direct naar inhoud van 6.3 De bestemmingen
Plan: Dorpskern Arkel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0689.BP1009-vast

6.3 De bestemmingen

In het bestemmingsplan zijn verschillende bestemmingen opgenomen. In deze paragraaf wordt in alfabetische volgorde kort ingegaan op de inhoud van de verschillende bestemmingen waarbij in alfabetische volgorde eerst alle enkelbestemmingen worden behandeld en vervolgens de dubbelbestemmingen conform de landelijke standaarden. In het bestemmingsplan is bewust een onderscheid gemaakt tussen de bestemmingen 'Wonen' en 'Woongebied'. Hieronder wordt hierop nader ingegaan.

Agrarisch

Deze bestemming is toegekend aan de agrarische gronden in Arkel die een zodanig gebruik kennen dan wel hadden en behoren bij agrarische bedrijven in (de omgeving van) Arkel.

Bedrijf

In het plangebied wordt ter plaatse van bestaande bedrijven de bedrijfsbestemming gehandhaafd. Nieuwe bedrijfspercelen worden niet toegestaan. De bedrijvigheid heeft de bestemming 'Bedrijf', waarbij steeds een specifieke functieaanduiding is opgenomen. Tevens is aangeduid dat overal bedrijven tot en met milieucategorie 2 toegestaan zijn. Dit zijn bedrijfstypes die over het algemeen goed inpasbaar zijn in bestaande woonomgevingen.

De regeling houdt in dat bij bedrijfsbeëindiging of -verplaatsing zich dan alleen nog een gelijksoortig bedrijf kan vestigen, of een bedrijf dat past binnen het algemene toelatingsbeleid (tot en met categorie 2). De maatbestemmingen zijn opgenomen middels aanduidingen op de verbeelding en in de regels. Hiernaast zijn enkele specifieke functieaanduidingen van toepassing, onder meer voor maatschappelijk en fitness.

Binnen de bestemming is detailhandel niet toegestaan. Binnen de bestemming zijn verder ook zelfstandige kantoren niet toegestaan. Kantooroppervlak behorende bij de bedrijfsvoering is wel toegestaan tot 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak met een maximum van 600 m2. Risicovolle inrichtingen zijn op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) binnen de bestemming niet toegestaan, evenals geluidshinderlijke inrichtingen. De opslag van vuurwerk is eveneens niet toegestaan. Activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieu-effectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage. Bedrijfswoningen zijn uitsluitend daar toegestaan waar op de verbeelding een aanduiding 'bedrijfswoning' is opgenomen.

De afstanden van gebouwen tot de erfafscheiding en tot elkaar, de inhoud van bedrijfswoningen en de hoogte van bebouwing zijn gereguleerd in de regels en op de verbeelding. De gebouwen zijn toegestaan binnen een bouwvlak. Binnen de bestemming geldt tevens een gebruiksregel waarin onder meer de opslag van goederen op onbebouwde gronden is gereguleerd.

Binnen de bestemming 'Bedrijf' is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen, zodat het bevoegd gezag bedrijven kan toestaan uit één categorie hoger en bedrijven die niet genoemd worden in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, indien het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de toegelaten categorieën op die gronden.

Detailhandel

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor detailhandel. Tevens zijn binnen de bestemming bedrijfswoningen toegestaan waar aangeduid, of is het wonen toegestaan, daar waar dit specifiek is aangeduid. Op één locatie is tevens dienstverlening toegestaan middels een aanduiding.

Uitgesloten doeleinden betreffen verkoop van vuurwerk, motorbrandstoffen en volumineuze detailhandel.

Detailhandel - Tuincentrum

Deze bestemming is specifiek bedoeld voor een bestaand tuincentrum. Binnen de bestemming is uitsluitend detailhandel in de vorm van een tuincentrum toegestaan. Ter plaatse van een specifieke aanduiding is ook een bedrijfswoning toegestaan. Uitgesloten doeleinden betreffen verkoop van vuurwerk, motorbrandstoffen en volumineuze detailhandel.

Dienstverlening

De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor dienstverlening. Tevens zijn binnen de bestemming bedrijfswoningen toegestaan waar aangeduid.

