direct naar inhoud van Artikel 6 Cultuur en Ontspanning
Plan: Buitengebied Zederik
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0707.BPBuitengebiedZDR-VG02

Artikel 6 Cultuur en Ontspanning

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Cultuur en Ontspanning aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. cultuur en ontspanning als bedoeld in artikel 1.42;
  • b. maximaal één bedrijfswoning per bestemmingsvlak;
  • c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met de daarbij behorende bouwwerken, tuinen en erven, bergingen en andere nevenruimten, ongebouwde en gebouwde parkeervoorzieningen, in- en uitritten, laad- en losvoorzieningen en nutsvoorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfsgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de goothoogte bedraagt maximaal 6 m;
  • c. de bouwhoogte bedraagt maximaal 10 m.
6.2.2 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de bedrijfswoning dient binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. aantal maximaal één per bouwvlak;
  • c. de goothoogte bedraagt maximaal 6 m;
  • d. de bouwhoogte bedraagt maximaal 10 m;
  • e. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m³ inclusief aan- en uitbouwen dan wel de bestaande inhoud indien deze meer bedraagt dan 750 m³;
  • f. de hoofdmassa van bedrijfswoningen wordt verplicht voorzien van een kap.
6.2.3 Bijgebouwen bij de bedrijfswoning

Voor het bouwen van bijgebouwen bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. bijgebouwen bij de bedrijfswoning mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 75 m² mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50% is;
  • c. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • e. dienen verplicht te worden voorzien van een kap.
6.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen met (geheel) open constructie 1,5 m;
  • b. overige erf- en terreinafscheidingen 1 m;
  • c. toegangspoorten 2 m;
  • d. lichtmasten 9 m;
  • e. straatmeubilair 6 m;
  • f. antennes 5 m;
  • g. tuinmeubilair 2 m;
  • h. overkappingen 3 m;
  • i. overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 3 m.
6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Vergroten inhoud bedrijfswoning

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.2.2 onder e en toestaan dat de inhoud van de bedrijfswoning maximaal 1.000 m³ mag bedragen met dien verstande dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden en dat alvorens een besluit tot afwijking wordt genomen, een landschapsdeskundige om advies wordt gevraagd.

6.3.2 Afwijking goot- en bouwhoogte bedrijfsgebouwen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.2.1 voor het verhogen van de goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen tot maximaal 8 respectievelijk 11 m, met dien verstande dat:

  • a. de afwijking noodzakelijk is in verband met een doelmatige uitoefening van het bedrijf;
  • b. de eventueel aanwezige cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
6.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  • a. detailhandel tenzij deze ondergeschikt is aan de hoofdfunctie;
  • b. horecadoeleinden anders dan ondergeschikte, lichte vormen van horeca ten dienste van de ter plaatse gevestigde voorzieningen van cultuur en ontspanning;
  • c. permanente bewoning anders dan ten behoeve van de bedrijfswoning;
  • d. standplaats voor kampeermiddelen;
  • e. nachtverblijf in de vorm van logies voor derden.
6.5 Afwijken van de gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 6.1 in verband met het gebruik van een bedrijfswoning dan wel de daarbij behorende bestaande bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg, met dien verstande dat het brutovloeroppervlak van bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg maximaal 100 m2 bedraagt.