Gemeente Wymbritseradiel
Plan: | Wymbritseradiel Zuid-West |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0683.wymbzuidwest-onhe |
Artikel 3 Agrarische doeleinden
1. Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor "agrarische doeleinden" aangewezen
gronden zijn bestemd voor:
a. agrarische cultuurgronden;
b. grondgebonden agrarische bedrijven;
c. water;
d. verkeers- en verblijfsvoorzieningen.
2. Bouwvoorschriften
a. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van
grondgebonden agrarische bedrijven gelden de volgende
bepalingen:
1. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak
worden gebouwd;
2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer
dan de op de plankaart aangegeven goot- en
bouwhoogte bedragen; (bouwschema)
3. de dakhelling van gebouwen mag niet minder dan de op
de plankaart aangegeven dakhelling bedragen; (bouwschema)
4. het aantal bedrijfswoningen mag niet meer dan 1 per
bedrijf bedragen.
b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde,
gelden de volgende bepalingen:
1. de bouwhoogte binnen het bouwvlak mag niet meer dan
15 m bedragen;
2. de bouwhoogte buiten het bouwvlak mag niet meer dan
5 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte
van terrein- en erfafscheidingen niet meer dan 2 m mag
bedragen;
3. silo's mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden
gebouwd.
3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen
van een onevenredige aantasting van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de sociale veiligheid;
- de verkeersveiligheid;
- de woonsituatie,
nadere eisen stellen aan de plaats en oppervlakte, goothoogte en
bouwhoogte van de bebouwing.
4. Gebruiksvoorschriften
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken dan wel te
laten gebruiken in strijd met de in lid 1 gegeven
bestemmingsomschrijving. Als verboden gebruik wordt in elk geval
aangemerkt:
- het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
5. Vrijstelling van de gebruiksvoorschriften
Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in
lid 4, indien strikte toepassing van dit voorschrift leidt tot een
beperking van het meest doelmatige gebruik die niet door dringende
redenen wordt gerechtvaardigd.
6. Wijzigingsbepalingen
a. Burgemeester en Wethouders kunnen, overeenkomstig artikel
11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de bestemming
gedeeltelijk wijzigen in de bestemming "woongebied", met dien
verstande dat:
1. de wijziging uitsluitend betrekking kan hebben op de
voormalige agrarische bedrijfsgebouwen met
bijbehorende erven;
2. de wijziging alleen mag plaatsvinden bij een volledige
beƫindiging van de agrarische bedrijfsactiviteiten;
3. de woonfunctie uitsluitend gerealiseerd kan worden
binnen de contouren van de oorspronkelijke
boerderijvorm waarin de dienstwoning was gesitueerd;
4. de bebouwingsvoorschriften worden afgestemd op de
verschijningsvorm van het bestaande hoofdgebouw;
5. ten hoogste drie woningen mogen worden gebouwd;
6. het aantal woningen dient te passen binnen het door
Gedeputeerde Staten geaccordeerd gemeentelijk
woonplan;
7. voor het overige de bepalingen uit artikel 16
overeenkomstig van toepassing zijn.
b. De onder a bedoelde wijziging wordt uitsluitend toegepast mits
er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de sociale veiligheid;
- de verkeersveiligheid;
- de woonsituatie.