direct naar inhoud van 5.3 Sectorale aspecten
Plan: Dorpskern Hoornaar
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0689.BP3000-vast

5.3 Sectorale aspecten

In deze paragraaf zijn de conclusies van de onderzoeken naar de sectorale aspecten beschreven die voor de ontwikkelingen relevant zijn. In een aantal gevallen is specifiek ingegaan op de herontwikkeling van het voormalige gemeenschapshuis, de voormalige school en de veevoederfabriek. Aangezien het bestemmingsplan voor alle locaties voorziet in de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' waardoor een archeologisch onderzoek vereist is wordt hieronder op deze aspecten niet ingegaan. In onderstaande paragraaf zijn de conclusies ten aanzien van deze aspecten opgenomen. De bijbehorende beleidskaders zijn reeds opgenomen in Hoofdstuk 4.

5.3.1 Wegverkeerslawaai

Op diverse locaties zullen nieuwe geluidsgevoelige functies gerealiseerd worden waarvoor akoestisch onderzoek is uitgevoerd. Deze berekeningen zijn uitgevoerd volgens Standaard Rekenmethode I (SRM I) conform het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006. De berekeningsresultaten zijn opgenomen in Bijlage 6.

Voormalig gemeenschapshuis en voormalige school

Alle wegen in de nabijheid van deze wijzigingsgebieden (Dorpsweg, Hoge Giessen, Lage Giessen, Groeneweg en het Vissersland) hebben een maximumsnelheid van 30 km/h en zijn derhalve niet gezoneerd in het kader van de Wet geluidhinder. Rijksweg A27 heeft een onderzoekszone van 400 m. De locaties liggen echter op meer dan 1.000 m afstand van de A27 zodat akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai ten aanzien van de A27 achterwege kan blijven. Voor de berekeningen is voor de betreffende wegen uitgegaan van de verkeersintensiteiten afkomstig uit het verkeersonderzoek (2004) waarin de intensiteiten na ontwikkeling van het centrumplan zijn opgenomen. Uit de berekeningen blijkt dat de geluidsbelastingen ter hoogte van de nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen als gevolg van de niet-gezoneerde 30 km/h-wegen 50 tot 54 dB bedraagt. Een dergelijke geluidsbelastingsituatie aan de gevels kan in binnenstedelijk gebied als aanvaardbaar worden beschouwd. Op basis van het uitgevoerde akoestisch onderzoek kan worden geconcludeerd dat sprake zal zijn van een aanvaardbaar geluidsniveau vanwege wegverkeer. De Wet geluidhinder staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg.

Veevoederfabriek

De locatie is gelegen binnen de geluidszone van de Grotewaard en de Overslingeland. Beide wegen hebben een geluidszone van 250 m uitgaande van 1 tot 2 rijstroken en een buitenstedelijke ligging. De verkeersgegevens voor het jaar 2020 zijn aangeleverd door de gemeente Giessenlanden en afkomstig uit het verkeersmodel. Voor de extrapolatie naar het maatgevende jaar 2021 is een autonome verkeersgroei van 1% per jaar aangehouden. Uit de berekeningen blijkt dat de 48 dB-contour, de voorkeursgrenswaarde, ten gevolge van het verkeer op de Grotewaard op een afstand van 17 m uit de as van de weg is gelegen. Vijf nieuwe woningen zijn op grotere afstand gelegen zodat sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat aan de gevels. Eén nieuwe woning is echter op kortere afstand gelegen, namelijk op 12 m uit de as van de weg. Op deze afstand bedraagt de geluidsbelasting 50 dB. Hierbij wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB overschreden, de uiterste grenswaarde van 53 dB echter niet. In het kader van de wijzigingsprocedure (het wijzigingsplan) wordt onderzocht of en welke maatregelen nodig zijn om de geluidsbelasting aan de gevel van de woning terug te dringen. Hierbij wordt eveneens de benodigde hogere grenswaardeprocedure doorlopen. Ten gevolge van het verkeer op de Overslingeland is de 48 dB-contour op 8 m uit de as van de weg gelegen. De te ontwikkelen locatie is op grotere afstand gelegen zodat sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat.

