Wonen is het belangrijkste thema in het bestemmingsplan Kernen. Er zijn veel burgerwoningen in het plangebied. Het bestemmingsplan is voornamelijk voor deze burgers. Zij moeten de mogelijkheden krijgen om op de door hen gewenste manier te kunnen wonen en leven. In het bestemmingsplan wordt voor hen duidelijk wat toegestaan is en waar de grenzen liggen. Een aantal aandachtspunten voor het gebruik en de bouwmogelijkheden worden in de navolgende tekst weergegeven.
Bouwhoogte
In het vigerend bestemmingsplan 'Kernen' is alleen een maximale goothoogte opgenomen. Bij de eerste herziening van het bestemmingsplan ('Kernen 1e herziening') is daarnaast nog een algemene regel opgenomen waarmee de maximale bouwhoogte bepaald kan worden. Om de gebruiksvriendelijkheid te vergroten wordt in voorliggend plan, naast de goothoogte, ook direct een bouwhoogte opgenomen.
Woningdiepte
In het vigerend bestemmingsplan is een woningdiepte opgenomen van 10 c.q. 12 meter. Burgers komen echter regelmatig met de wens voor een diepere woning. Gezien de diepte van de meeste percelen in de Zederikse kernen kan hieraan tegemoet gekomen worden. De diepte van een hoofdgebouw voor vrijstaande en twee-aan-één gebouwde woningen wordt verruimd tot 15 meter. Voor overige woningen wordt dit 12 meter. Als aanvullende eis geldt wel dat het perceel voldoende diep moet zijn. Er moet van de achtergelegen tuin minimaal 10 meter overblijven. Tevens mag niet meer dan 50% van het achtererfgebied bebouwd worden. Voor burgers die met 12 c.q. 15 meter niet uit de voeten kunnen is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen voor een diepere woning.
Mantelzorg
Zederik heeft een betrokken gemeenschap. Mensen helpen elkaar en zorgen voor elkaar. Dit geldt ook voor mantelzorg. Om dit te faciliteren is in het bestemmingsplan een regeling voor mantelzorg opgenomen.
Bijbehorende bouwwerken
De maximale hoeveelheid bijbehorende bouwwerken is op 75 m2 gesteld. Na afwijking is 150 m2 toegestaan. Een aandachtspunt hierbij zijn de waardevolle bebouwingslinten en belangrijke doorzichten. Hier moet zorgvuldig mee omgegaan worden. De regeling dat niet meer dan 50% van het achtererfgebied bebouwd mag worden blijft daarom bestaan. In een aantal gevallen is de bestaande hoeveelheid bijgebouwen echter meer dan 150 m2. Bij sloop en nieuwbouw kan in deze gevallen gebruik worden gemaakt van de terugbouwregeling. Dit houdt in dat, als men bijgebouwen sloopt, er tot maximaal 70% van de oude oppervlakte teruggebouwd mag worden.
Woningsplitsing
In het plangebied staan grote boerderijen (woning en aangebouwd bedrijfsdeel), voornamelijk aan de rand van de bebouwde kom. Het komt bij deze boerderijen voor dat het pand te groot is voor de eigenaren of dat zij het niet alleen kunnen onderhouden. De panden in goede conditie houden is echter wel van belang. Er is daarom opgenomen dat, via een wijzigingsbevoegdheid, inpandig (hoofdgebouw plus aangebouwd bijgebouw) maximaal twee extra woningen mogen worden toegevoegd. Deze woningen moeten wel minimaal een inhoud hebben van 250 m3. Tevens mag per (gesplitste) woning maximaal 75 m2 aan erfbebouwing gerealiseerd worden.