direct naar inhoud van Artikel 12 Recreatie
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0693.BPBG-VG01

Artikel 12 Recreatie

12.1 Bestemmingsomschrijving
12.1.1 Algemeen

De voor "Recreatie" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • recreatieve voorzieningen, conform de Staat van recreatieve voorzieningen als opgenomen in 12.1.2 onder b;
  • waterhuishoudkundige doeleinden;
  • behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van de bebouwing ter plaatse van de aanduiding "cultuurhistorische waarden";

een en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 12.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

12.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 12.1.1:

a Aantal bedrijven

Per bestemmingsvlak is maximaal één bedrijf toegestaan.

b Staat van recreatieve voorzieningen

Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduiding uitsluitend toegestaan de voorzieningen genoemd in de navolgende Staat van recreatieve voorzieningen:

Aanduiding   Betekenis   Recreatieve voorziening   Adres   Kern   Beb. opp.  
(dr)   dagrecreatie   dagrecreatieve voorzieningen   Oosteinde ongenummerd   Oud-Alblas   50 m2  
(dr)   dagrecreatie   dagrecreatieve voorzieningen   Abbekesdoel ongenummerd   Bleskensgraaf   0 m2  
(dr)   dagrecreatie   dagrecreatieve voorzieningen   Hoek Peilmolenweg/ Oosteinde   Oud- Alblas/ Bleskensgraaf   0 m2  
(dr)   dagrecreatie   dagrecreatieve voorzieningen   Hoek A even/ Lubbertjesweg   Ottoland   0 m2  
(dr)   dagrecreatie   dagrecreatieve watervoorzieningen   De Hoogt   Goudriaan   0 m2  
(dr)   dagrecreatie   dagrecreatieve watervoorzieningen   Ten noorden provinciale weg en ten westen van Griessendamsche Binnenvliet   Wijngaarden   0 m2  
(dr)   dagrecreatie   dagrecreatieve watervoorzieningen   Ten zuiden provinciale weg en ten oosten van Griessendamsche Binnenvliet   Wijngaarden   0 m2  
(sr-cam)   specifieke vorm van recreatie – camping   camping   Bloklandsekade 3   Ottoland   380 m2  
(sr-cam)   specifieke vorm van recreatie – camping   camping   Donkseweg 1   Brandwijk   366 m2  
(sr-cam)   specifieke vorm van recreatie – camping   camping en bed&breakfast   A 93   Ottoland   60 m2  
(sr-cijs)   specifieke vorm van recreatie – camping en ijsclub   camping en ijsclubgebouw   Noordzijde 31a   Oud-Alblas   200 m2  
(vt)   volkstuin   volkstuinen   Noordzijde ongenummerd   Oud-Alblas   zie noot1  
(vt)   volkstuin   volkstuinen   Oosteinde ongenummerd   Oud-Alblas   zie noot 1  
(vt)   volkstuin   volkstuinen   Peperstraat ongenummerd   Oud-Alblas   zie noot 1  
(vt)   volkstuin   volkstuinen   Westeinde ongenummerd (naast nr 9)   Wijngaarden   zie noot 1  

c Camping Bloklandse Kade

Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie – camping" aan Bloklandsekade 3 zijn de volgende voorzieningen toegestaan:

  • 290 standplaatsen, waarvan:
    • 1. 40 seizoensplaatsen;
    • 2. 250 jaarplaatsen;
  • centrale sanitaire voorzieningengebouw
  • 1 snackbar/ kantine/ clubhuis

De onderlinge afstand tussen kampeermiddelen dient ten minste 3 m te bedragen.

d Camping Donkseweg

Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie – camping" aan de Donkseweg 1 zijn de volgende voorzieningen toegestaan:

  • 1 recreatiewoning;
  • 2 logieskamers;
  • 1 groepsaccommodatie;
  • 15 kampeermiddelen.
e Camping A 93

Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie – camping" aan de A 93 zijn de volgende voorzieningen toegestaan:

  • 1 recreatiewoning;
  • 1 sanitairgebouw;
  • maximaal 25 kampeermiddelen
f Camping annex ijsclubgebouw

Ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie – camping annex ijsclubgebouw" zijn de volgende voorzieningen toegestaan:

  • gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen, het beheer en toezicht;
  • een ijsclubgebouw
  • stacaravans.
g Dagrecreatieve voorzieningen

Ter plaatse van de aanduiding "dagrecreatie" zijn de volgende voorzieningen toegestaan:

  • speel- en ligweiden;
  • groenvoorzieningen en waterpartijen;
  • ontsluitingswegen alsmede wandel- en fietspaden;
  • een parkeerterrein;
  • gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen alsmede beheer en onderhoud.
h Volkstuin

Ter plaatse van de aanduiding "volkstuin" zijn de volgende voorzieningen toegestaan:

  • tuinen;
  • hobbykassen en bergingen. De bebouwde oppervlakte per volkstuin bedraagt ten hoogste 10% met een maximum tot 16 m2, met dien verstande dat het gezamenlijk oppervlak van de bergingen (dus exclusief hobbykassen) per volkstuin maximaal 8 m2mag bedragen.
i Bedrijfswoning

Een bedrijfswoning is niet toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" in combinatie met "maximum aantal wooneenheden" het aangegeven maximale aantal wooneenheden het toegestane maximale aantal bedrijfswoningen is binnen het betreffende "bouwvlak".