Gemengd

Binnen dit bestemmingsplan zijn drie bestemmingen 'Gemengd' opgenomen. Het betreft locaties waar diverse functies naast elkaar mogelijk zijn. De volgende doeleinden zijn mogelijk per bestemming:

  • Gemengd - 1: wonen, detailhandel, dienstverlening, maatschappelijke en culturele voorzieningen, een specifieke locatie waar horeca is toegestaan en een specifieke locatie waar kantoren zijn toegestaan.
  • Gemengd - 2: wonen, maatschappelijke en culturele voorzieningen en een specifieke locatie waar kantoren zijn toegestaan.
  • Gemengd - 3: wonen en detailhandel.
  • Gemengd - 4: wonen, detailhandel, dienstverlening en kantoren. Deze bestemming is alleen mogelijk na gebruikmaking van wijzigingsbevoegdheid 2.
  • Gemengd - 5: diverse voorzieningen zoals onderwijs, openbare dienstverlening en verenigingsleven, religieuze instellingen, bibliotheken en jeugd- en kinderopvan, maatschappelijke en culturele voorzieningen en het wonen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten alsmede kantoren.

De opgenomen gebruiksmogelijkheden zijn gebaseerd op de voorheen geldende bestemmingsplannen en de feitelijk bestaande situatie.

Groen

Hieronder vallen de openbare groenvoorzieningen, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden alsmede nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen. Alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan. Parkeren binnen deze bestemming is niet toegestaan.

Horeca

Hieronder vallen de bestaande horecabedrijven in het plangebied. Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is tevens een bedrijfswoning toegestaan.

Aangeduid is welke horecadoeleinden toegestaan zijn. Hierbij wordt verwezen naar de indeling in categorieèn zoals die is opgenomen in de Staat van Horeca-activiteiten. Deze is als bijlage opgenomen. De hoogte van de categorie hangt samen met de mate van milieubelasting van de horecagelegenheid.

Kantoor

Hieronder vallen de bestaande kantoren binnen het plangebied. Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' is tevens detailhandel toegestaan.

Ter plaatse van de aanduiding ´cultuurhistorische waarde´ is de bestemming tevens gericht op bescherming van de cultuurhistorische waarden.

Maatschappelijk

Aan de voorzieningen in het plangebied, zoals onderwijs, openbare dienstverlening en verenigingsleven, religieuze instellingen, bibliotheken, jeugd- en kinderopvang, sport, gezondheidszorg en dierenklinieken is de bestemming 'Maatschappelijk' toegekend. Ook zijn hier maatschappelijke en culturele voorzieningen toegestaan. Ter plaatse van een specifieke aanduiding is een bedrijfswoning, wonen, kantoren of ondergeschikte horeca toegestaan.

De bebouwingsmogelijkheden binnen deze bestemming zijn met name vastgelegd op de verbeelding.

Recreatie

Deze gronden hebben betrekking op de gronden die zijn bestemd voor de volkstuinen in het plangebied.

Sport

De sportdoeleinden zijn als zodanig bestemd. Binnen de bestemming zijn sportvelden, tennisbanen, zwembaden en verenigingsgebouwen toegestaan. De ondergeschikte horeca die plaatsvindt in de verenigingsgebouwen is als zodanig gereguleerd. Hier zijn horecadoeleinden tot en met categorie 1b van de Staat van horeca-activiteiten toegestaan.

Tuin

Deze bestemming is gebruikt voor de voortuinen voor de woningen (bestemming 'Wonen') en voor een aantal andere gronden (waaronder delen van achtertuinen) waarvoor in het kader van dit bestemmingsplan geen gebouwen worden toegestaan. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Een uitzondering hierop vormt een locatie binnen de bestemming 'Tuin', waar een bestaande schuur is gelegen. Hierop is een aanduiding 'bijgebouw' gelegd.

Verkeer

De in het plangebied aanwezige doorgaande wegen zijn in deze bestemming opgenomen. Naast wegen zijn ook opstelstroken en busstroken toegestaan. Binnen de bestemming zijn uitsluitend bouwwerken geen gebouw zijnde mogelijk.

Verkeer - Rail

Deze bestemming is van toepassing op de bestaande spoorlijn, die voor een deel door het plangebied loopt. Binnen de bestemming zijn naast spoorwegen ook de daarbij behorende bermen, taluds en spoorwegovergangen toegestaan. Er zijn alleen bouwwerken geen gebouwen toegestaan ten behoeve van de bestemming.

