 8 | 2 x 3 m3 | |
Gebroeders Pladdet, Paulinaweg 8 | 2x 12,8 m3 en 2 x 5 m3 | |
Akkerbouwbedrijf W.D. Waverijn, Spanjaardweg 6 | 3 m3 en 8 m3 | |
I. van Cruiningen | 2 x 3 m3 | |
Vergader accommodatie Braakman, Braakmanweg 1 | 2 x 3 m3 | |
V.O.F. vakantie-eiland Braakman, Middenweg 1 | 2 x 3 m3, 7 x 5 m3, 1 x 7 m3, en 4 x 8 m3 | |
Akkerbouwbedrijf L.v Driessen, Westenrijkweg 1 | 2 x 3 m3 | |
V.O.F. van Waes Haers, akkerbouw en fruitteelt, Zeedijk 4 | 2 x 5 m3 | |
R. v.d. Have, Lange blikstraat 2 | 2 x 3 m3 | |
Eric de Schepper, Het zand 21 | 2 x 8 m3 | |
F. de Putter, Beoostenblijsestraat 3 | 2 x 8 m3 | |
N.J.C.M. Kerckhaert, kijkuit 2 | 2 x 3 m3 | |
Tjampea Campings, Eerste verkorting 10 | 2 x 3 m3 | |
Oliehandel Dekker, Meerkropweg 10 | 3 x 8 m3 | |
V.O.F. de Feijter, Vaartwijk 13 | 3 m3 | |
Den Hamer, Capellestraat 20/44 | 2 x 3 m3 | |
W.J. Dieleman, Terneuzensestraat 66 | 3 m3 | |
G.R. Westeneng, Zaaidijk 1 | 2 x 3 m3 | |
J. Meesen, Steenoers 7 | 2 x 3 m3 | |
A.J. de Koeier, Molenweg 1 | 2 x 3 m3 | |
V.O.F. de Pooter, bedrijvenstraat 13 | 2 x 3 m3 | |
A. Maljaars en camping, Koning Willem-III weg 1 | 2 x 3 m3 | |
L.H. Fraanje, Kamperseweg 4 | 2 x 3 m3 | |
Mts de Feijter - Dekker, Eendragtweg 12 | 2 x 3 m3 |
Tevens is in de gemeente Borsele de kerncentrale EPZ gevestigd. Het plangebied valt binnen de schuilzone en de Jodiumprofylaxe-zone van deze kerncentrale. De Jodiumprofylaxe-zone houdt in het innemen van jodiumprofylaxe (van personen tot maximaal 45 jaar). De kerncentrale valt onder de Kernenergiewet en niet onder de wetgeving m.b.t. externe veiligheid, derhalve wordt er in deze paragraaf niet verder ingegaan over dit aspect.
Groepsrisico
Het bestemmingsplan Terneuzen Buitengebied is consoliderend van aard, er worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die relevante gevolgen hebben voor de personendichtheden in het gebied. Het groepsrisico zal ten gevolge van dit plan dan ook niet toenemen. Daarom kan met een beperkte verantwoording van het groepsrisico volstaan worden. Deze is opgenomen in bijlage 9.
Transport gevaarlijke stoffen
Binnen het plangebied vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over de weg, water, via het spoor en door buisleidingen.
Weg
Binnen en langs het plangebied zijn zowel de N61, N62, N252, N258 en de Herbert H. Dowweg gelegen. Over deze wegen vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. De N61 en N62 beschikken niet over een veilligheidsafstand of een Plasbrandaandachtsgebied (PAG). In dit consoliderende bestemmingsplan worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt die leiden tot een relevante toename van de personendichtheden in het gebied. Het groepsrisico is kleiner dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde. Dit in combinatie met het feit dat het plan consoliderend van aard is zorgt ervoor dat het groepsrisico niet toeneemt. Conform de Beleidsvisie Externe Veiligheid van de Provincie Zeeland is wel een verantwoording van het groepsrisico opgesteld in bijlage 9.
De N252, N258 en de Herbert H. Dowweg zijn niet opgenomen op de risicokaart en/of het Basisnet weg. Dit betreffen derhalve wegen met een dusdanige kleine hoeveelheid gevaarlijke stoffen dat een PR 10-6 contour buiten de weg niet aannemelijk is, het groepsrisico indien al aanwezig zal niet groter zijn dan 0,1 maal de orientatiewaarde. Dit in combinatie met het feit dat het plan consoliderend van aard is zorgt ervoor dat het groepsrisico niet toeneemt. Conform de Beleidsvisie Externe Veiligheid van de Provincie Zeeland is een verantwoording van het groepsrisico opgesteld in bijlage 9.
