Plan: | Molenpolder |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0703.07YeBPMolenpolder-va01 |
Inleiding
Ter beperking van milieuhinder voor de omgeving worden grenzen gesteld aan de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten. Dit gebeurt aan de hand van een milieuzonering. Deze milieuzonering geeft aan welke activiteiten voor de huidige en toekomstige bedrijven mogelijk zijn. Ook geeft het aan welke bedrijven in de toekomst binnen het plangebied uit milieuoogpunt toelaatbaar zijn, indien bestaande bedrijvigheid verdwijnt.
Binnen de randvoorwaarde dat de milieuhinder voor de omgeving tot een minimum moet worden beperkt, geldt als uitgangspunt voor de milieuzonering dat bestaande en nieuw te vestigen bedrijven maximale ontwikkelingsmogelijkheden worden geboden.
Het is algemeen gebruik om te zoneren op basis van richtafstanden voor de verschillende milieuaspecten (geluid, geur, stof, risico). Deze richtafstanden kunnen worden ontleend aan de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) van 2009.
Richtafstanden
Voor de milieuzonering op basis van richtafstanden wordt in voorliggend bestemmingsplan gebruikgemaakt van de zogenaamde "Staat van Bedrijfsactiviteiten Bedrijventerrein (zie ook bijlage 2). Met behulp van deze staat wordt ook de mate van milieubelasting van de reeds op het bedrijventerrein aanwezige bedrijven en bedrijfsactiviteiten globaal beoordeeld op basis van richtafstanden. Dit heeft geresulteerd in een inschaling van de verschillende bedrijven (zie bijlage 1).
Omgevingstype
Het tweede uitgangspunt bij de VNG systematiek is dat het gaat om woningen gelegen in het omgevingstype 'rustige woonwijk' (zogeheten basisreferentietype) met weinig verkeer bij de bepalingen van de afstanden. Maar niet elke omgeving is te typeren als rustige woonwijk. Dit maakt dat een nader onderzoek naar de feitelijke omgeving (plangebied en omgeving) met zich mee kan brengen dat sprake is van een andere type omgeving dan het basisreferentietype van de VNG.
Het onderscheid in omgevingstypen biedt de mogelijkheid om rekening te houden met de
specifieke milieugevoelige kwaliteiten van die specifieke omgeving bij het toepassen van de Lijst van bedrijven. De VNG onderscheidt zelf ook een aantal omgevingstypen, te weten:
Indien de omgeving in de specifieke situatie dit rechtvaardigt kunnen gemotiveerd kleinere richtafstanden worden aangehouden. In het bestemmingsplan wordt dit onderbouwd. Beoordeeld wordt van welke omgeving sprake is en voor welke milieuaspecten die correctie aanvaardbaar wordt geacht.
Omgevingstype Molenpolder
Het omgevingstype 'rustige woonwijk' en 'rustig buitengebied' is met betrekking tot dit bestemmingsplan niet aan de orde voor de Molenpolder-zuid.
Voor het noordelijke deel geldt dat wel sprake is van een 'rustige woonwijk' en een 'rustig buitengebied'.
Staat van Bedrijfsactiviteiten
Belangrijk onderdeel van de VNG publicatie is een standaard bedrijvenlijst die moet worden bewerkt tot een voor het plangebied bruikbare bedrijvenlijst.
De Staat van Bedrijfsactiviteiten is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten aan de hand van milieucategorieën zijn gerangschikt naar de mate van belasting van het milieu. Hoe hoger de milieubelasting van het bedrijf, hoe hoger de milieucategorie is waaronder het bedrijf valt. Iedere milieucategorie wordt vertaald naar een minimaal aan te houden afstand ten opzichte van een rustige woonwijk. Voor andere omgevingstypen en voor incidentele woonbebouwing (waaronder bedrijfswoningen) kunnen volgens de toelichting van de Staat van Bedrijfsactiviteiten de te hanteren richtafstanden met ten minste één afstandsstap naar beneden toe worden gecorrigeerd. Het gaat hierbij om indicatieve afstanden, in een concrete situatie wordt de werkelijk aan te houden afstand nader bepaald. De volgende milieucategorieën zijn in de staat onderscheiden.