Verkeer - Verblijfgebied

De straten binnen het plangebied die niet binnen de bestemming ´Verkeer´ zijn opgenomen en ook niet binnen de bestemming ´Woongebied´, vallen binnen deze bestemming. Het betreft de straten die voor de interne ontsluiting van Arkel belangrijk zijn, maar toch met name een verblijfskarakter hebben.

Toegestaan zijn bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals duikers, bruggen, nutsvoorzieningen, speelvoorzieningen, kunstuitingen, parkeervoorzieningen en groen. Ter plaatse van de specifieke aanduiding is een ondergronds bergbezinkbassin toegestaan.

Ten behoeve van deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Deze bestemming richt zich op een groot deel van het openbaar gebied. De bestemming is globaal geformuleerd. De reden daartoe is dat de exacte ligging van de verschillende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen etc. in dit kader niet relevant is. Het herinrichten van wegen kan daardoor op een eenvoudige manier geschieden, zonder dat een bestemmingsplan onwenselijke en ongefundeerde barrières oproept.

Water

Binnen deze bestemming zijn de watergangen opgenomen. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en voorzieningen die ten dienste staan aan de bestemming, zoals constructies voor bruggen, kademuren en duikers, zijn toegestaan.

Wonen

Binnen de bestemming 'Wonen' is het wonen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten toegestaan. Ter plaatse van een specifieke aanduiding is tevens detailhandel of een maatschappelijk doeleinde toegestaan. Ter plaatse van een specifieke aanduiding is de bestemming mede gericht op bescherming van de cultuurhistorische waarden. Ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' zijn alleen woonwagens toegestaan.

Deze bestemming is voornamelijk toegekend aan die woningen die deel uitmaken van het historische bebouwingslint. Het zijn doorgaans oudere woningen en boerderijen, nieuwe woningen ter vervanging van oudere en woningen waarmee de overblijvende 'gaten' in het bebouwingslint zijn opgevuld. Het gezamenlijk kenmerk is hun grote onderlinge verschil in oorsprong (voormalige boerderij, winkel, bedrijfspandje of gewoon woning), grootte, bouwvorm, afmeting en vorm van het perceel. Gezamenlijk bepalen zij in hoge mate het karakter van de historische kern. Enerzijds vraagt een dergelijke diverse bebouwing om een flexibele regeling die met name ten aanzien van situering en hoofdvorm niet teveel vastlegt. Anderzijds verdient het echter aanbeveling om de onderlinge samenhang, zoals die in de loop der tijden tot stand is gekomen, veilig te stellen bij eventuele nieuwbouw of ingrijpende verbouwingen. Dit kan gebeuren door middel van het stellen van nadere eisen waarbij afstemming op de aangrenzende bebouwing kan worden geëist.

Binnen de dorpskernen is het uitgangspunt dat de bebouwing, binnen bepaalde randvoorwaarden, vrij te plaatsen is binnen het perceel waaraan de bestemming 'Wonen' is toegekend. De aan- of afwezigheid van bebouwing wordt zichtbaar door de bebouwing die aanwezig is op de ondergrond. Er wordt echter wel een aanduiding 'aantal woningen' toegepast die het aantal woningen aangeeft dat op het perceel aanwezig is of mag zijn.

De bouwregels richten zich op het toestaan van de bestaande situatie. Uit het relevante beleidskader en de ruimtelijke analyse die ten grondslag liggen aan dit bestemmingsplan blijkt dat voor wat betreft de hoogte van (eventueel nieuw te bouwen) gebouwen, daar waar het lintbebouwing betreft die deel uitmaakt van de cultuurhistorisch waardevolle lintbebouwing, zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de huidige schaal van de bebouwing. Kenmerkend voor de lintbebouwing is de individualiteit van de bebouwing, de groene oevers en de veelal brede doorzichten tussen de bebouwing op de achterliggende open polder. Door de toekenning van de bestemming tuin op zij- en achterpercelen worden de bestaande doorzichten beschermd.

De voortuinen en in enkele gevallen ook delen van de achtertuinen worden apart aangegeven middels de bestemming 'Tuin'. In deze bestemming zijn er minder bouwmogelijkheden dan in de bestemming 'Wonen'.

