direct naar inhoud van Artikel 5 Bedrijf
Plan: Buitengebied Zederik
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0707.BPBuitengebiedZDR-VG02

Artikel 5 Bedrijf

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Algemeen

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de staat van bedrijfsactiviteiten;
  • b. bedrijfswoningen, waarbij het aantal bedrijfswoningen maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven getal bedraagt; indien geen aanduiding is aangegeven bedraagt het maximum één per bouwvlak dan wel het bestaande aantal, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' bedrijfswoningen niet zijn toegestaan;
  • c. de uitoefening van huisgebonden beroep met dien verstande dat het vloeroppervlak ten behoeve van deze functie maximaal 30% van het vloeroppervlak van de woning inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot een maximum van 150 m² mag bedragen.
  • d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

met dien verstande dat:

  • e. ter plaatse van de aanduiding 'gemaal' uitsluitend een gemaal is toegestaan;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg' uitsluitend een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder lpg is toegestaan;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 1' uitsluitend bedrijven in de categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne' uitsluitend een brandweerkazerne is toegestaan;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling' uitsluitend caravanstalling is toegestaan';
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer – parkeerterrein vrachtwagens' uitsluitend een parkeerterrein voor vrachtwagens is toegestaan;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'waterzuiveringsinstallatie' uitsluitend een waterzuiveringsinstallatie is toegestaan;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'opslag' uitsluitend opslag is toegestaan;

met de daarbij behorende bouwwerken, tuinen en erven, bergingen en andere nevenruimten, ongebouwde en gebouwde parkeervoorzieningen, in- en uitritten, laad- en losvoorzieningen en nutsvoorzieningen, met dien verstande ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - 1', geen bouwwerken zijn toegestaan, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen en met dien verstande dat silo's niet zijn toegestaan.

5.1.2 Aanvulling bestemmingsomschrijving

In aanvulling op het bepaalde in artikel 5.1.1 zijn de voor Bedrijf aangewezen gronden tevens bestemd voor:

  • a. een aannemersbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf';
  • b. een agrarisch hulpbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - agrarisch hulpbedrijf';
  • c. een goederenwegvervoerbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - goederenwegvervoerbedrijf';
  • d. een goederenwegvervoerbedrijf en hovenier ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - goederenwegvervoerbedrijf en hovenier';
  • e. een spuiterij en plaatwerkerij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - spuiterij en plaatwerkerij';
  • f. een plaatwerkerij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - plaatwerkerij';
  • g. een groothandel in akkerbouwproducten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – groothandel in akkerbouwproducten';
  • h. een groothandel in voedings- en genotsmiddelen en hovenier ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in voedings- en genotsmiddelen en hovenier';
  • i. een bedrijf in grof groen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf grofgroen';
  • j. een groothandel in machines ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in machines';
  • k. een groothandel in vee ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in vee';
  • l. een groothandel in vee ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in vee en vlees';
  • m. een groothandel in consumentenartikelen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in consumentenartikelen';
  • n. een groothandel in machines en metaalverwerkingsbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in machines en metaalverwerkingsbedrijf';
  • o. een groothandel in bouwmateriaal ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in bouwmaterialen';
  • p. een groothandel in bouwbedrijven ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in bouwbedrijven';
  • q. een groothandel in ijzer- en schrootmaterialen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in ijzer- en schrootmaterialen';
  • r. een landbouw mechanisatiebedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - landbouw mechanisatiebedrijf';
  • s. een vleesverwerkingsbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - vleesverwerkingsbedrijf';
  • t. een vleesverwerkingsbedrijf en slachtbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - vleesverwerkingsbedrijf en slachterij';
  • u. een metaalbewerkingsbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - metaalbewerkingsbedrijf';
  • v. een bouwinstallatiebedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bouwinstallatiebedrijf';
  • w. een bouwnijverheidbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - bouwnijverheidbedrijf'; met dien verstande dat het breken, malen, zeven of drogen van zand, grond, grind of steen, puin en mergel niet is toegestaan;
  • x. een opslagbedrijf en koelhuis ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslagbedrijf en koelhuis';
  • y. een bedrijf in verhuur van bouw- en sloopmachines en werktuigen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - verhuur van bouw- en sloopmachines';
  • z. een bedrijf in verhuur, reparatie en onderhoud van bouw- en sloopmachines ter plaatse van aan de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - verhuur, reparatie en onderhoud van bouw- en sloopmachines';
  • aa. een bedrijf ten behoeve van de productie van hout- en plaatmateriaal ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - productie van hout- en plaatmateriaal';
  • ab. een zuivelproductenbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - zuivelproductenbedrijf'
  • ac. een bedrijf in de productie van hout- en plaatmateriaal ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - productie van hout- en plaatmateriaal';
  • ad. een meubelfabriek ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - meubelfabriek';
  • ae. een timmerfabriek ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf- timmerfabriek';
  • af. een hoveniersbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'hovenier';
  • ag. een agrarisch loonbedrijf ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch loonbedrijf';
  • ah. een manege ter plaatse van de aanduiding 'manege';
  • ai. een hobbyboer ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - hobbyboer';
  • aj. fruitteelt ter plaatse van de aanduiding 'fruitteelt';
  • ak. een groothandel in volumineuze goederen voor speelvoorzieningen en dagrecreatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - groothandel in volumineuze speeltoestellen'.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfsgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage bedraagt maximaal het bebouwingspercentage zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximaal bebouwingspercentage'; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, mag het gehele bouwvlak worden bebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch hulpbedrijf' mag bedrijfsbebouwing aansluitend buiten het bouwvlak plaatsvinden tot een oppervlakte van maximaal 10% van de oppervlakte van de bestaande bedrijfsbebouwing;
  • d. de goothoogte bedraagt maximaal 6 m;
  • e. de bouwhoogte bedraagt maximaal 10 m;
  • f. in afwijking van sub d en e is ter plaatse van de aanduiding 'waterzuiveringsinstallatie' een goot- en bouwhoogte van maximaal 10 m en over ten hoogste 20% van de bebouwde gronden is een goot- en bouwhoogte van ten hoogste 14 m toegestaan.
5.2.2 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van de bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de bedrijfswoning dient binnen het bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage bedraagt maximaal het bebouwingspercentage zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximaal bebouwingspercentage'; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, mag het gehele bouwvlak worden bebouwd;
  • c. de goothoogte bedraagt maximaal 6 m;
  • d. de bouwhoogte bedraagt maximaal 10 m;
  • e. de hoofdmassa van bedrijfswoningen wordt verplicht voorzien van een kap;
  • f. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m³ inclusief aan- en uitbouwen dan wel de bestaande inhoud indien deze meer bedraagt dan 750 m³.
5.2.3 Bijgebouwen bij de bedrijfswoning