5.3.2 Luchtkwaliteit

De beoogde plannen maken de ontwikkeling van een beperkt aantal woningen mogelijk. De verkeersaantrekkende werking van deze ontwikkelingen is beperkt zodat de plannen niet in betekenende mate van invloed zijn op de luchtkwaliteit. De plannen vallen in één van de aangewezen categorieën die op grond van het Besluit nibm is vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. Toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit is daarom achterwege gelaten.

5.3.3 Bedrijven en milieuhinder

Voormalige school en gemeenschapshuis

Op een afstand van circa 100 m en 130 m gemeten uit het wijzigingsgebied bevinden zich een groothandel (aan oostzijde van de Dorpsweg) en een aannemersbedrijf (aan de noordzijde van de Lage Giessen). Voor de groothandel geldt een richtafstand van 30 m. Gezien de omvang van de opstallen (< 1.000 m²) geldt voor het aannemersbedrijf een richtafstand van 30 m. In de beoogde situatie leveren beide bedrijven geen onaanvaardbare milieuhinder op en worden de bedrijven niet beperkt in de bedrijfsvoering.

Veevoederfabriek

Er is geïnventariseerd welke bedrijven in de directe omgeving van het plangebied zijn gevestigd. Op het perceel Grotewaard 31 is een kleinschalige veehouderij aanwezig (hobbyboer). Deze veehouderij (schapen) valt onder het Besluit landbouw. Op basis van dit Besluit dient rekening te worden gehouden met afstandseisen van 50 m ten opzichte van woningen buiten de bebouwde kom en 100 m ten opzichte van woningen binnen de bebouwde kom (de 'bebouwde kom' hoeft in dit geval niet samen te vallen met de verkeerskundige bebouwde kom). De locatie wordt beschouwd als bebouwde kom. De afstand wordt gemeten tussen de emissiepunten (ter plaatse van de stallen) en de gevels van de woningen. In dit geval bedraagt de minimale afstand tussen de beoogde woningen en de emissiepunten ter plaatse van de veehouderij in alle gevallen 100 m of meer, waarmee wordt voldaan aan de afstandseisen uit het Besluit landbouw.

Ten zuiden van de locatie is een paardenhouderij aanwezig. Rond paardenhouderijen kan sprake zijn van geurhinder (stallen) en stofhinder (paardenbak). De minimale afstand tot de locatie Grotewaard 40-42 bedraagt circa 80 m. Tussen de paardenhouderij en de locatie is een bestaande woning gelegen. De paardenhouderij dient in de bedrijfsvoering rekening te houden met deze paardenhouderij en zal dus niet tot onaanvaardbare milieuhinder leiden ter plaatse van de (op grotere afstand gelegen) toekomstige woningen aan de Grotewaard. Verder zijn er in de directe omgeving van het plangebied geen bedrijven gevestigd. Op de percelen direct grenzend aan de locatie ligt de bestemming Wonen.

5.3.4 Externe veiligheid

In de directe omgeving van de wijzigingsgebieden bevinden zich geen inrichtingen die vallen onder het Bevi of anderzijds risicovol zijn. Ook is er in de directe omgeving van het wijzigingsgebied geen sprake van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor en of het water.

De ontwikkelingslocatie van de voormalige veevoeder is voor een deel gelegen binnen het invloedsgebied van de hogedruk aardgasleiding A555 die ten noorden van de kern Hoornaar is gelegen. In paragraaf 4.6 is beschreven dat deze ontwikkeling buiten de PR 10-6-risicocontour van de leiding ligt en dat deze ontwikkeling geen invloed heeft op de hoogte van het groepsrisico. Ook is in deze paragraaf een verantwoording van het groepsrisico opgenomen. Voor de onderbouwing van het feit dat deze ontwikkeling vanuit het oogpunt van externe veiligheid toelaatbaar is, wordt dan ook verwezen naar paragraaf 4.6.

Er wordt derhalve geconcludeerd dat het aspect externe veiligheid geen belemmering oplevert voor de beoogde ontwikkelingen.