Milieuzonering
Algemene milieuzonering
Op dit moment is voor het bedrijventerrein Molenpolder-zuid al een milieuzonering opgenomen. Deze milieuzonering is gebaseerd op de oude VNG brochure en vastgelegd. in de geldende bestemmingsplannen.
Uitgangspunten actualisering
Inschaling bedrijven Molenpolder
De gevestigde bedrijven zijn geïnventariseerd en ingeschaald in categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten en voorzien van de bijbehorende milieucategorieën. Ten aanzien van deze inschaling (zie bijlage 1) kan het volgende worden geconstateerd.
In de Molenpolder is één bestaand bedrijf aanwezig dat niet in overeenstemming is met het geformuleerde toelatingsbeleid op grond van de richtafstanden (schelpenmaalderij aan de Molendijk). Voor dat bedrijf is voorzien in een specifieke op de situatie afgestemde regeling.
Agrarische bedrijven
In de Molenpolder bevindt zich een beperkt aantal grondgebonden agrarische bedrijven en één niet grondgebonden agrarisch bedrijf. Deze zijn zonodig van een toegesneden regeling voorzien.
Toetsingskader
Nederlandse emissie Richtlijn (NeR)
Het algemeen uitgangspunt van het landelijk geurbeleid is het zoveel mogelijk beperken van geurhinder en het voorkomen van nieuwe hinder. Dit uitgangspunt vormt samen met het toepassen van Beste Beschikbare Technieken (BBT) de kern van het geurbeleid. Onderdeel van het geurbeleid is dat de lokale overheden de uiteindelijke lokale afweging moeten maken zodat zij rekening kunnen houden met alle relevante belangen om tot een duurzame kwaliteit van de leefomgeving te komen.
Het geurbeleid bestaat uit de volgende beleidslijnen:
Het landelijk geurbeleid is opgenomen in de NeR (Nederlandse emissie Richtlijn). De NeR geeft algemene eisen aan emissieconcentraties en uitzonderingsbepalingen voor specifieke activiteiten of bedrijfstakken. De NeR is een richtlijn waarvan gemotiveerd kan worden afgeweken, in voorkomende gevallen kan een strengere of minder strenge norm worden gehanteerd.
Activiteitenbesluit
Bij een aantal activiteiten komt geurhinder zo vaak voor dat structurele aandacht voor geur nodig is. Voor die activiteiten zijn in de ministeriële regeling (Activiteitenregeling) bij het Activiteitenbesluit voorschriften gesteld met als doel geurhinder te beperken tot een acceptabel niveau. Indien geen voorschriften zijn vastgesteld - en er toch sprake is van onacceptabele geurhinder - kunnen maatwerkvoorschriften worden gesteld.
De provincie Zeeland heeft daarnaast een eigen beleidskader vastgesteld (Alle neuzen dezelfde kant op, 2007), waar de gemeente Reimerswaal bij aansluit. Het Zeeuws beleidskader sluit aan op – en is een praktische invulling van – het voornoemde huidige rijksbeleid.
Bij de beoordeling van geurhinder kan tevens de in paragraaf 5.2.1 genoemde Staat van Bedrijfsactiviteiten worden gebruikt, in deze staat zijn indicatieve afstanden (voor onder andere geurhinder) tussen woningen en diverse bedrijfsactiviteiten gegeven.
Onderzoek
Op het bedrijventerrein Molenpolder-zuid en in het noordelijk deel van de Molenpolder zijn mogelijk bedrijven aanwezig of toegestaan die geurhinder (kunnen) veroorzaken. Het aspect geur wordt gereguleerd in de milieuzonering paragraaf 5.2.1 en milieuvergunning.
Er zijn momenteel geen klachten ten aanzien van geur bekend.
Conclusie
Geurhinder vormt geen belemmering voor voorliggend plan.
Wegverkeerslawaai en spoorweglawaai
Ter plaatse van de Molenpolder worden geen nieuwe geluidgevoelige functies geprojecteerd. Voorts voorziet het bestemmingsplan niet in ontwikkelingen, zoals aanpassing van wegen, waardoor nieuw akoestisch onderzoek noodzakelijk zou zijn.
Industrielawaai
Er is geen sprake van een gezoneerd industrieterrein zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.