direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf - Nutsvoorziening
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0693.BPBG-VG01

Artikel 6 Bedrijf - Nutsvoorziening

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijf – Nutsvoorziening" aangewezen gronden zijn bestemd voor

  • nutsvoorzieningen in de vorm van trafo's, gasregelstations en pompgebouwtjes
  • waterhuishoudkundige doeleinden;
  • doeleinden van openbaar nut met bijbehorende voorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen en maatvoering gebouwen

Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van deze bestemming, zoals trafo's, gasregelstations en pompgebouwtjes waarvan de hoogte maximaal 4 meter mag bedragen, met dien verstande dat:

  • a. ter plaatse van de aanduiding "maximale goothoogte (m)" in het "bouwvlak" geldt de als zodanig aangeduide goothoogte als maximum goothoogte.
  • b. ter plaatse van de aanduiding "maximale bouwhoogte (m)" in het "bouwvlak" geldt de als zodanig aangeduide bouwhoogte als maximum bouwhoogte.
6.2.2 Bouwvlak

Indien binnen een bestemmingsvlak een "bouwvlak" is aangegeven, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak".

6.2.3 Maatvoering bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwwerken, geen gebouwen zijnde dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:

BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE   MAX.  
HOOGTE ERFAFSCHEIDINGEN   1 m buiten het "bouwvlak";
overige: 2 m  
HOOGTE OVERIGE BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE   6 m  
6.2.4 Afwijkingenregeling

In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd krachtens een bouwvergunning, het volgende: indien en voorzover de bestaande maatvoering en/of oppervlaktes en/of situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de genoemde maxima, danwel minima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk minimum.

6.3 Specifieke gebruiksregels
6.3.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of doen of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming voor:

  • a. voor het opslaan, storten of bergen van materialen en producten, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. voor commerciële en reclamedoeleinden;
  • c. voor de uitoefening van enige vorm van handel en/of bedrijf.