Plan: | Hansweert |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0703.01HaBPKom-va01 |
Ten behoeve van nieuwe ruimtelijke geluidgevoelige ontwikkelingen is akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai nodig. Er is met betrekking tot de actualisering van het bestemmingsplan Hansweert sprake van een consolidatie van de huidige situatie. Akoestisch onderzoek is derhalve niet nodig.
Ten behoeve van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen met woningbouw is akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai uitgevoerd. Doel daarvan is het bepalen van de maximale geluidsbelasting aan de (toekomstige) gevels van woningen. Daarbij is uitgegaan van de situatie aan het einde van de planperiode (2020). In bijlage 7 is het akoestisch onderzoek opgenomen. Het uitgevoerde onderzoek heeft betrekking op zowel het herstructureringsgebied Scheldestraat en omgeving als het uitbreidingsgebied Tramper II.
Wettelijk kader
De Wet geluidhinder (hierna: Wgh) vereist onderzoek naar de geluidsbelasting aan de gevels ten gevolge van wegen die als gevolg van de Wet geluidhinder (Wgh) een geluidszone hebben. Dit zijn alle wegen met uitzondering van woonerven en 30 km / uur-gebieden. Binnen de geluidszone van een weg dient de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen aan bepaalde wettelijke normen te voldoen. De beoogde ontwikkelingen liggen volgens de Wet geluidhinder binnen de geluidszones van de Westelijke Kanaalweg, de Boomdijk en de Maartenbroersweg.
Zoals uit het voorgaande kan worden geconcludeerd geldt voor straten die zijn ondergebracht in een 30 km / uur-gebied geen wettelijke geluidszone en is akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai in nieuwe situaties op grond van de Wgh niet verplicht. Op basis van jurisprudentie (Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 3 september 2003, nummer: 200203751/1) dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening echter aannemelijk te worden gemaakt dat sprake is van een aanvaardbaar geluidsniveau, met name binnenshuis. Indien dit niet aannemelijk is, dient te worden onderbouwd of maatregelen ter beheersing van de geluidsbelasting aan de gevels noodzakelijk, mogelijk en doelmatig zijn.
Voor de geluidsbelasting aan de buitengevels van de woningen binnen de wettelijke geluidszone van bestaande wegen geldt een voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Deze voorkeursgrenswaarde mag in principe niet worden overschreden. Indien uit het akoestisch onderzoek blijkt dat deze voorkeursgrenswaarde wel wordt overschreden, zijn maatregelen gericht op het verminderen van de geluidsbelasting aan de gevel noodzakelijk.
Resultaten akoestisch onderzoek
De geluidsbelasting aan de gevels van de beoogde ontwikkelingen ten gevolge van het wegverkeerslawaai van de gezoneerde Westelijke Kanaalweg, Boomdijk en Maartenbroersweg overschrijdt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet.
De geluidsbelasting aan de gevels van de beoogde ontwikkelingen ten gevolge van het wegverkeerslawaai van de gedezoneerde 30 km / uur-wegen is op de maatgevende waarneemhoogte van 1,5 meter 50 dB en overschrijdt dus de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Er zijn redelijkerwijs geen maatregelen mogelijk om de geluidsbelasting aan de gevels te reduceren. De overschrijding van maximaal 2 dB ten opzichte van de voorkeursgrenswaarde zorgt ervoor dat bij een standaard kierafdichting en dubbele beglazing het vereiste binnenwaardeniveau van 33 dB kan worden gewaarborgd. Om deze reden wordt het akoestisch klimaat aanvaardbaar geacht. Het akoestisch onderzoek is opgenomen in bijlage 8.
Conclusie wegverkeerslawaai
De Wet geluidhinder vormt geen belemmering voor de uitbreiding Tramper II.