direct naar inhoud van Artikel 15 Verkeer
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0693.BPBG-VG01

Artikel 15 Verkeer

15.1 Bestemmingsomschrijving
15.1.1 Algemeen

De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor verkeersdoeleinden in de vorm van:

  • a. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer – stroomweg" een stroomweg met maximaal 2 rijstroken;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer – gebiedsontsluitingswegen" een gebiedsontsluitingsweg met maximaal 2 rijstroken;
  • c. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer – erftoegangsweg" een erftoegangsweg met maximaal 2 rijstroken;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer – onverharde wegen" een onverharde of halfverharde weg;
  • e. behoud van de wandelpaden ter plaatse van de aanduiding "as van de weg";

een en ander met bijbehorende voorzieningen zoals groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, wandel- en/of fietspaden, openbare nutsvoorzieningen, bermen, wegbeplantingen, sloten.

15.1.2 Waterhuishouding

Daar waar wegen en primaire wateren elkaar kruisen, zijn de gronden mede bestemd voor de waterhuishouding met bijbehorende voorzieningen.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Algemeen

Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming, alsmede gebouwen ten dienste van openbare nutsvoorzieningen.

15.2.2 Gebouwen openbare nutsvoorzieningen

Gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen dienen aan het volgende te voldoen:

  • a. de bebouwde oppervlakte mag per gebouw niet meer bedragen dan 10 m2;
  • b. de hoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
15.2.3 Maatvoering bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 m bedragen, met dien verstande dat lichtmasten en voorzieningen voor de verkeersgeleiding hoger mogen zijn.

15.2.4 Afwijkingenregeling

In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd krachtens een bouwvergunning, het volgende: indien en voorzover de bestaande maatvoering en/of oppervlaktes en/of situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de genoemde maxima, danwel minima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk minimum.