Plan: | Waarde |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0703.06WaBpKom-va01 |
AMvB Ruimte
Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening is recent vastgesteld (AMvB Ruimte). In dit besluit stelt het Rijk een aantal regels voor met betrekking tot de inhoud van bestemmingsplannen. Voor de in de AMvB genoemde onderwerpen moeten op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) alle bestemmingsplannen binnen een jaar aan de bepalingen uit de AMvB voldoen. Geen van de in de AMvB genoemde onderwerpen hebben echter betrekking op het plangebied van dit bestemmingsplan.
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)
Analyse
In de nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) staan de plannen voor ruimte en mobiliteit. Zo beschrijft het kabinet in de Structuurvisie in welke infrastructuurprojecten zij de komende jaren wil investeren. En op welke manier de bestaande infrastructuur beter benut kan worden. Provincies en gemeenten krijgen in de plannen meer bewegingsvrijheid op het gebied van ruimtelijke ordening.
De nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vervangt verschillende bestaande nota’s zoals:
Toetsing
De juridische regeling voor de kern wordt met het voorliggende bestemmingsplan geactualiseerd. Er zijn in de kern geen ontwikkelingen die van belang zijn op rijksniveau. Het SVIR vormt geen belemmering.
Besluit ruimtelijke ordening
Analyse
Vraaggericht programmeren en realiseren van verstedelijking door provincies, gemeenten en marktpartijen is nodig om groei te faciliteren, te anticiperen op stagnatie en krimpregio’s leefbaar te houden. Ook dient de ruimte zorgvuldig te worden benut en overprogrammering te worden voorkomen.
In het Besluit ruimtelijke ordening is opgenomen dat voor stedelijke ontwikkelingen een onderbouwing in het bestemmingsplan noodzakelijk is (ook wel: de ladder voor duurzame verstedelijking). Deze onderbouwing bestaat uit de volgende onderdelen:
Toetsing
Er is sprake van een te actualiseren bestemmingsplan voor een kern. Binnen het geldende bestemmingsplan zijn enkele flexibiliteitsbepalingen opgenomen, waarmee woningbouw mogelijk wordt gemaakt. Het betreft evenwel geen structurele nieuwe woningbouw, maar een omzetting naar uitsluitend de functie wonen ingeval van bedrijfsbeëindiging van detailhandelsfuncties, kantoren en overige bedrijven. In de geldende regeling mag binnen de voormalige dubbelbestemmingen ook reeds worden gewoond. Per saldo neemt het aantal woningen dus niet toe.
De vigerende plancapaciteit voor de in ontwikkeling zijnde woongebieden in de kern (Dorpszicht Waarde en Meerwaarde) worden gerespecteerd. Deze zijn bovendien opgenomen in de meerjaren woningbouwplanning van de gemeente.
Conclusie
Uit het voorgaande blijkt dat de ontwikkeling past bij de regionale woningbehoefte en dat er sprake is van herstructurering. Daarmee is voldaan aan de criteria van de ladder voor duurzame verstedelijking.