Plan: | Beschermd stadsgezicht Nieuwpoort |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0694.BPbsgNieuwpoortNPT-VG01 |
Het plangebied is op grond van het aanwijzingsbesluit op basis van artikel 20 Monumentenwet (oud) op 27 november 1972 aangewezen als beschermd stadsgezicht. Door de aanwijzing wordt de stedenbouwkundige structuur en de uitstraling van gebouwen en andere bouwwerken beschermd. Deze bescherming dient overigens middels een beschermend bestemmingsplan gestalte te krijgen. Het onderhavige bestemmingsplan voorziet - evenals overigens het vorige bestemmingsplan - in deze bescherming.
Naast het bestemmingsplan speelt ook het welstands- en monumentenbeleid een belangrijke rol bij de bescherming van de aanwezige cultuurhistorische waarden, kwaliteiten en karakteristieken. Hierna wordt nader ingegaan op genoemde instrumenten.
Bestemmingsplan
Het bestemmingsplan regelt bouw- en gebruiksmogelijkheden van gronden en bouwwerken. Wat betreft bouwen regelt het bestemmingsplan in beginsel de korrel, massa en de vorm van bouwwerken. Het bestemmingsplan biedt een aantal mogelijkheden om de ruimtelijke kwaliteiten zeker te stellen. Zo kunnen er regels worden gesteld omtrent de plaatsing van gebouwen en bouwwerken, het regelen van maximale goot- en bouwhoogten, nokrichtingen, afwijkingen, nadere eisen en het opnemen van een vergunningstelsel voor werken en werkzaamheden.
Welstands- en monumentenbeleid
Wanneer het gaat om het uiterlijk van bouwwerken is het welstandstoezicht het meest aangewezen instrument om zaken zoals materiaal- en kleurgebruik van gevels en daken te regelen. Daarnaast zijn gevelindeling, ornamenten en detaillering ook zaken die in het kader van de welstandstoets worden beoordeeld. Voor monumenten komt daar uiteraard een monumententoets bij.
Welk instrument gaat voor?
De hoofdregel uit de jurisprudentie is dat de welstands- en monumententoets zich moet richten naar de bouwmogelijkheden die het bestemmingsplan biedt. Van een belemmering van de verwezenlijking van deze bouwmogelijkheden mag geen sprake zijn. Aspecten als plaatsing, bouwmassa en bouwhoogte zijn primair van planologische aard. Een bestemmingsplan heeft dus voorrang boven de welstandseisen, maar deze zijn in feite aanvullend. Zeker met betrekking tot de bescherming van een beschermd stadsgezicht.