Plan: | Breeweg - 't Zand |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0687.BPBRE-OH99 |
Het plangebied omvat een segment van de westelijke uitbreiding van Middelburg buiten de veste. Het gebied is een staalkaart van de groei van de stad in de vorige eeuw. Organische groei, eerste planmatige uitbreidingen, grotere uitbreidingen, inbreidingen en herstructurering komen er in voor. De veelheid van en diversiteit in ruimtelijke ontwikkelingen in een beperkt gebied met de daaruit voortvloeiende kleine schaal geven dit gebied een eigen charme en ruimtelijke identiteit. In het gebied zijn diverse deelgebieden te onderscheiden met elk een eigen ruimtelijk en functionele karakteristiek. Deze worden kort beschreven.
Oude linten
De Breeweg en de Koudekerkseweg hebben in de eerste helft van de 20e eeuw een geleidelijke groei met lintbebouwing gekend. Dit beeld van kleinschalige bebouwing is grotendeels intact gebleven. Het wigvormige tussengebied (Vogelstraat, Kerksteeg) is amorf met een (voormalig) kerkje en oude molenstomp. Het geeft samenhang aan dit gebied van twee weglopende linten.
Vroege planmatige uitbreiding
Deelplan "t Zand" vormt de eerste uitbreiding op basis van het totale uitbreidingsplan voor Middelburg van Verhagen en De Ranitz uit 1941. Deze planmatige aanpak waren noodzakelijk door de oorlogsschade en was vooral bedoeld ter vervanging van de verwoeste woningen in het centrum. Voor deze uitleg werd een deel van het grondgebied van de gemeente Koudekerke geannexeerd. Het eerste deel werd in 1941-1943 gerealiseerd. Het tweede deel kwam in 1946-1948 tot stand. Het gaat hier om de woningen die in de jaren veertig rond de Langevieleweg (Burgerweidestraat, Baarsjesstraat en de Ruyterstraat) zijn gebouwd. De woningen zijn ontworpen door ir. P.H.N. Briët (1894-1978).
In 1977 geeft de directeur van gemeentewerken van Middelburg in een advies aan het college van burgemeester en wethouders de volgende karakteristiekheden van deze woonbuurt aan, te weten:
Duidelijk is, zegt het advies tevens, "dat de creativiteit van de ontwerper in de waarschijnlijk nog rustiger bouwjaren vlak na de tweede wereldoorlog hier kansen heeft gekregen". Dit gebied bezit op dit moment nog steeds zijn oorspronkelijkheid en bestaat uit arbeiderswoningen met karakteristieke rode daken en witte gevels en lage verspringende goothoogten. Kenmerkend is ook de incidentele verbreding van het straatprofiel in de zogenaamde Delftse Schoolstijl.
Planmatige uitbreidingen
In de 2e helft van de vorige eeuw zijn geleidelijk aan nieuwe woonbuurten gerealiseerd tussen het netwerk van oude wegen. Het zijn over het algemeen kleinschalige buurtjes zoals het Zanddorp, Adelaarstraat en omgeving, Voorborch en het gebied Bernardus Smytegeltstraat-Adriaen Lauwereyszstraat. Het ruimtelijk beeld wordt grotendeels bepaald door rijtjeswoningen. Aan de Adriaen Lauwereyszstraat staan kleine appartementenblokjes.
Villabuurtjes
Aan de westrand tegen de Laan der Verenigde Naties liggen twee buurtjes met vrijstaande woningen.
Het woongebied aan de Michaelsdreef heeft een verscholen, in het groen ingebedde ligging en daarmee een informeel beeld en een sterk ruimtelijk introvert karakter. Dit wordt bepaald door de aanwezige grote woonpercelen met grote (onbebouwde) tuinen en door de randen van deze woonbuurt welke rondom geflankeerd worden door stevige hoog opgaande beplanting.
Het buurtje aan de Kruisweg is dichter bebouwd. In de noordelijke flank zijn twee villa's op grote ruim in het groen gesitueerde kavels aanwezig. Aan de zuidzijde wordt het ruimtelijk beeld gedomineerd door een kerk en een school aan de Kruisweg (zie ook hierna).
Grootschalige gebouwen en maatschappelijke functies
De wijk kent diverse grotere gebouwen zoals scholen, kerken, sportvoorzieningen en ouderencomplexen. Voornamelijk aan en in de omgeving van de Breeweg en de Kruisweg-Koudekerkseweg-Adriaan Lauwerijstraat zijn duidelijk herkenbare concentraties aanwezig. Een ouderencomplex, een school en een gebouw met twee sportzalen (aan de rand van het sportcomplex De Voorborch) kenmerken het westelijk deel en de directe omgeving van de Breeweg. Dit beeld wordt versterkt door niet reguliere bebouwingsvormen zoals een klein woonwagencentrum en de hiervoor genoemde villa's op grote groene kavels. Twee kerken en scholen bepalen het ruimtelijke beeld aan de Kruisweg-Koudekerkseweg-Adriaan Lauwerijstraat. Daarnaast is nog een schoolgebouw aanwezig op de hoek Leeuwerikstraat- Nachtegaalstraat.
Groene long
De noordzijde van het plangebied omvat de westelijk vanuit het buitengebied tot aan het beschermd stadgezicht Middelburg doorlopende groene long, met daarin onder andere sportvoorzieningen met bijbehorende gebouwen (sportcomplex De Voorborch en tennisbanencomplex De Veste, sportvelden voor nabijgelegen scholen), de stadscamping Middelburg (annex ijsbaan), speelterreinen (deels verhard), volkstuinen, een parkje (Amaliapark) en enkele nog in agrarisch gebruik zijnde gronden en groenvoorzieningen. Het gebied wordt doorsneden door een netwerk van paden voor langzaam verkeer (Laurens Stommespad, Griffioenpad, Koninginnelaan). Dit netwerk vormt een groen kader door de stevige randbeplantingen van de diverse onderdelen.
Commerciële voorzieningen en bedrijven
Commerciële voorzieningen zijn met name aan de Langevieleweg aanwezig en zijn daar vooral geconcentreerd op ruimtelijke-functionele knooppunten zoals het Karel Doormanplein en Banckertplein. Hier zijn winkels, kantoren, een cafetaria, een apotheek en een eethuis gevestigd. De ligging vloeit voort uit de functie van de Langevieleweg als belangrijke verbindingsweg in het plangebied van en naar de binnenstad. Daarnaast is in het oostelijke deel van de Breeweg en Oude Koudekerkseweg sprake van enige detailhandel. Verspreid over het plangebied zijn enkele kleinschalige bedrijven aanwezig.
Molenbiotopen
Buiten het plangebied bevinden zich twee cultuurhistorisch waardevolle korenmolens: De Hoop uit 1755 op het Vlissings Bolwerk en de Seismolen uit 1728 op het Langevielebolwerk. Het betreffen beide ronde stellingmolens waaraan de status Rijksmonument is toegekend. De beschermingszones om de windvang van deze molens te behouden (molenbiotopen) strekken tot over het oostelijk deel van het plangebied.