Plan: | Smokkelhoek |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0678.smokkelhoek-vast |
Gemeentelijk archeologiebeleid
Recent is door de 9 gemeenten in Zuid-Beveland, Tholen en Zeeuws-Vlaanderen archeologie beleid opgesteld. Het gemeentelijk archeologiebeleid van Kapelle, vastgesteld op 20 december 2011, is vastgelegd in de nota Archeologiebeleid gemeente Kapelle, Deel A: Beleidsnota archeologie en Deel B: Toelichting beleidskaart, 30-06-2011.
In het beleid zijn de archeologische verwachting en bekende vindplaatsen en archeologische monumenten vastgelegd.
Het grootste deel van de bodemingrepen vindt plaats in de bovenste laag van het bodemarchief (laag I, Walcheren). Bij vergunningaanvragen voor diepere bodemingrepen wordt door de bevoegde overheidsinstantie vastgelegd of met de ingreep de diepere lagen (2-4) worden geraakt.
Op basis van het beleid gelden voor kaartlaag 1 (Walcheren) de volgende categorieën:
Volgens het nieuwe gemeentelijk beleid is binnen het plangebied sprake van de volgende verschillende categorieën met archeologische verwachting.
Onderzoek
Referentiesituatie
Ten behoeve van de eerdere uitwerkingen zijn archeologisch onderzoeken verricht (ADC 2005 en 2012, Raap 2003 en 2008). Op basis van deze onderzoeken is vastgesteld dat in het gebied sporen uit de Romeinse tijd en de Middeleeuwen aanwezig zijn. Er is één behoudenswaardige archeologische vindplaats aangetroffen uit de Romeinse tijd. Dit betreft twee haardkuilen en een houtconstructie. Deze is vooralsnog geïnterpreteerd als oeverbeschoeing of een constructie met industriële functie. Voor het overige gebied geldt dat de vondsten van Romeins aardewerk zich niet meer in hun oorspronkelijke context bevinden. De bodem is in het verleden verstoord door overstromingen en in de Middeleeuwen door grootschalige moernering (het afgraven van veen). Hierdoor is er geen sprake van behoudenswaardige archeologie en is het gebied daarmee vrijgegeven voor ontwikkeling. Wel kunnen zich binnen het plangebied mogelijke toevalsvondsten voordoen. Op grond van de Monumentenwet bestaat er een verplichting dergelijke vondsten te melden bij het bevoegd gezag.
Milieueffecten voornemen
Een belangrijk deel (het westelijk deel) van het bedrijventerrein is reeds ontwikkeld. In het oostelijk deel zijn nog nieuwe kavels en ruimte voor nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein beschikbaar. Voor nieuwe bouwactiviteiten en andere werkzaamheden is het nieuwe archeologie beleid van toepassing, met dien verstande dat het voorgeschreven onderzoek reeds is uitgevoerd. Dit betekent dat alleen ter plaatse van de archeologische vindplaats er voor relatief kleinschalige ontwikkelingen (tot 50 m² met een diepte tot 40 cm op gronden met de dubbelbestemming Waarde - Archeologie – 1) zonder Omgevingsvergunning geen werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. Voor grotere ingrepen (dieper of een groter oppervlak) is de initiatiefnemer verplicht voorafgaand aan de omgevingsvergunning voor bouwen een archeologisch onderzoek te laten verrichten en het bevoegd gezag het rapport te laten beoordelen.
Onderzoek Grootschalige veenwinning
ADC heeft archeologische onderzoek verricht voor de uitbreidingslocatie aan de oostzijde waar een groot gedeelte als waterberging wordt ingericht (ADC, Grootschalige veenwinning in Kapelle Smokkelhoek; maart 2013; bijlage 4).
Toch kan niet geheel uitgesloten worden dat zich in de strook van circa 20 meter breed tussen de meest westelijke rij proefsleuven en de ten westen daarvan gelegen perceelsscheiding in de vorm van een sloot archeologische sporen en/of vondsten kunnen worden aangetroffen. Bij het opstellen van eventuele nieuwbouwplannen voor het huidige plangebied, dient hiermee rekening te worden gehouden.
Conclusie
Voor het gebied is, op basis van de beschikbare informatie, een algemene archeologiebescherming nodig. Aanvullend voor de locatie met aangetoonde archeologische waarden, is een meer specifieke bescherming nodig. De onderzoeksplicht op grond van het gemeentelijk archeologiebeleid is echter al uitgevoerd. Dit zal in de praktijk inhouden dat, met uitzondering van de archeologische vindplaats, er geen archeologische voorwaarden gesteld zullen worden aan te verlenen omgevingsvergunningen. In de regeling is aangegeven dat reeds verrichte onderzoeken aangemerkt kunnen worden als het voorgeschreven onderzoek.