Spoor
Binnen het plangebied zijn vier spoortrajecten gelegen waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt, dit betreffen:
Uit het Basisnet spoor blijkt dat voor deze trajecten geen Plasbrandaandachtsgebied (PAG) en een veiligheidszone geldt. Tevens blijkt het groepsrisico niet groter te zijn dan 0,3 maal de oriëntatiewaarde, zie figuur 5.3. Dit in combinatie met het consoliderende karakter van het bestemmingsplan zorgt niet voor een toename van het groepsrisico. Conform de Beleidsvisie Externe Veiligheid van de Provincie Zeeland is wel een verantwoording van het groepsrisico opgesteld in bijlage 9.
Figuur 5.3. Groepsrisico spoor
Water
Ten noorden van het plangebied is de Westerschelde gelegen. Door het plangebied loopt tevens het kanaal van Terneuzen naar Gent. Deze beide vaarwegen worden naar verwachting conform het Basisnet Water aangewezen als rode vaarweg. Dit houdt in dat de PR 10-6 -contour maximaal tot aan de oever mag reiken en de vaarwegen beschikken over een Plasbrandaandachtsgebied (PAG). Het PAG reikt tot 40 meter landinwaarts vanaf de oever, binnen dit gebied mogen er geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten gerealiseerd worden.
Grenzend aan de Westerschelde is een waterkering gelegen met een breedte van 80 tot 100 meter, vertaald in een bestemming Waterstaatswerken. De realisering van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten is binnen deze bestemming en dus binnen het PAG niet mogelijk.
Grenzend aan het Kanaal Terneuzen - Sas van Gent zijn bestemmingen Verkeer, Water en/of Natuur opgenomen over een breedte van 40 tot 55 meter. De realisering van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten is binnen deze bestemmingen en dus binnen het PAG niet mogelijk. In de omgeving van de Sluiskiltunnel zijn binnen het PAG-gebied agrarische gronden en een agrarisch bouwvlak gelegen. De bouw van een dienstwoning is bij het agrarische bouwvlak uitgesloten zodat ook hier geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten kunnen worden gerealiseerd.
Gezien het landelijke karakter van het bestemmingsplan en de lage personendichtheid zal de oriëntatiewaarde niet overschreden worden. In de toekomstige situatie zal het groepsrisico niet toenemen, gezien het consoliderende karakter van het bestemmingsplan. De verantwoording van het groepsrisico is in bijlage 9 opgenomen.
Leidingen
De gemeente Terneuzen merkt de hierna volgende leidingen aan als planologisch relevant, voor zover zij geen deel uitmaken van een inrichting zoals bedoeld in de Wet milieubeheer ('leidingen die deel uitmaken van een inrichting' zijn leidingen binnen de inrichtingsgrens die in beheer zijn van de drijver van de inrichting en leidingen die in beheer zijn van derden waarmee een product wordt geleverd aan de betreffende inrichting):
Voor zover door deze leidingen gevaarlijke stoffen worden vervoerd, worden deze beschreven in deze paragraaf; de overige leidingen zijn beschreven in paragraaf 5.5.
Binnen het plangebied is een aantal leidingen aanwezig waardoor gevaarlijke stoffen vervoerd worden. In tabel 5.3 is een overzicht van deze leidingen weergegeven.