Om in voorkomende gevallen het stedenbouwkundig beeld van een dorpse, organische ontwikkeling veilig te stellen, kan het college van burgemeester en wethouders nadere eisen stellen omtrent de situering van hoofdgebouwen ter plaatse van de bestemming 'Wonen' ten opzichte van de voorste bebouwingsgrens. De afstand van de voorgevel van het hoofdgebouw tot de voorste perceelsgrens kan op basis hiervan aan een maximum worden verbonden. Hierbij worden eveneens eisen gesteld aan de toegestane hoogte van de bebouwing. Er dient afstemming plaats te vinden van het karakter van nieuw te bouwen of te verbouwen panden op de karakteristiek van het bebouwingslint als geheel. Deze is bepaald door gerichtheid van gebouwen op en de overwegende ligging evenwijdig aan lengterichting van de Dorpsweg, een overwegend verticale geleding van de gebouwen en een verticale beëindiging ervan door kappen of daarmee vergelijkbare elementen. Het karakter van de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing dient in stand te worden gehouden. Indien instandhouding van het hoofdgebouw niet mogelijk is dient de vervangende bebouwing het karakter te weerspiegelen van de oorspronkelijke bebouwing.

Woongebied (1 en 2)

Woongebied - 1

De globale bestemming 'Woongebied - 1' is bedoeld voor de planmatige woongebieden. Deze gaat verder dan alleen een aanwijzing van gronden voor woningen. Tot de bestemming behoren eveneens de erven en tuinen, de groenvoorzieningen en speelterreinen, alsmede de wegen, paden en parkeervoorzieningen. Dit betekent dat binnen de bestemming naast woonpercelen ook openbare terreinen opgenomen zijn (groenvoorzieningen, woonstraten, etc.). Wat betreft het hoofddoeleinde wonen is het wonen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten toegestaan. Ter plaatse van een specifieke aanduiding zijn (uitsluitend) garageboxen toegestaan.

De aanwezige hoofdgebouwen worden in de vorm van bouwvlakken aangegeven. Omdat woningen in diverse typen voorkomen, onderscheiden naar afmeting van de hoofdgebouwen, alsmede naar plaats, omvang en goothoogte van aanbouwen en bijgebouwen, zijn de hoofdgebouwen in 2 categorieën onderscheiden:

  • eengezinshuizen, met een goothoogte van ten hoogste 6 m; het betreft hier vooral de aaneengebouwde eengezinswoningen en de vrijstaande woningen waarvan de goothoogte zonder bezwaar 6 m kan bedragen;
  • eengezinshuizen, met een goothoogte van ten hoogste 4 m; dit zijn vooral de vrijstaande woningen waarvan het om stedenbouwkundige en landschappelijke redenen gewenst is dat de hoogte beperkt blijft tot (veelal) de huidige hoogte.

Bepalend voor de oppervlakte aan aan-, uitbouwen en bijgebouwen is de omvang van het perceel (gedeelte dat niet door het hoofdgebouw in beslag is genomen). Dit houdt in dat bijvoorbeeld de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen en bijgebouwen kan toenemen wanneer er bijvoorbeeld een uitbreiding van het perceel plaatsvindt. Dit laatste is zeer wel denkbaar indien bijvoorbeeld de gemeente in het kader van een efficiënt groenbeheer zou overwegen bepaalde 'groensnippers' zonder structurele betekenis af te stoten en te verkopen aan de aangrenzende eigenaren. Het maximum van de gezamenlijke toelaatbare erfbebouwing bedraagt 75 m2.

Het binnen de bestemming 'Woongebied - 1' maximaal toelaatbare aantal woningen wordt op de verbeelding aangegeven. Binnen deze bestemming is het theoretisch mogelijk om op een aantal percelen meer dan één woning te bouwen. Binnen de bestemming 'Woongebied' is een dergelijke regeling niet nodig omdat binnen het bouwvlak het aantal wooneenheden niet kan worden vermeerderd. Ter voorkoming van elk misverstand is de regeling opgenomen dat uitbreiding van hoofdgebouwen niet mag leiden tot een vermeerdering van het aantal wooneenheden. Aan de inrichting van het openbare gebied (wegen, paden, groen-, speel- en parkeervoorzieningen) binnen de bestemming 'Woongebied' is geen gedetailleerde invulling gegeven. Gewijzigde herinrichting blijft op die manier mogelijk.

De aan de Doctor Dreeslaan gesitueerde gestapelde appartementen hebben de bestemming 'Woongebied' met de aanduiding 'gestapelde woningen' gekregen. Op deze gronden zijn slechts hoofdgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan.

