direct naar inhoud van 4.9 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Dorpskern Arkel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0689.BP1009-vast

4.9 Archeologie en cultuurhistorie

4.9.1 Archeologie

In 1992 is het Verdrag van Valletta (Malta) door de landen van de EU, waaronder Nederland, ondertekend. Dit verdrag verplicht de Europese overheden tot het beschermen van archeologisch erfgoed. Hierbij wordt als uitgangspunt gehanteerd dat archeologische waarden in situ1 bewaard moeten blijven. Dat wil zeggen, dat er naar gestreefd moet worden om de waarden op de locatie te behouden. Als dit niet mogelijk blijkt, bijvoorbeeld bij bouwplannen, dan moeten de waarden worden opgegraven en ex situ2 worden bewaard. Het Verdrag van Valletta is doorvertaald in de Monumentenwet 1988, zoals deze gewijzigd is in september 2007. Sinds deze wijziging van september 2007 is de gemeente bevoegd gezag op het gebied van cultuurhistorie en archeologie.

De acht gemeenten in de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden hebben een regionaal archeologiebeleid geformuleerd. Deze beleidsnota is onderdeel van een drieluik, dat verder bestaat uit een archeologische verwachtings-, een beleidsadvieskaart en een beleidsadvies, opgesteld door het adviesbureau BAAC.

In de nota worden de uitgangspunten en principes van het Verdrag van Malta onderschreven. Behoud van het cultureel erfgoed in situ (op locatie en veiliggesteld in de bodem) en het beginsel 'de verstoorder betaalt' zijn de belangrijkste uitgangspunten van het regionaal en gemeentelijk archeologiebeleid. Dat beleid krijgt vooral gestalte door de bescherming van archeologische waarden en verwachtingen via de Wet ruimtelijke ordening. Het bestemmingsplan vormt hierin het centrale instrument.

Als het voornemen bestaat om een bodem verstorende activiteit uit te voeren op een plaats waar archeologische waarden aanwezig zijn of verwacht worden, zal door de gemeente worden getoetst of aan die activiteit specifieke voorwaarden verbonden moeten worden. Dit geschiedt aan de hand van de zogenaamde Archeologische Monumentenzorgcyclus. Dit is een onderzoekscyclus die er op is gericht om kennis te verzamelen om vervolgens een afgewogen besluit te kunnen nemen over het al dan niet of onder voorwaarden toestaan van die bodem verstorende activiteit. Bij de verlening van omgevingsvergunningen kunnen dan voorwaarden worden opgenomen over (bijvoorbeeld) aanpassingen van het bouwplan, archeologievriendelijk heien of het beperken van bodemingrepen.

In figuur 20 zijn de archeologische verwachtingswaarden voor dit plangebied weergegeven. Dit bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Derhalve worden archeologische waarden niet geschaad.

In dit bestemmingsplan is voor het gehele plangebied een beschermingsconstructie opgenomen in de vorm van een aantal dubbelbestemmingen met een omgevingsvergunningenstelsel. In paragraaf 6.3. is dit verder verduidelijkt. De gemeenteraad voldoet hiermee aan haar wettelijke verplichtingen inzake de archeologische monumentenzorg. Het aspect archeologie vormt daarmee geen belemmering voor doorgang van dit plan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0689.BP1009-vast_0020.jpg"

Figuur 20: Archeologische waardenkaart

4.9.2 Cultuurhistorie

Binnen het plangebied en in de nabijheid van het plangebied zijn enkele cultuurhistorische elementen gelegen (figuur 20). Op basis van dit bestemmingsplan worden deze cultuurhistorische elementen niet geschaad aangezien dit plan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt.

Voor enkele cultuurhistorisch waardevolle panden is een beschermende regeling opgenomen in dit bestemmingsplan met een regeling dat bestaande gebouwen niet mogen worden gewijzigd. Het betreft de volgende gebouwen:

-   Schoolstraat 18   Rijksmonument  
-   Stationsweg 39   Rijksmonument  
-   Dam 1   Gemeentelijk monument  
-   Dam 1-3   Gemeentelijk monument  

In dit bestemmingsplan is naar aanleiding van de molenbiotoop van de 'Jan van Arkel' molen aan de Vlietskade 1004 een 'vrijwaringszone-molenbiotoop' overgenomen. De bebouwingsmogelijkheden die de regels en verbeelding van dit bestemmingsplan bieden, sluiten aan bij de regels die gelden ten aanzien van de molenbiotoop. Het aspect cultuurhistorie vormt derhalve geen belemmering voor doorgang van dit plan.