Voor het bouwen van bijgebouwen bij de bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. bijgebouwen bij de bedrijfswoning mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan 75 m²;
  • c. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • e. dienen verplicht te worden voorzien van een kap.
5.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen met (geheel) open constructie 1,5 m;
  • b. overige erf- en terreinafscheidingen 1 m;
  • c. toegangspoorten 2 m;
  • d. lichtmasten 9 m;
  • e. straatmeubilair 6 m;
  • f. antennes 5 m;
  • g. tuinmeubilair 2 m;
  • h. windturbines 15 m;
  • i. overkappingen 3 m;
  • j. overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 3 m.
5.3 Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Afwijking bijgebouwen hobbyboer

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2.3

voor het vergroten van de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen en overkappingen uitsluitend ten behoeve van hobbyboeractiviteiten, met dien verstande dat:

  • a. aanvrager minimaal 1 ha grond in beheer bijbehorende gronden in beheer heeft;
  • b. de omvang van de activiteiten minimaal 4 nge of vergelijkbare omvang in SO bedraagt;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen niet meer dan 2% van de bijbehorende gronden tot een maximum van 300 m² mag bedragen;
  • d. de aanwezige natuurlijke, cultuurhistorische en landschappelijke waarden en de bestaande doorzichten mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • e. de aanvraag is getoetst door een agrarisch deskundige;
  • f. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad.
5.3.2 Bedrijfsgebouwen buiten bouwvlak

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2.1 ten behoeve van het bouwen van bedrijfsgebouwen voor agro-gerelateerde bedrijven buiten het bouwvlak met dien verstande dat de uitbreiding niet meer bedraagt dan 10% van het bestaande bebouwde oppervlak met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de eventueel aanwezige cultuurhistorisch natuurlijke en landschappelijke waarden en de bestaande doorzichten mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
5.3.3 Windturbines en silo's

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2.4 voor:

  • a. windturbines tot een bouwhoogte van maximaal 25 m;
  • b. silo's tot een bouwhoogte van maximaal 15 m.
5.3.4 Inhoud bedrijfswoning

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2.2 en toestaan dat de inhoud van de bedrijfswoning maximaal 1.000 m³ mag bedragen met dien verstande dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden, en dat alvorens een besluit tot afwijking wordt genomen, een landschapsdeskundige om advies wordt gevraagd.

5.3.5 Afwijking goot- en bouwhoogte bedrijfsgebouwen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.2.1 voor het verhogen van de goot- en bouwhoogte van bedrijfsgebouwen tot maximaal 8 respectievelijk 11 m, met dien verstande dat:

  • a. de afwijking noodzakelijk is in verband met een doelmatige uitoefening van het bedrijf;
  • b. de eventueel aanwezige cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast;
  • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.
5.3.6 Afwijking tanks

Bij omgevingsvergunning kan ter plaatse van de aanduiding 'waterzuiveringsinstallatie' worden afgeweken van artikel 5.2.4 voor het realiseren van twee slibopslagtanks met een bouwhoogte van maximaal 7 m en twee CO2 tanks met een bouwhoogte van maximaal 12 m.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval begrepen een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  • a. bedrijven als bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht (grote lawaaimakers);
  • b. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  • c. vuurwerkbedrijven;
  • d. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het Besluit m.e.r.
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Afwijking mantelzorg

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.1 in verband met het gebruik van een bedrijfswoning dan wel de daarbij behorende bestaande bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg, met dien verstande dat het bruto vloeroppervlak van bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg maximaal 100 m2 bedraagt.

