Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Dorpskern Giessenburg
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0689.BP2012-vast

Artikel 15 Wonen

15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. het wonen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  2. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens een kantoor;
  3. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, ontsluitingspaden, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, water en groen;
  4. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', mag de bestaande maatvoering van gebouwen en/of bijbehorende bouwwerken niet worden gewijzigd, tenzij het bevoegd gezag een omgevingsvergunning tot wijziging, afbraak of verwijdering heeft verleend.
 
15.2 Bouwregels
15.2.1 Hoofdgebouwen
Op deze gronden mogen hoofdgebouwen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
  1. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  2. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - 3' zijn:
    1. 2 vrijstaande dan wel aaneengebonden woningen toegestaan met een maximaal grondoppervlak van 70 m2 per hoofdgebouw, of;
    2. 1 vrijstaande woning met een maximaal grondoppervlak van 125 m²;  
  3. het aantal woningen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan door middel van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
  4. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 4 m, tenzij door middel van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' anders is aangegeven;
  5. de grondoppervlakte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 125 m²;
  6. de onderlinge afstand tussen hoofdgebouwen bedraagt ten minste 4 m indien de woningen niet aaneengebouwd worden;
  7. indien niet in de zijdelingse perceelsgrens wordt gebouwd bedraagt de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens ten minste 2 m.
15.2.2 Bijbehorende bouwwerken
Op deze gronden mogen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
  1. bijbehorende bouwwerken worden gebouwd zowel binnen als buiten het bouwvlak;
  2. bijbehorende bouwwerken worden achter de voorgevel (of het verlengde daarvan) van het hoofdgebouw gebouwd;
  3. het gezamenlijk te bebouwen oppervlak aan aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 75 m².
  4. de afstand van bijbehorende bouwwerken tot de zijerfgrens met een weg of parkeerplaats dient ten minste 1 m te bedragen;
  5. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken bedraagt ten hoogste 3 m.
15.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
  1. bouwwerken, geen gebouwen zijnde,  worden gebouwd zowel binnen als buiten het bouwvlak;
  2. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen voor zover gelegen voor de voorgevellijn maximaal 1 m mag bedragen;
  3. de bouwhoogte van pergola's mag niet meer bedragen dan 2,5 m;
  4. de bouwhoogte van kinderspeelwerktuigen mag niet meer bedragen dan 3 m;
  5. de bouwhoogte van vlaggenstokken, lampen en masten mag niet meer bedragen dan 5 m;
  6. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.
15.2.4 Overkappingen
Op deze gronden mogen overkappingen worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:
  1. overkappingen worden gebouwd zowel binnen als buiten het bouwvlak;
  2. de maximale bouwhoogte van een overkapping bedraagt 3 m, met dien verstande dat de maximale oppervlakte ten hoogste 50% van het achtererfgebied bedraagt met een maximum van 30 m² en de overkapping niet voor de voorgevellijn wordt opgericht.
15.3 Afwijken van de bouwregels
15.3.1 Bouwen buiten het bouwvlak
Het bevoegd gezag kan ten behoeve van dieper hoofdgebouw toestaan dat buiten het bouwvlak wordt gebouwd zoals bepaald in artikel 15 lid 2.1 sub a , met inachtneming van het volgende:  
  1. overschrijding van het bouwvlak is uitsluitend aan de achterzijde toegestaan;
  2. er een minimale tuindiepte van 10 m resteert gemeten vanuit de nieuwe (achter-)gevel;
  3. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  4. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
15.3.2 Ten behoeve van het toestaan van meer bijbehorende bouwwerken
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 15 lid 2.2 sub c voor het toestaan van maximaal 125 m2 aan bijbehorende bouwwerken, met inachtneming van het volgende:
  1. het stedenbouwkundig beeld hierdoor niet onevenredig wordt aangetast;
  2. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  3. het straat- en bebouwingsbeeld niet onevenredig worden geschaad.
15.4 Specifieke gebruiksregels
  1. Het gebruik van bijbehorende bouwwerken als zelfstandige woning of afhankelijke woonruimte is niet toegestaan.
  2. De vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan-, uitbouwen en bijgebouwen met een maximum van 50 m².
15.5 Afwijken van de gebruiksregels
15.5.1 Afwijken t.b.v. afhankelijke woonruimte
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 15 lid 4 sub a , waarbij wordt toegestaan dat een bijbehorend bouwwerk gebruikt wordt als afhankelijke woonruimte, met dien verstande dat:
  1. een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit oogpunt van mantelzorg;
  2. er geen onevenredig aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  3. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijbehorende bouwwerken wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 75 m2.