5.3.5 Bodemkwaliteit

Ter plaatse van het wijzigingsgebied voor de voormalige school en het gemeenschapshuiszijn bodemonderzoeken uitgevoerd7. De bodemonderzoeken zijn beoordeeld door de Milieudienst Zuid-Holland Zuid. De Milieudienst stelt vast dat op grond van de resultaten uit het bodemonderzoek er geen bezwaar bestaat voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen8. Aangezien een bodemonderzoek voor de voormalige veevoederfabriek randvoorwaardelijk is gesteld bij het toepassing geven aan de wijzigingsbevoegdheid wordt geconcludeerd dat het aspect bodem de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg staat.

5.3.6 Leidingen

In de omgeving van de wijzigingsgebieden zijn geen planologisch relevante leidingen gelegen. Er wordt derhalve geconcludeerd dat het aspect leidingen en kabels de beoogde ontwikkeling niet in de weg staat.

5.3.7 Waterhuishouding

Conform de eisen van het waterschap zal worden voorzien in watercompensatie. Hierover zal bij het opstellen van het wijzigingsplan overleg plaatsvinden met het waterschap. Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt een verbod op het toepassen van zink, lood, koper en PAK-houdende bouwmaterialen, zowel tijdens de bouw- als tijdens de gebruiksfase. Conform de Leidraad Riolering West-Nederland en vigerend waterschapsbeleid is het voor nieuwbouw verplicht een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Huishoudelijk afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater zijn er twee mogelijkheden. Indien open water in de directe omgeving aanwezig is, wordt hemelwater afgevoerd naar dat oppervlaktewater. Indien infiltratie mogelijk is, dan wordt schoon hemelwater geïnfiltreerd. Voor aanpassingen aan het bestaande waterhuishoudingsysteem dient bij het waterschap op basis van de Keur een watervergunning te worden aangevraagd.

5.3.8 Ecologie

Voormalige school en gemeenschapshuis

Soortenbescherming

In oktober 2007 heeft een veldonderzoek plaatsgevonden naar de mogelijke effecten van nieuwbouw in de wijzigingsgebieden op natuurwaarden9. De wijzigingsgebieden hebben een lage verwachting voor wat betreft het aantal beschermde soorten. Het betreft algemeen voorkomende soorten. Deze soorten komen met name voor in het buiten de kern gelegen poldergebied. Als gevolg van de op 23 februari 2005 in werking getreden AMvB is het echter niet nodig om voor deze soorten een ontheffing aan te vragen.

Gebiedsbescherming

De wijzigingsgebieden vormen geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals een staats- of beschermd natuurmonument of Natura 2000-gebied. Het meest dichtbijgelegen Natuurbeschermingswetgebied zijn de oeverlanden langs de Giessen op circa 1 km ten westen van de wijzigingsgebieden. De wijzigingsgebieden maken ook geen deel uit van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS).

Veevoederfabriek

Soortenbescherming

Op de locatie worden bomen gekapt en bebouwing gesloopt. De bomen en bebouwing zijn mogelijk geschikt voor vaste verblijfplaatsen van vleermuizen en/of broedvogels. Ook kan de locatie onderdeel zijn van het foerageergebied van vleermuizen. Gezien het intensief gebruikte karakter van de locatie komen hier naar verwachting geen andere zwaar beschermde soorten voor. De locatie maakt naar verwachting wel deel uit van het leefgebied van licht beschermde, algemeen voorkomende soorten, zoals veldmuis, huisspitsmuis, mol, egel, bruine kikker en gewone pad.

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid dient een ecologisch veldonderzoek uitgevoerd te worden. Er dient rekening mee gehouden te worden dat het veldonderzoek seizoensgebonden is.

Gebiedsbescherming

De locatie is niet gelegen in een beschermd natuurgebied, zoals Natura 2000 of de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Ongeveer 100 m ten zuiden van de locatie maakt de Giessen wel deel uit van de (EHS). De ontwikkeling van de locatie is niet van invloed op dit gebied.