De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
b. water en voorzieningen voor de waterhuishouding en waterberging;
c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - duiker' een ondergrondse duiker;
d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen en groen.
19.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd;
b. in afwijking van het bepaalde in lid a is ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouw' een gebouw toegestaan, met dien verstande dat de oppervlakte maximaal 50 m2 bedraagt en de goot- en bouwhoogte maximaal respectievelijk 3 m en 6 m bedragen.