Plan: | Schelluinen-Oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0689.BP6001-vast |
Waterbeheer en watertoets
Het is wettelijk verplicht een watertoets uit te voeren. Dit is een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over de beoogde ruimtelijke ontwikkeling. De watertoets heeft als doel het voorkomen van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die in strijd zijn met duurzaam waterbeheer.
Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Waterschap Rivierenland, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Voorafgaand aan deze ontwikkeling is met het waterschap overlegd over de randvoorwaarden. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerders over de waterhuishoudkundige aspecten van het plan. De aandachtspunten van de waterbeheerder zijn vervolgens opgenomen in deze waterparagraaf.
Waterschapsbeleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Met ingang van 22 december 2009 is het Waterbeheerplan 2010-2015 'Werken aan een veilig en schoon rivierenland' bepalend voor het waterbeleid. Dit plan gaat over het waterbeheer in het hele rivierengebied en het omvat alle watertaken van het waterschap: waterkeringen, waterkwantitiet, waterkwaliteit en waterketen.
Daarnaast beschikt het Waterschap Rivierenland over een verordening: de Keur voor waterkeringen en wateren. Hierin staan de geboden en verboden die betrekking hebben op watergangen en waterkeringen. De geboden geven de verplichtingen aan om deze waterstaatswerken in stand te houden. De verboden betreffende die handelingen en gedragingen die in principe onwenselijk zijn voor de constructie of de functie van watergangen en waterkeringen. Van alle verboden werken en/of werkzaamheden die niet voldoen aan de criteria van de algemene regels, kan ontheffing worden aangevraagd. Duidelijke en vastgestelde uitgangspunten hierbij zijn geformuleerd en vastgelegd in beleidsregels. Initiatieven voor (bouw)werkzaamheden in of nabij de watergangen en waterkeringen worden hieraan getoetst.
Het Waterplan Giessenlanden (2004) geeft de visie van de gemeente en het waterschap op het stedelijk water en het realiseren van een gezond en veilig functionerend watersysteem. Het Waterplan heeft betrekking op het oppervlaktewater in en om de zeven kernen: Hoogblokland, Hoornaar, Schelluinen, Giessen-Oudekerk, Giessenburg, Arkel en Noordeloos. De visie is vervolgens uitgewerkt in concrete maatregelen met een bijbehorend uitvoeringsprogramma. Deze maatregelen staan voornamelijk in het kader van het op orde brengen van het watersysteem en het verbeteren van de waterkwaliteit.
Huidige situatie
Het plangebied ligt langs de oostzijde van de kern Schelluinen en is momenteel onverhard in de vorm van weiland. De maaiveldhoogte bedraagt circa NAP -0,6 m en de bodem bestaat ter plaatse uit zware klei. Volgens de Bodemkaart van Nederland is in het plangebied sprake van grondwatertrap III/IV. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand hier van nature minder dan 0,4 m beneden het maaiveld ligt, terwijl de gemiddeld laagste grondwaterstand tussen 0,8 m en 1,2 m beneden het maaiveld ligt.
Het plangebied maakt onderdeel uit van de polder Schelluinen. In het betreffende peilvak (peilgebied Gorinchem) wordt een zomerpeil van NAP -1,15 m en een winterpeil van NAP -1,2 m gevoerd. Daarnaast bevinden zich in en langs het plangebied diverse watergangen die worden aangemerkt als overige watergangen (B- en C-watergangen). In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich geen waterkeringen.
Het plangebied is momenteel ongerioleerd. Circa 200 m ten oosten van het plangebied bevindt zich een rioolwaterzuiveringsinstallatie.
Toekomstige situatie
In het plangebied worden drie woonclusters gerealiseerd. De benodigde berging wordt dan 9.448 x 436 m3/ha = 412 m3. Uitgaande van een toelaatbare peilstijging van 0,20 m betekent dit een te realiseren wateroppervlak van 2.059 m2. De hoeveelheid water binnen de plangrenzen neemt toe met 3.408 m2. Door het waterschap is aangegeven dat water met een C-status niet meetelt voor de hoeveelheid waterberging. Binnen de plangrenzen is in en rond de cluster 'Waterwonen' 415 m2 water met C-status aanwezig:
Met aftrek van dit C-water resteert 3.408 – 415 = 2.993 m2 als compenserend oppervlaktewater. Dit is ruim voldoende.
Bij de nieuwe bebouwing wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van duurzame bouwmaterialen (dus geen zink, koper, lood en PAK's-houdende materialen) die niet uitlogen, of worden de bouwmaterialen voorzien van een coating om uitloging tegen te gaan. Op die manier wordt diffuse verontreiniging van bodem en water voorkomen.
De nieuwe woningen worden voorzien van een drukriool. In ieder cluster van woningen wordt een gemaal geplaatst, vervolgens wordt het drukriool aangetakt op het bestaande gemaal van het waterschap in de bestaande wijk Schelluinen-Oost. Het afvalwater wordt op deze manier afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie, terwijl schoon hemelwater zal worden afgevoerd naar het oppervlaktewater in en langs het plangebied.
Het beheer en onderhoud van de waterpartijen en watergangen rondom het zuidelijke bouwblok zal varend moeten worden uitgevoerd. Aandachtspunten hierbij zijn dat de watergangen een minimale breedte van 5 m dienen te hebben, met een doorvaarhoogte van 1 m.
De watergangen ten noorden en westen van het zuidelijke bouwblok zullen waarschijnlijk de A-status krijgen. Voor A-watergangen geldt, zoals opgenomen in de Keur van het waterschap, een wettelijke beschermingszone van 5 m. Voor B-watergangen geldt een obstakelvrije standaardbeschermingszone van 1 m, gemeten vanuit de insteek van de watergang.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat de ontwikkeling die het bestemmingsplan mogelijk maakt, geen negatieve gevolgen heeft voor de bestaande waterhuishoudkundige situatie. De ontwikkeling voldoet dan ook aan de doelstellingen van duurzaam waterbeheer.