Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0693.BPBG-VG01 |
De voor "Recreatie" aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 12.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.
In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 12.1.1:
Per bestemmingsvlak is maximaal één bedrijf toegestaan.
Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduiding uitsluitend toegestaan de voorzieningen genoemd in de navolgende Staat van recreatieve voorzieningen:
Aanduiding | Betekenis | Recreatieve voorziening | Adres | Kern | Beb. opp. |
(dr) | dagrecreatie | dagrecreatieve voorzieningen | Oosteinde ongenummerd | Oud-Alblas | 50 m2 |
(dr) | dagrecreatie | dagrecreatieve voorzieningen | Abbekesdoel ongenummerd | Bleskensgraaf | 0 m2 |
(dr) | dagrecreatie | dagrecreatieve voorzieningen | Hoek Peilmolenweg/ Oosteinde | Oud- Alblas/ Bleskensgraaf | 0 m2 |
(dr) | dagrecreatie | dagrecreatieve voorzieningen | Hoek A even/ Lubbertjesweg | Ottoland | 0 m2 |
(dr) | dagrecreatie | dagrecreatieve watervoorzieningen | De Hoogt | Goudriaan | 0 m2 |
(dr) | dagrecreatie | dagrecreatieve watervoorzieningen | Ten noorden provinciale weg en ten westen van Griessendamsche Binnenvliet | Wijngaarden | 0 m2 |
(dr) | dagrecreatie | dagrecreatieve watervoorzieningen | Ten zuiden provinciale weg en ten oosten van Griessendamsche Binnenvliet | Wijngaarden | 0 m2 |
(sr-cam) | specifieke vorm van recreatie – camping | camping | Bloklandsekade 3 | Ottoland | 380 m2 |
(sr-cam) | specifieke vorm van recreatie – camping | camping | Donkseweg 1 | Brandwijk | 366 m2 |
(sr-cam) | specifieke vorm van recreatie – camping | camping en bed&breakfast | A 93 | Ottoland | 60 m2 |
(sr-cijs) | specifieke vorm van recreatie – camping en ijsclub | camping en ijsclubgebouw | Noordzijde 31a | Oud-Alblas | 200 m2 |
(vt) | volkstuin | volkstuinen | Noordzijde ongenummerd | Oud-Alblas | zie noot1 |
(vt) | volkstuin | volkstuinen | Oosteinde ongenummerd | Oud-Alblas | zie noot 1 |
(vt) | volkstuin | volkstuinen | Peperstraat ongenummerd | Oud-Alblas | zie noot 1 |
(vt) | volkstuin | volkstuinen | Westeinde ongenummerd (naast nr 9) | Wijngaarden | zie noot 1 |
Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie – camping" aan Bloklandsekade 3 zijn de volgende voorzieningen toegestaan:
De onderlinge afstand tussen kampeermiddelen dient ten minste 3 m te bedragen.
Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie – camping" aan de Donkseweg 1 zijn de volgende voorzieningen toegestaan:
Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie – camping" aan de A 93 zijn de volgende voorzieningen toegestaan:
Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie – camping annex ijsclubgebouw" zijn de volgende voorzieningen toegestaan:
Ter plaatse van de aanduiding "dagrecreatie" zijn de volgende voorzieningen toegestaan:
Ter plaatse van de aanduiding "volkstuin" zijn de volgende voorzieningen toegestaan:
Een bedrijfswoning is niet toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" in combinatie met "maximum aantal wooneenheden" het aangegeven maximale aantal wooneenheden het toegestane maximale aantal bedrijfswoningen is binnen het betreffende "bouwvlak".
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten behoeve van recreatieve voorzieningen passende bij de in de Staat van recreatieve voorzieningen opgenomen specifieke aanduidingen.
Gebouwen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:
Een en ander met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "maximale goothoogte (m)" de als zodanig aangeduide goothoogte als maximum goothoogte geldt.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 6 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 m mogen bedragen, daarachter maximaal 2 m.
In afwijking hiervan geldt:
In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd krachtens een bouwvergunning, het volgende: indien en voorzover de bestaande maatvoering en/of oppervlaktes en/of situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de genoemde maxima, danwel minima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk minimum.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in 12.1.2 onder bopgenomen maximale oppervlakte aan bedrijfsbebouwing en de in 12.2.2 opgenomen maximale inhoud van de bebouwing, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of doen of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming voor:
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de in het schema onder 12.5.4 opgenomen aanlegvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen of laten uitvoeren.
Het onder 12.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 12.5.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 12.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 12.5.4de toetsingscriteria weergegeven.
Alvorens de vergunning wordt verstrekt, wordt door het College van burgemeester en wethouders van Graafstroom eerst een onafhankelijke terzake deskundige gehoord.
Aanlegvergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de aanlegvergunning |
het geheel of gedeeltelijk slopen van gebouwen ter plaatse van de aanduiding “cultuurhistorische waarden” | door de genoemde werken en werkzaamheden, dan wel door de daardoor direct hetzij indirect te verwachten gevolgen mogen geen blijvende onomkeerbare verstoring van de cultuurhistorische waarden tot gevolg hebben. Sloop van gebouwen kan worden toegestaan in de volgende gevallen: a. de karakteristieke hoofdvorm is niet langer aanwezig en kan niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand worden hersteld; b. de karakteristieke hoofdvorm is niet te handhaven; c. het betreft delen van een pand of bijgebouwen, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken, en door sloop daarvan vindt geen onevenredige aantasting plaats van de cultuurhistorische waarden. Ter afweging van het bovenstaande wordt advies ingewonnen bij de monumentencommissie. |