Woongebied - 2

Deze bestemming is vrijwel dezelfde als 'Woongebied - 1' en verschilt alleen wat betreft enkele kleine zaken (afstandseisen van gebouwen). Deze bestemming geldt voor het plandeel dat eerder in het bestemmingsplan 'Woonbuurt' is geregeld. Door exact de bouwregeling over te nemen, wordt voorkomen dat dit bestemmingsplan een verruiming of beperking vormt voor de betreffende percelen.

Leiding - Gas

In het plangebied ligt een gasleiding. De regeling met betrekking tot deze leiding isverankerd in de regels, de ligging is opgenomen op de verbeelding. Door deze regeling worden bouwwerkzaamheden en de in de regels genoemde aanlegactiviteiten getoetst aan de belangen verbonden aan de betrokken leiding.

Leiding - Hoogspanningsverbinding

In het plangebied ligt een hoogspanningsleiding. De regeling met betrekking tot deze leiding is verankerd in de regels, de ligging is opgenomen op de verbeelding. Door deze regeling worden bouwwerkzaamheden en de in de regels genoemde aanlegactiviteiten getoetst aan de belangen verbonden aan de betrokken leiding.

Leiding - Riool

In het plangebied ligt een rioolleiding. De regeling met betrekking tot deze leidingen zijn verankerd in de regels, de ligging is opgenomen op de verbeelding. Door deze regeling worden bouwwerkzaamheden en de in de regels genoemde aanlegactiviteiten getoetst aan de belangen verbonden aan de betrokken leiding.

Leiding - Water

In het plangebied ligt een waterleiding. De regeling (met name aan te houden afstanden) met betrekking tot deze leidingen zijn verankerd in de regels, de ligging is opgenomen op de verbeelding. Door deze regeling worden bouwwerkzaamheden en de in de regels genoemde aanlegactiviteiten getoetst aan de belangen verbonden aan de betrokken leiding.

Waarde - Archeologie (dubbelbestemming)

Algemeen

Ter bescherming van de archeologische waarden die mogelijk in het gebied voorkomen is voorzien in een aantal dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie'. Voor deze gronden geldt dat bouwen en een aantal genoemde werken en werkzaamheden waarbij archeologische waarden in het geding kunnen zijn slechts mogelijk zijn na voorafgaande toetsing door het college van burgemeester en wethouders aan de archeologische waarden. Vanwege deze archeologische verwachtingswaarde, dient voorafgaand aan werkzaamheden in een aantal gevallen een verkennend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd door een hiertoe gecertificeerd bureau. Indien uit het onderzoek blijkt dat er resten aanwezig zijn, dan dient in overleg met de provinciaal archeoloog te worden bepaald hoe met deze resten wordt omgegaan. Behoud in situ is hierbij echter uitgangspunt.

Indeling

De indeling in de dubbelbestemmingen komt voort uit de archeologische verwachtings/ en beleidsadvieskaart van de gemeente Giessenlanden. De wijze waarop de aanduidingen op deze kaart, voor zover deze voorkomen binnen het plangebied van Arkel, zijn vertaald in dit bestemmingsplan, is hieronder opgenomen.