Tabel 5.3. Leidingen met externe veiligheidsrisico's binnen het plangebied
product | gegevens | beheerder | 10^-6 | belemmeringenstrook |
Waterstof | 4 inch 100 bar | Air Liquide | 22 meter aan weerszijden van de leiding | 5 meter |
Reservering waterstof en zuurstof leiding | 4 inch 100 bar en 250 mm 30 bar | Air Liquide Air Products | niet aanwezig | 5 meter |
Stikstof | 300 mm 30 bar | Air Products | 15 meter aan weerszijden van de leiding | 5 meter |
Zuurstof | 250 mm 30 bar | Air Products | 15 meter aan weerszijden van de leiding | 5 meter |
Stikstof en zuurstof | 250 mm 80 bar | Air Products | niet aanwezig | 5 meter |
Etheen | 6 inch 100 bar | DOW | aanwezig * | 5 meter |
Nafta | 6 inch 50 bar | DOW | aanwezig * | 5 meter |
Propeen | 6 inch 100 bar | DOW | aanwezig * | 5 meter |
Aardgas | 12 inch 40 bar | Gasunie | niet aanwezig | 4 meter |
Aardgas | 16 inch 40 bar | Gasunie | niet aanwezig | 4 meter |
Aardgas | 16 inch 66 bar | Gasunie | aanwezig * | 5 meter |
Aardgas | 16 inch 80 bar | Gasunie | niet aanwezig | 5 meter |
Aardgas | 18 inch 40 bar | Gasunie | niet aanwezig | 4 meter |
Aardgas | 24 inch 66 bar | Gasunie | aanwezig * | 5 meter |
Aardgas | 30 inch 80 bar | Gasunie | aanwezig * | 5 meter |
Aardgas | 4 inch 40 bar | Gasunie | niet aanwezig | 4 meter |
Aardgas | 6 inch 40 bar | Gasunie | niet aanwezig | 4 meter |
Aardgas | 8 inch 40 bar | Gasunie | niet aanwezig | 4 meter |
Etheen | 6 inch 100 bar | Shell | aanwezig * | 5 meter |
Aardgas | 20 inch 80 bar | Zebra | aanwezig * | 5 meter |
Aardgas | 28 inch 80 bar | Zebra | aanwezig * | 5 meter |
Aardgas | 6 inch 80 bar | Zebra | aanwezig * | 5 meter |
Aardgas | 48 inch 80 bar | Gasunie | niet aanwezig | 5 meter |
* de exacte ligging van de veiligheidszones ten opzicht van de hartlijn van de leidingen is niet weergegeven; deze afstanden zijn niet overal gelijk
In samenhang met de leidingen zijn andere voorzieningen in het plangebied aanwezig (zoals aardgasontvangststations en -reduceerstations). Deze nutsvoorzieningen zijn allemaal op ruime afstand (100 tot 350 meter) van bestaande kwetsbare objecten gelegen. De aangrenzende verkeersbestemmingen en agrarische bestemmingen zonder bouwmogelijkheden zorgen er voor dat ook in de toekomst de bouw van (beperkt) kwetsbare objecten binnen de veiligheidszones van deze voorzieningen, niet mogelijk is.
Bestaande situatie
Kwetsbaar
Binnen het plangebied komt thans nog één locatie voor waar kwetsbare objecten zijn gelegen binnen de PR10-6 contour van hogedruk aardgasleidingen. De leidingbeheerder die hiervoor verantwoordelijk is, te weten Zebra, dient middels het treffen van maatregelen ervoor zorg te dragen dat op 1 januari 2014 geen kwetsbare objecten meer binnen de PR10-6 contour liggen. (Voorheen lagen er ook kwetsbare objecten binnen de PR10-6 contour van één van de aardgasleidingen van Gasunie).
Beperkt kwetsbaar
Binnen het plangebied komen daarnaast ook beperkt kwetsbare objecten voor binnen de PR10-6 contour van de hogedruk aardgasleidingen. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de PR10-6 contour als richtlijn. Deze beperkt kwetsbare objecten zijn reeds gerealiseerd en derhalve is een motivatie niet meer noodzakelijk.
Nieuwe situatie
Nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten worden niet toegestaan binnen de PR10-6 contour van de leidingen. Leidingen moeten voldoen aan het Bevb of de Circulaire K1-, K2- of K3-vloeistoffen.
Wijzigingsbevoegdheden
In het bestemmingsplan worden wijzigingsbevoegdheden voor landgoederen, compensatiewoningen en woningen in cultuurhistorische waardevolle gebouwen opgenomen. Binnen deze wijzigingsbevoegdheden is de voorwaarde opgenomen dat bij toepassing van de bevoegdheden inzicht moet worden gegeven en rekening moet worden gehouden met de externe veiligheidsaspecten van nabijgelegen leidingen waarbij nieuwe beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten binnen 10 -6 risico-contouren niet zijn toegestaan.
Afwijkingsbevoegdheid
In het bestemmingsplan zijn tevens afwijkingsbevoegdheden opgenomen met betrekking tot kamperen bij de boer, het huisvesten van seizoensarbeiders en het starten van een Nieuwe Economische Drager. Ook hiervoor geldt dat voldaan moet worden aan de voorwaarde dat inzicht wordt gegeven en rekening wordt gehouden met de externe veiligheidsaspecten van nabijgelegen leidingen en waarbij nieuwe beperkt kwetsbare en kwetsbare objecten binnen 10 -6 risico-contouren niet zijn toegestaan.
Groepsrisico
Door de Regionale Milieu Dienst Roosendaal is op 1 oktober 2012 gerekend aan de hoogte van het groepsrisico, de conclusies daarvan zijn in dit plan verwerkt.
Gezien het landelijke karakter van het bestemmingsplan en de lage personendichtheid zal de oriëntatiewaarde niet overschreden worden. De verantwoording van het groepsrisico is in bijlage 9 opgenomen.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat het plan voldoet aan de normstelling ten aanzien van externe veiligheid. Het aspect externe veiligheid staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg.