direct naar inhoud van 2.3 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Dorpskern Hoornaar
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0689.BP3000-vast

2.3 Provinciaal en regionaal beleid

Provinciale Structuurvisie (juli 2010)

Provinciale Staten heeft de structuurvisie op 2 juli 2010 vastgesteld. In deze 'Visie op Zuid-Holland' beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De structuurvisie geeft een doorkijk naar 2040 en de visie voor 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie. De nieuwe Structuurvisie komt in de plaats van de vier streekplannen en de Nota Regels voor Ruimte.

De kern van Visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten.

Visie op Zuid-Holland is opgebouwd uit vijf integrale hoofdopgaven, namelijk:

  • aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel;
  • duurzame en klimaatbestendige Deltaprovincie;
  • divers en samenhangend stedelijk netwerk;
  • vitaal, divers en aantrekkelijk landschap;
  • stad en land verbonden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0689.BP3000-vast_0002.png"

Figuur 2.1 Uitsnede functiekaart Provinciale Structuurvisie

Verordening Ruimte (juli 2010)

In samenhang met de structuurvisie is ook de Verordening Ruimte vastgesteld. De regels in deze verordening zijn bindend en werken door in gemeentelijke bestemmingsplannen. Het volgende artikel is relevant voor het bestemmingsplan.

Artikel 2 Contouren

Om het stedelijk netwerk te versterken kiest de provincie het uitgangspunt om verstedelijking zoveel mogelijk in bestaand bebouwd gebied te concentreren. Hiermee wordt de kwaliteit van het bebouwde gebied behouden en versterkt. Om dit te bereiken zijn het stedelijk netwerk en alle daarbuiten gelegen kernen in Zuid-Holland voorzien van bebouwingscontouren. Deze geven de grens van de bebouwingsmogelijkheden voor wonen en werken weer. De bebouwingscontouren zijn strak getrokken om het bestaand stedelijk gebied en kernen, rekening houdend met en de reeds vastgelegde streekplangrenzen en plannen waar de provincie reeds mee heeft ingestemd. Verstedelijking buiten deze bebouwingscontouren is in principe niet toegestaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0689.BP3000-vast_0003.png"

Figuur 2.2 Bebouwingscontour uit de Verordening Ruimte

Streekplan Zuid-Holland Oost (2003/2006)

In het streekplan is het plangebied aangewezen als stads- en dorpsgebied met als hoofdfunctie wonen, maar waarin ook gebiedsdelen voorkomen met stedelijke voorzieningen. Buiten de bebouwingscontouren geldt een restrictief beleid ten aanzien van stedelijke ontwikkelingen. De provincie gaat ervan uit dat in de planperiode alle gemeenten in staat zijn om de opgave op het terrein van het wonen binnen bestaand stedelijk gebied te realiseren. De gemeenten worden uitgedaagd om ruimte te winnen door onder andere woonmilieutransformatie, meervoudig ruimtegebruik en functiemenging.

Het bebouwingslint ten noorden van de Hoge- en Lage Giessen is aangeduid als bebouwingslint met cultuurhistorische waarde. Voor het detailhandelsbeleid geldt als uitgangspunt dat de bestaande detailhandelsstructuur behouden moet blijven en dat gestreefd wordt naar versterking van het voorzieningenaanbod in de kernen. Het gebied aan de zuidoostzijde van het plangebied (ten oosten van het gemeentehuis) is aangeduid als 'te ontwikkelen gebied'. De 'te ontwikkelen gebieden' (witte vlekken binnen de bebouwingscontour) zijn te benutten op basis van een structuurvisie voor het totale grondgebied van de gemeente. In 2006 is een partiƫle herziening van het streekplan vastgesteld, met als doel aanpassing van bebouwingscontouren. Deze streekplanherziening heeft geen gevolgen voor het voorliggende plangebied.

Pact van Bleskensgraaf (2006)

Enkele jaren geleden hebben de Ministeries van VROM en van VWS hun visie gegeven op de opvang van de vergrijzing. Zij sturen aan op de bouw van meer dan 300.000 nultredenwoningen in Nederland in circa 15 jaar, en de ontwikkeling van moderne zorg- en welzijnsvoorzieningen in woon-zorgzones. Voor de gemeenten in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden was dit aanleiding om samenwerking te zoeken. De samenwerking heeft geleid tot het Pact van Bleskensgraaf. Doelstelling is de inrichting van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden als levensloopbestendige regio door samenhangend en op elkaar afgestemd beleid. De regio is levensloopbestendig als ouderen en mensen met een handicap lang zelfstandig kunnen blijven wonen, doordat wonen, welzijn en zorg zijn afgestemd.

Regionale structuurvisie Alblasserwaard Vijfheerenlanden (2004)

De regionale structuurvisie van de gemeenten in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden geeft een visie op de toekomstige ontwikkeling van de regio. De centrale visie uit de nota is de vorming van een vitale regio, gericht op het duurzaam vernieuwen van zowel het landelijk als het stedelijk gebied, tezamen met het versterken van het overwegend open, rustige en authentieke karakter van de regio, waardoor bewoners, bedrijven en bezoekers zich thuis blijven voelen en zich verder kunnen ontplooien.

De ruimtelijke ontwikkeling van de kernen vindt plaats op basis van een kernentypologie. In de visie is Hoornaar aangeduid als verzorgingskern met winkel- en zorgvoorzieningen en perspectief op uitbreiding van woningen.

Regionale beleidslijnen voor wonen en voorzieningen zijn:

  • streven naar vernieuwing en verbetering van winkelcentrumgebieden in de verzorgingskernen;
  • de zorg voor voldoende huisvesting van aan de regio gebonden inwoners, met een woningbouwprogramma waarmee in ieder geval 90% van de natuurlijke aanwas kan worden gehuisvest;
  • extra aandacht voor geschikte huisvesting van speciale doelgroepen als ouderen en startende huishoudens;
  • naast een forse regionale opgave voor herstructurering tijdig de capaciteit binnen de bebouwingscontouren benutten.