12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemeen

Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten behoeve van recreatieve voorzieningen passende bij de in de Staat van recreatieve voorzieningen opgenomen specifieke aanduidingen.

12.2.2 Gebouwen

Gebouwen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. Indien binnen een bestemmingsvlak een "bouwvlak" is aangeduid, mogen gebouwen uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak".
  • b. De in de Staat van recreatieve voorzieningen aangegeven bebouwde oppervlakte van gebouwen (incl. bedrijfswoning en bijbehorende aan, uit- en bijgebouwen) mag niet worden overschreden.
  • c. De inhoud van gebouwen mag niet meer bedragen dan de bestaande inhoud van gebouwen.
  • d. De goothoogte van gebouwen mag maximaal 6 m bedragen, de bouwhoogte maximaal 10 m, met dien verstande dat voor de gebouwen:
      • ter plaatse van de aanduiding "dagrecreatie" de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
      • ter plaatse van de aanduiding "volkstuin" de goothoogte maximaal 2,5 m bedraagt;

Een en ander met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding "maximale goothoogte (m)" de als zodanig aangeduide goothoogte als maximum goothoogte geldt.

  • e. De inhoud van een bedrijfswoning inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen, mag maximaal 650 m3 bedragen;
12.2.3 Maatvoering bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 6 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 m mogen bedragen, daarachter maximaal 2 m.

In afwijking hiervan geldt:

  • ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van recreatie – camping" dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 20 m mag bedragen.
12.2.4 Afwijkingenregeling

In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd krachtens een bouwvergunning, het volgende: indien en voorzover de bestaande maatvoering en/of oppervlaktes en/of situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de genoemde maxima, danwel minima overschrijden, geldt de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk minimum.

12.3 Ontheffing van de bouwregels
12.3.1 Ontheffing inhoud en bebouwde oppervlakte

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in 12.1.2 onder bopgenomen maximale oppervlakte aan bedrijfsbebouwing en de in 12.2.2 opgenomen maximale inhoud van de bebouwing, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de uitbreiding mag niet meer bedragen dan eenmalig 10% van de bestaande inhoud van de gebouwen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding – vrijkomende agrarische bebouwing" is een uitbreiding van de bebouwde oppervlakte niet toegestaan;
  • c. de belangen van de omliggende (niet) agrarische bedrijven en andere functies worden niet onevenredig aangetast;
  • d. er vindt geen toename van de milieubelasting plaats;
  • e. er vindt geen opslag buiten de gebouwen plaats;
  • f. de noodzaak voor de uitbreiding wordt aangetoond via een gekwalificeerd bedrijfsplan;
  • g. geurgevoelige objecten kunnen uitsluitend worden toegestaan indien voldaan wordt aan de geldende geurnormen of afstanden;
  • h. er wordt voldaan aan de eisen ten aanzien van externe veiligheid;
  • i. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • j. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • k. het woon- en leefklimaat mogen niet onevenredig worden aangetast.
12.4 Specifieke gebruiksregels
12.4.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of doen of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming voor:

  • a. voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond en opstallen;
  • b. voor wonen;
  • c. voor detailhandel, behoudens voorzover behorend bij dagrecreatie.
12.5 Aanlegvergunning
12.5.1 Aanlegvergunningplicht

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de in het schema onder 12.5.4 opgenomen aanlegvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen of laten uitvoeren.

12.5.2 Uitzonderingen

Het onder 12.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • a. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning is verleend;
  • b. welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • c. welke betreffen het normale onderhoud en/of landschapsbeheer.
12.5.3 Verlening

De in 12.5.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien na een belangenafweging blijkt dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden als opgenomen in 12.1. Ten behoeve van de belangenafweging zijn in het schema onder 12.5.4de toetsingscriteria weergegeven.
Alvorens de vergunning wordt verstrekt, wordt door het College van burgemeester en wethouders van Graafstroom eerst een onafhankelijke terzake deskundige gehoord.

12.5.4 Schema aanlegvergunningen

Aanlegvergunningplichtige werken/werkzaamheden   Criteria voor verlening van de aanlegvergunning  
het geheel of gedeeltelijk slopen van gebouwen ter plaatse van de aanduiding “cultuurhistorische waarden”   door de genoemde werken en werkzaamheden, dan wel door de daardoor direct hetzij indirect te verwachten gevolgen mogen geen blijvende onomkeerbare verstoring van de cultuurhistorische waarden tot gevolg hebben.
Sloop van gebouwen kan worden toegestaan in de volgende gevallen:
a. de karakteristieke hoofdvorm is niet langer aanwezig en kan niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand worden hersteld;
b. de karakteristieke hoofdvorm is niet te handhaven;
c. het betreft delen van een pand of bijgebouwen, die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken, en door sloop daarvan vindt geen onevenredige aantasting plaats van de cultuurhistorische waarden.
Ter afweging van het bovenstaande wordt advies ingewonnen bij de monumentencommissie.