  • terreinen met een bepaalde archeologische waarde (overige AMK-terreinen)
    Beleid: Streven naar behoud in situ. Indien dat niet mogelijk is dient archeologisch onderzoek plaats te vinden. Ingrepen met een oppervlakte kleiner dan 30 m2 of tot 30 cm beneden maaiveld zijn vrijgesteld van onderzoek.
    Vertaling in dit bestemmingsplan: Waarde - Archeologie 1
  • zeer hoge verwachting voor Romeinse tijd
    Beleid: Bij ingrepen groter dan of gelijk aan 30 m2 en dieper dan 30 cm is archeologisch onderzoek noodzakelijk
    Vertaling in dit bestemmingsplan: Waarde - Archeologie 1
  • zeer hoge verwachting voor late middeleeuwen en nieuwe tijd
    Beleid: Bij ingrepen groter dan of gelijk aan 30 m2 en dieper dan 30 cm is archeologisch onderzoek noodzakelijk
    Vertaling in dit bestemmingsplan: Waarde - Archeologie 1
  • middelmatige verwachting voor late middeleeuwen en nieuwe tijd
    Beleid: Bij ingrepen groter dan of gelijk aan 100 m2 en dieper dan 30 cm is archeologisch onderzoek noodzakelijk
    Vertaling in dit bestemmingsplan: Waarde - Archeologie 3
  • zeer hoge verwachting
    Beleid: Bij ingrepen groter dan of gelijk aan 50 m2 en dieper dan 30 cm is archeologisch onderzoek noodzakelijk
    Vertaling in dit bestemmingsplan: Waarde - Archeologie 2
  • hoge verwachting aan of nabij het oppervlak
    Beleid: Bij ingrepen groter dan of gelijk aan 250 m2 en dieper dan 30 cm is archeologisch onderzoek noodzakelijk
    Vertaling in dit bestemmingsplan: Waarde - Archeologie 4
  • hoge verwachting tussen 1,5 en 5 meter beneden maaiveld
    Beleid: Bij ingrepen groter dan of gelijk aan 250 m2 en dieper dan 150 cm is archeologisch onderzoek noodzakelijk
    Vertaling in dit bestemmingsplan: Waarde - Archeologie 5
  • hoge verwachting dieper dan 1,5 m beneden maaiveld
    Beleid: Bij ingrepen groter dan of gelijk aan 250 m2 en dieper dan 150 cm is archeologisch onderzoek noodzakelijk
    Vertaling in dit bestemmingsplan: Waarde - Archeologie 5
  • middelmatige verwachting
    Beleid: Bij ingrepen groter dan of gelijk aan 500 m2 en dieper dan 30 cm is archeologisch onderzoek noodzakelijk
    Vertaling in dit bestemmingsplan: Waarde - Archeologie 7
  • lage verwachting
    Beleid: Bij ingrepen groter dan of gelijk aan 10000 m2 en dieper dan 30 cm is archeologisch onderzoek noodzakelijk
    Vertaling in dit bestemmingsplan: Waarde - Archeologie 8

Verschil in regeling

In de regeling voor de archeologische waardenbestemming is opgenomen dat geen gebouwen mogen worden gerealiseerd en slechts heel beperkt bouwwerken geen gebouwen zijnde. Ook is in de bestemming een omgevingsvergunningstelsel voor werken en werkzaamheden opgenomen. Bouw- en aanlegwerkzaamheden mogen pas plaatsvinden nadat een archeologisch onderzoek de archeologische waarden in beeld heeft gebracht. Een uitzondering is opgenomen voor bouw- en aanlegwerkzaamheden tot een bepaalde oppervlakte en diepte. Wat deze ondergrenzen zijn, is het enige verschil tussen de 7 archeologische dubbelbestemmingen. In onderstaand schema is duidelijk in beeld gebracht wat de regeling is:

  Vanaf oppervlakte   Vanaf diepte  
Waarde - Archeologie 1   30 m2    30 cm-mv  
Waarde - Archeologie 2   100 m2    30 cm-mv  
Waarde - Archeologie 3   50 m2    30 cm-mv  
Waarde - Archeologie 4   250 m2    30 cm-mv  
Waarde - Archeologie 5   250 m2    150 cm-mv  
Waarde - Archeologie 7   500 m2    30 cm-mv  
Waarde - Archeologie 8   10.000 m2   30 cm-mv  

Figuur 37: Tabel archeologiebestemmingen

Waterstaat - Waterkering

In verband met de aanwezigheid van een waterkering in het plangebied is op enkele bestemmingen een dubbelbestemming 'Waterstaat- Waterkering' gelegd, waardoor de belangen van de waterbeheerder worden veiliggesteld. Binnen deze zone is de Keur van kracht. Alle bouw- en graafwerkzaamheden zijn verboden en dienen te worden getoetst door het Waterschap of deze de stabiliteit van de waterkering kunnen aantasten, voordat ontheffing van de Keur wordt afgegeven.

Waterstaat - Waterbergingsgebied

Deze dubbelbestemming is gelegd op het Plein 983 . Dit plein zal mogelijk in de toekomst worden gebruikt voor waterberging. Om de geschiktheid van het plein voor waterberging te beschermen, is hierop deze dubbelbestemming gelegd.

Rijks- en gemeentelijke monumenten

Meerdere gebouwen in het plangebied zijn aangewezen als monument of als monumentaal pand (MIP-lijst). Op de verbeelding en in de regels is de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' toegekend aan deze monumenten, teneinde het monumentale karakter te beschermen.