Gemeente Wymbritseradiel

 

 

Regels

 

Plan:

Wymbritseradiel Zuid-West

Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0683.wymbzuidwest-onhe

Artikel 6 Groenvoorzieningen


Artikel 6 Groenvoorzieningen


1. Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor groenvoorzieningen aangewezen gronden
zijn bestemd voor:
a. groenvoorzieningen;
b. openbare nutsvoorzieningen;
c. sport- en speelvoorzieningen;
d. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
e. water.
Voor zover de gronden zijn gelegen binnen het op de plankaart met
"beschermd dorpsgezicht" aangeduide gebied binnen het dorp
Sandfirden, is de bestemming mede gericht op het behoud en herstel
van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het dorpsgezicht
zoals weergegeven in de onderbouwing tot de gemeentelijke
aanwijzing van Sandfirden als beschermd dorpsgezicht, opgenomen
als bijlage 2 bij deze voorschriften.


2. Bouwvoorschriften
a. In of op deze gronden mogen geen gebouwen worden
gebouwd.
b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde
gelden de volgende bepalingen:
1. de bouwhoogte van terrein- en erfscheidingen mag niet
meer dan 2 m bedragen;
2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen
gebouwen zijnde mag niet meer dan 3 m bedragen


3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen
van een onevenredige aantasting van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de sociale veiligheid;
- de verkeersveiligheid;
- de woonsituatie;
- de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het
beschermde dorpsgezicht,
nadere eisen stellen aan de plaats en oppervlakte, goothoogte en
bouwhoogte van de bebouwing.

4. Gebruiksvoorschriften
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken dan wel te
laten gebruiken in strijd met de in lid 1 gegeven
bestemmingsomschrijving. Als verboden gebruik wordt in elk geval
aangemerkt:
- het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.


5. Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften
Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in
lid 4, indien strikte toepassing van dit voorschrift leidt tot een
beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende
redenen wordt gerechtvaardigd.