Plan: | Beschermd stadsgezicht Nieuwpoort |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0694.BPbsgNieuwpoortNPT-VG01 |
Uitgangspunten vanuit analyse/inventarisatie
Met de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht zijn kenmerkende stedenbouwkundige en ruimtelijke kwaliteiten beschermd. De beschermde elementen zijn beschreven in de aanwijzing en in hoofdstuk 3 van deze toelichting. Dit bestemmingsplan schrijft voor dat bij bouwplanontwikkelingen gestreefd moet worden naar optimale inpassing binnen de bestaande karakteristieke structuur. Onderstaand schema geeft de te respecteren en te beschermen waarden en kwaliteiten weer op zowel structuurniveau als gebouwniveau. Daarbij is ook vermeld op welke wijze deze in dit bestemmingsplan zijn geborgd.
Structuurniveau
Kwaliteiten/waarden | Borging in bestemmingsplan |
Wegen- en padenstructuur | Toekennen van de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' is gebaseerd op de bestaande situatie zodat aanpassing van de structuur niet mogelijk is. |
Groenstructuur | Openbaar groen is - voor zover in het plangebied aanwezig - opgenomen binnen de bestemmingen 'Groen', 'Verkeer - Verblijfsgebied' of 'Natuur'. Door middel van de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' is voorts bepaald dat voor het verwijderen van bomen en beplanting een omgevingsvergunning is vereist, waarbij afgewogen wordt of er sprake is van aantasting van de groenstructuur. |
Plaatsing van de bebouwing ten opzichte van de weg, bebouwingsrichting en de aanwezigheid van onbebouwde ruimten. |
De hoofdgebouwen zijn voorzien van een 'strak' bouwvlak waardoor verplaatsing niet mogelijk is. Daar waar bij de woningen geen bebouwing mag worden opgericht is de bestemming 'Tuin' opgenomen. De gedeelten van het perceel waarop erfbebouwing is toegestaan zijn beperkt gehouden. |
Gebouwniveau
Kwaliteiten/waarden | Borging in bestemmingsplan |
Oppervlakte, schaal en vorm van de bebouwing. | De hoofdgebouwen zijn voorzien van een 'strak' bouwvlak waardoor verplaatsing niet mogelijk is en de oppervlakte van de bebouwing niet zonder meer toe kan nemen. Als hoofdgebouwen niet aaneen worden gebouwd dient de onderlinge afstand ten minste 1,5 m te zijn waardoor het mogelijk is de bestaande doorgangen te behouden. Bestaande bouwpercelen mogen niet worden samengevoegd teneinde de kenmerkende parcelleringen in stand te houden. |
Wisselende goot- en bouwhoogten. | De bestaande goot- en bouwhoogten mogen niet worden vergroot. |
Wisselende kapvormen. | Door middel van de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' is bepaald dat bestaande kapvormen niet mogen wijzigen. Hiervan kan worden afgeweken, waarbij rekening wordt gehouden met het type bebouwing. |
Wisselende rooilijn. | De hoofdgebouwen zijn voorzien van een 'strak' bouwvlak waardoor verplaatsing niet mogelijk is. Tevens is bepaald dat er geen aan-, uit- en bijgebouwen voor de voorgevel mogen worden gebouwd. |
Beperking dakkapellen, hoofdzakelijk aan de randen tegen de wallen vanwege karakteristiek zicht op kern. |
Door middel van de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' is bepaald dat dakkapellen uitsluitend aan de achterzijde mogen worden opgericht. Dakkapellen op woningen aan de randen van de vesting (tegen de wallen) worden uitgesloten. |
Gevelindeling, waaronder situering en vormgeving ramen, materiaal- en kleurgebruik. | Dit wordt niet geregeld in het bestemmingsplan, maar is geborgd via het welstandsbeleid. |
De opgave voor het consoliderende bestemmingsplan bestaat vooral uit het vinden van een goed evenwicht tussen de bescherming van specifieke waarden en kenmerken enerzijds en het bieden van voldoende flexibiliteit om de dynamiek van het gebied te kunnen faciliteren, anderzijds. De structurerende elementen in het gebied, zoals het wegen- en stratenpatroon, de waterstructuur en de bebouwingsstructuur worden vertaald en geborgd in het bestemmingsplan door middel van de bestemmingslegging (bestemmingen 'Groen', 'Water' en 'Verkeer') en door de situering van de bouwvlakken. Door middel van de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie', die voor het gehele als beschermd stadsgezicht aangewezen gebied geldt, zijn voorts specifieke bouwregels opgenomen die de meer gebouwgerelateerde waarden en kenmerken beschermen. Het gaat hierbij onder andere om goot- en bouwhoogten, dakhelling, kapvormen, dakkapellen enzovoorts. Als maximale hoogtematen gelden de bestaande goot- en bouwhoogten.