direct naar inhoud van 4.3 Gebiedsvisie
Plan: Middelburg Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPBGM-VG99

4.3 Gebiedsvisie

De hiervoor beschreven hoofddoelstelling, de nadere concretisering daarvan en de afweging van de verschillende functies zijn verder uitgewerkt tot een gebiedsvisie voor het plangebied. Deze visie is weergegeven op de bijgevoegde figuur 15 (Gebiedsvisie). Op deze kaart is het beleid gevisualiseerd om voor de komende jaren sturing te geven aan behoud en ontwikkeling van zowel de economische vitaliteit als de ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied van Middelburg. In tabel 5 wordt een relatie gelegd tussen de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap en de bescherming in het bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0687.BPBGM-VG99_0015.jpg"

Figuur 15 Gebiedsvisie gemeente Middelburg

De gebiedsvisie gaat uit van een basiszonering op basis van de inventarisatie van landschaps- en natuurwaarden (op basis van vigerende bestemmingsplannen en gegevens van de provincie). In de basiszonering vindt onder andere afstemming plaats tussen de agrarische ontwikkelingsmogelijkheden en de waarden van natuur en landschap. In de volgende paragrafen worden de verschillende legenda-eenheden beschreven en toegelicht. Vervolgens wordt onder ontwikkelingen aangegeven welke ontwikkelingen binnen de basiszonering mogelijk zijn. In hoofdstuk 6 wordt na de sectorale toetsen van hoofdstuk 5, het gemeentelijk beleid voor het plangebied verder thematisch uitgewerkt.

De basiszonering

De verschillende deelgebieden op de kaart geven de ontwikkelingsrichting weer voor de natuurgebieden en het agrarische gebied. Daarbij is een afweging gemaakt tussen de natuur- en landschapswaarden enerzijds en de agrarische ontwikkelingsmogelijkheden anderzijds. Deze ontwikkelingskoers is gebaseerd op de vigerende bestemmingen en de in hoofdstuk 2 beschreven natuur- en landschapswaarden.

Tabel 5 Kernkwaliteiten Nationaal Landschap en bescherming in het bestemmingsplan

landschapstype   kernkwaliteit   Bescherming kernkwaliteiten in bestemmingsplan   Bescherming overige kwaliteiten in bestemmingsplan  
Stedelijk landschap
 
Herkenbare structuur van verstedelijking die is gekoppeld aan hogere ligging van kreekruggen.   Nvt   Nvt  
Dijkenlandschap   Agrarisch karakter met relatief grootschalige verkaveling en veelal beplante binnendijken.   Bescherming binnendijken
 
Grondgebonden agrarische bedrijven  
Kreekruggen / poelgrondenlandschap   In het landschap herkenbare kreekruggen en open poelgebieden.   Afstemming agrarisch gebruik op landschappelijke waarden.

Een aantal agrarische ontwikkelingen is gekoppeld aan een nadere afweging (gebied met landschapswaarden of landschaps- en natuurwaarden)  
Nvt  
Natuurlandschap   Bijzonder duinlandschap aan de noordwestzijde (o.a. de Mantelingen) en de zuidwestzijde (o.a. Kaapduinen).   Bestaande natuurgebieden specifiek bestemmen

Waarborgingsbeleid voor toekomstige natuurgebieden
 
Veerse Meer (Natura 2000-gebied) specifiek bestemmen.

 
Groen wonen landschap / recreatielandschap   Bebost duinlandschap met (historische) landgoederen en buitenplaatsen en met uitgebreide recreatieve voorzieningen.   Ter Hooge specifieke bestemming   Nvt  

Natuurgebieden

De bestaande natuurgebieden in het plangebied zijn in de gebiedsvisie opgenomen met de aanduiding bestaand natuurgebied. Het gaat hier om de natuurgebieden langs het Veerse Meer, een aantal percelen langs het Kanaal door Walcheren, langs de Zandvoortseweg en het landgoed Ter Hooge. Het beleid voor deze gebieden is primair gericht op behoud van de bestaande natuurwaarden. Ook het Veerse Meer heeft naast een recreatieve functie, een belangrijke natuurfunctie als onderdeel van Natura 2000. De natuurfunctie is daarbij bepalend voor de bestemmingsregeling.

Dijken

De dijken zijn belangrijke dragers van het landschap in het oostelijk deel van het plangebied. De dijken herbergen belangrijke landschappelijke en cultuurhistorische waarde en tevens natuurwaarden van flora en / of fauna. Behoud en bescherming van het karakter van de dijken is dan ook gewenst.

Agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden

In een aantal gebieden is het gewenst bij de agrarische ontwikkelingen rekening te houden met de aanwezige en potentiële natuurwaarden. Het gaat hierbij om de vochtige graslanden aansluitend op de nieuwe natuurgebieden langs de Zandvoortseweg, de Oude Veerseweg, de Platteweg, de Kraaienholseweg en om het heggenreservaat aan de Oranjepolderseweg die onderdeel uitmaken van de EHS (voornamelijk beheersgebieden). Deze gebieden zijn aangemerkt als agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden. Het beleid is gericht op het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor de grondgebonden agrarische bedrijven met als randvoorwaarde behoud en ontwikkeling van de natuur- en landschapswaarden. Een aantal agrarische ontwikkelingen, zal mogelijk worden gemaakt na toetsing van de invloed op de voorkomende landschaps- en natuurwaarden.

Agrarisch gebied met landschapswaarden

Grote delen van het plangebied zijn waardevol vanwege de kenmerkende landschapswaarden, samenhangend met de aanwijzing van Walcheren als nationaal Landschap. Deze landschapswaarden houden verband met de ontstaansgeschiedenis en het patroon van kreekruggen en poelgronden, in combinatie met het bebouwings- en beplantingspatroon van de kreekruggen en de openheid van de poelgronden. Deze gebieden zijn aangeduid als agrarisch gebied met landschapswaarden. Voor deze gebieden is afstemming van het agrarische gebruik op de landschappelijk kwaliteiten gewenst. Het beleid voor deze gebieden is gericht op het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor de grondgebonden agrarische bedrijven, met inachtneming van de kenmerkende landschapswaarden. Een aantal agrarische ontwikkelingen wordt in dat licht gekoppeld aan een nadere afweging.

Agrarisch gebied zonder bijzondere natuurwaarden

De jonge polders aan de oostzijde van het plangebied (ten zuidoosten van de A58 en ten oosten van de Muidenweg) zijn relatief grootschalige agrarische gebieden, met minder specifieke landschaps- of natuurwaarden (afgezien van de voorkomende dijken). Deze gebieden lenen zich voor de ontwikkeling van grondgebonden agrarische bedrijven.

Ontwikkelingen

In het plangebied is een aantal gebiedsgerichte ontwikkelingen aan de orde. Het gaat daarbij met name om natuurontwikkeling grenzend aan de bestaande natuurgebieden Zandvoortsweg en Oude Veerseweg en in aansluiting op het heggenreservaat aan de Oranjepolderseweg. Voor deze gronden is een waarborgingsbeleid gewenst, door middel waarvan ontwikkelingen die de toekomstige natuurontwikkeling belemmeren kunnen worden voorkomen. Verder is het gewenst dat in het bestemmingsplan de toekomstige natuurontwikkeling mogelijk wordt gemaakt.

Voor het overige zijn geen concrete gebiedsgerichte ontwikkelingen aan de orde die vertaald moeten worden in het bestemmingsplan Buitengebied.