5.5.2 Afwijking ander bedrijf

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5.1 voor het toestaan van een ander bedrijf dan ter plaatse is toegestaan, met dien verstande dat:

  • a. het bedrijf voor wat betreft de aard en de omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt gelijk kan worden gesteld met een bedrijf in categorie 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten of in dezelfde specifieke vorm van bedrijf;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de bouw- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • c. voorafgaand aan het verlenen van afwijking advies wordt ingewonnen van een milieudeskundige.
5.6 Wijzigingsbevoegdheid Staat van bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in 5.1 bedoelde gronden te wijzigen, door de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten te wijzigen in verband met gewijzigde inzichten of technologische ontwikkelingen met dien verstande dat advies wordt gevraagd aan een milieudeskundige.

5.7 Wijzigingsbevoegdheid omschakeling Bedrijf naar Agrarisch

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in artikel 5.1 bedoelde gronden te wijzigen voor het na bedrijfsbeëindiging wijzigen van de bestemming in de bestemming Agrarisch met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de regels van de bestemming Agrarisch zijn van toepassing met dien verstande dat de bebouwde oppervlakte niet mag worden vergroot;
  • b. de aanvraag getoetst is door een agrarisch deskundige;
  • c. uitsluitend grondgebonden agrarische bedrijven, niet zijnde fruitteelt of sierteelt bedrijven zijn toegestaan;
  • d. de wijziging geen onevenredige hinder tot gevolg mag hebben voor nabijgelegen woningen;
  • e. de omliggende agrarische bedrijven mogen niet in hun bedrijfsvoering of ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
  • f. het aantal woningen niet mag worden vergroot;
  • g. de bevoegdheid in het geval van een monument niet eerder wordt toegepast dan dat advies is verkregen van een deskundige ter zake.
5.8 Wijzigingsbevoegdheid naar Wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in artikel 5.1 bedoelde gronden na bedrijfsbeëindiging, voor zover het betreft de gronden gelegen binnen een bouwvlak, te wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. voor bewoning mag worden gebruikt de ten tijde van bedrijfsbeëindiging bestaande bedrijfswoning(en) met dien verstande dat ter plaatse van een monument, de bestaande bebouwing voor bewoning aangewend mag worden indien dit noodzakelijk is voor de instandhouding van het pand;
  • b. het aantal woningen dient beperkt te blijven tot het aantal woningen dat op het moment van het nemen van het wijzigingsbesluit aanwezig is;
  • c. in afwijking van sub b mag het ter plaatse aanwezige aantal woningen ter plaatse van monumenten met één of twee wooneenheden worden uitgebreid, indien dit noodzakelijk is voor de instandhouding van het pand, met dien verstande dat voor deze wooneenheden geen erfbebouwing is toegestaan;
  • d. artikel 19 is van toepassing met dien verstande dat in afwijking van het bepaalde in artikel 19.2.2, de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen 70% van de gezamenlijke oppervlakte van gesloopte bijgebouwen bedraagt met een minimum van 75 m² en een maximum van 200 m²;
  • e. buitenopslag niet is toegestaan;
  • f. er dient sprake te zijn van een goede respectievelijk aantoonbare verbetering van de landschappelijke kwaliteit van het gebied;
  • g. de aanwezige cultuurhistorische karakteristiek niet wordt aangetast;
  • h. geen onevenredige aantasting van de openheid plaatsvindt;
  • i. de omliggende agrarische bedrijven mogen niet in hun bedrijfsvoering of ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt.
  • j. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat:
    • 1. de bodemkwaliteit ter plaatse geschikt is voor de beoogde bestemming(en);
    • 2. de voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder, danwel een vóór vaststelling van het wijzigingsplan vastgestelde hogere grenswaarde, niet wordt overschreden;
    • 3. het wijzigingsplan niet in betekenende mate leidt tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
    • 4. voldaan wordt aan het bepaalde in de Flora- en faunawet;
    • 5. geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden zal plaatsvinden;
    • 6. het wijzigingsplan financieel uitvoerbaar is;
  • k. de bevoegdheid in het geval van een monument niet eerder wordt toegepast dan dat advies is verkregen van een deskundige ter zake.
5.9 Wijzigingsbevoegdheid verplaatsen bouwvlak

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in artikel 5.1 bedoelde gronden te wijzigen voor het verplaatsen van het bouwvlak:

  • a. de oppervlakte van het bouwvlak dat ontstaat niet groter wordt dan de bestaande oppervlakte;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.